Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2024 in de zaak tussen
erfgenaam van [erflaatster] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.De boetebeschikking dient naar het oordeel van de rechtbank te worden vernietigd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
Motivering
- erflaatster heeft de Nederlandse nationaliteit;
- erflaatster beschikte over een woning in Nederland;
- erflaatster bezat aanmerkelijk belang in verschillende Nederlandse vennootschappen en is bestuurder van het recreatiepark in [plaats 2] ;
- erflaatster was in 2016 bestuurder van [buurtvereniging] ;
- erflaatster was in 2016 bestuurder van [stichting] ;
- erflaatster was eigenaar van de woning aan de [adres 2] ;
- erflaatster beschikte in 2016 over een zevental Nederlandse bankrekeningen;
- erflaatster had in 2016 een lopende kapitaalverzekering bij Interpolis;
- erflaatster werkt parttime in Nederland;
- erflaatster verbleef naar zeggen van belanghebbende doorgaans van (een deel van) woensdag tot en met (een deel van) zondag in Nederland.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond welke ziet op de uitspraak op bezwaar over de boetebeschikking bij de aanslag IB/PVV 2016;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar over de boetebeschikking bij de aanslag IB/PVV 2016;
- vernietigt de boetebeschikking bij de aanslag IB/PVV 2016;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 875;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.