ECLI:NL:CBB:2018:165
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen boete voor overtreding van de Tabakswet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een boete die was opgelegd aan appellant wegens overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Tabakswet. Appellant, die een avondwinkel exploiteert in [plaats 1], had op 28 maart 2015 een tabaksproduct verkocht aan een meisje dat niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar had bereikt. De inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) leidde tot een rapport waarin werd vastgesteld dat de leeftijd van het meisje niet was gecontroleerd. De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport legde appellant een boete op van € 1.350,- voor deze herhaalde overtreding.
Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank Rotterdam bevestigde de boete. In hoger beroep betwistte appellant de bevindingen van de toezichthouder en voerde aan dat het beeldmateriaal dat hij had overgelegd, aantoonde dat er op het moment van de inspectie geen verkoop had plaatsgevonden. Het College oordeelde echter dat de staatssecretaris de boete terecht had opgelegd, omdat de waarnemingen van de toezichthouder voldoende waren onderbouwd en appellant onvoldoende bewijs had geleverd om de bevindingen te weerleggen. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.