ECLI:NL:CBB:2021:493
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel in relatie tot de Meststoffenwet en het Eerste Protocol
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 mei 2021, zaaknummer 19/1790, staat de beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellante, een biologische melkveehouderij, heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had op 10 januari 2018 het fosfaatrecht vastgesteld op basis van de dieraantallen op 2 juli 2015. Appellante betoogde dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat het een ongeoorloofde staatssteun vormt. Daarnaast stelde zij dat het stelsel haar individuele en buitensporige lasten oplegt, in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP).
Het College oordeelt dat de argumenten van appellante niet slagen. Het betoog dat de Nitraatrichtlijn onvoldoende grondslag biedt voor het fosfaatrechtenstelsel wordt verworpen. Het College verwijst naar eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat het fosfaatrechtenstelsel op regelingsniveau verenigbaar is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last op haar legt, aangezien zij zelf de risico's van haar investeringsbeslissingen draagt. Het College concludeert dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.