ECLI:NL:CBB:2022:424
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete opgelegd wegens overtreding van het rookverbod in horeca-inrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Appellant, eigenaar van de eenmanszaak [naam 2], had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin een boete van € 2.400,- was opgelegd wegens het niet handhaven van het rookverbod in zijn horecagelegenheid. De inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) had plaatsgevonden op 11 juli 2019, waarbij was vastgesteld dat appellant glazen uit de rookruimte had opgehaald terwijl deze in gebruik was voor het roken van tabaksproducten. Appellant betwistte de bevindingen van de inspecteur en stelde dat het rapport niet waarheidsgetrouw was. Het College oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de staatssecretaris zich op het rapport kon baseren. Het College concludeerde dat de inspecteur de overtreding had waargenomen en dat de boete terecht was opgelegd. Het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.