Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2023 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [plaats] , (de onderneming)
de minister van Economische Zaken en Klimaat
Procesverloop
Overwegingen
De onderneming exploiteert een fruit- en groentewinkel. Zij heeft een aanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de TVL voor Q4 van 2021. De minister heeft de subsidieaanvraag van de onderneming afgewezen, omdat zij niet ten minste 20% omzetverlies heeft geleden. Dit is een vereiste om voor subsidie in aanmerking te komen.
(Q4 2019) een omzet heeft gegenereerd van € 1.058.997,- en in de subsidieperiode (Q4 2021) een omzet van € 1.092.788,-. Met het bestreden besluit heeft de minister zijn standpunt gehandhaafd. De onderneming is het hier niet mee eens.
11 januari 2022 (ECLI:NL:CBB:2022:5).
In artikel 2.5.3, derde en vierde lid, onder a en b, van de TVL zijn een aantal uitzonderingssituaties opgenomen. Niet is bestreden dat deze hier niet van toepassing zijn.