ECLI:NL:RBZWB:2025:193
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag BPM en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 13 oktober 2023 een naheffingsaanslag BPM heeft opgelegd van € 4.499. De rechtbank behandelt het beroep op 4 december 2024, waarbij belanghebbende wordt vertegenwoordigd door mr. M.U. Sahin van Bothof Services B.V. en de inspecteur door twee medewerkers van de Belastingdienst. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, maar dat belanghebbende recht heeft op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn voor behandeling van bezwaar en beroep in beginsel twee jaar bedraagt, maar dat deze termijn met bijna 18 maanden is overschreden. De rechtbank kent belanghebbende een schadevergoeding van € 1.500 toe en veroordeelt de inspecteur tot betaling van deze schadevergoeding, evenals de proceskosten en het griffierecht. De uitspraak wordt gedaan door mr. V.A. Burgers en is openbaar gemaakt op 15 januari 2025.