Uitspraak
1. Water
2.Schone, droge, comfortabele en hygiënische ligplaatsen
3.Schone, droge, comfortabele en hygiënische huisvesting
4.Klauwproblemen
5.Scherpe en uitstekende delen
€ 69.741,32 aan facturen ontvangen, waarvan al € 51.931,- aan [naam 1] in rekening was gebracht. [naam 1] moest daarom nog € 17.810,32 bijbetalen.
De aangetroffen omissies zijn al eerder aangetroffen. De bestuurlijke maatregelen die door de NVWA zijn opgelegd, zijn niet of onvoldoende uitgevoerd en hebben er niet voor gezorgd dat de omstandigheden van de aanwezige dieren verbeteren. Hier is sprake van recidive, dan wel voortdurende tekortkomingen.
Het aantal kreupelheden en hakaandoeningen bij de volwassen dieren lijkt te zijn toegenomen ten opzichte van het vorige controlebezoek d.d. 12 maart 2018. Toen zijn er 19 dieren vastgesteld die kreupel waren, nu (29 mei 2018) zijn er 38 dieren vastgesteld die kreupel of gewond waren.
Er is sprake van niet adequaat reageren van de veehouder op de slechte verzorgingstoestand van de dieren […].
Er is sprake van verslechtering van de gezondheid van de dieren.
Er is sprake van het niet of onvoldoende reageren door de veehouder op maatregelen die door de NVWA zijn opgelegd, ter verbetering van de gezondheid en het welzijn van de dieren.
Al deze factoren leiden ertoe dat het meevoeren en elders opslaan van de aangetaste dieren (zie lijst 1) de enige mogelijkheid is om een kans op genezing te bieden. Op het opvangadres hebben ze meteen een goede huisvesting en verzorging, inclusief de noodzakelijke diergeneeskundige zorg […].”
- verklaart het beroep in zaak 21/824 tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep in zaak 21/1444 tegen het bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit II voor zover de minister daarin heeft beslist op de bezwaren van [naam 1] tegen het kostenbesluit;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van de aanwijzingen in deze uitspraak;
- veroordeelt de minister om aan [naam 1] een vergoeding voor immateriële schade van € 5.823,53 te betalen;
- veroordeelt de Staat om aan [naam 1] een vergoeding voor immateriële schade van
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 181,- in zaak 21/1444 aan [naam 1] te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van [naam 1] tot een bedrag van € 1.674,-.