Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 maart 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] h.o.d.n. [bedrijf belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
- De consumentenprijs in de aangifte is te hoog; € 120.722 ten opzichte van de door ons vastgestelde consumentenprijs van € 109.029 op basis van 162 gram uitstoot. Als aanvullende bron hebben wij ook de KIS lijst opgevraagd (€ 110.047).
- De vastgestelde handelswaarde volgens XRAY is op basis van een basis uitrusting met o.a. High Executive als pakket. De voertuigselectie van XRAY geeft echter duidelijk de keus om een basis of High Executive te selecteren. Om een juiste waardering van de koerslijst te krijgen moet de meest passende/optimale ingave aangehouden worden.
- De vastgestelde handelswaarde volgens XRAY is op basis van rental. In de aangifte hebben wij echter hier geen onderbouwing voor aangetroffen. Wij hebben ook de waardering van XRAY zonder rental selectie bijgevoegd.
- Op schade aan de velgen na zijn alle opgegeven schadeposities niet aangetroffen of kunnen als gebruikersschade worden aangemerkt. Hierdoor wordt er geen waardevermindering aan het voertuig toegekend. Voor de waardevermindering op basis van de schade aan de velgen is herstellen afdoende en is vervanging niet van toepassing. (Bij gebruikersschade is er rekening gehouden met de leeftijd en km-stand).
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 2.489 te betalen op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.511 te betalen op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- bepaalt dat de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid) de helft van het griffierecht (dus € 89) aan belanghebbende moet vergoeden door dit bedrag te storten op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- bepaalt dat de inspecteur de helft van het griffierecht (dus € 89) aan belanghebbende moet vergoeden door dit bedrag te storten op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- veroordeelt de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling van € 109,38 aan proceskosten aan belanghebbende te betalen op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 109,37 aan proceskosten aan belanghebbende te betalen op een bankrekening op naam van belanghebbende;
- veroordeelt de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de wettelijke rente over de vergoeding van het griffierecht, de proceskosten en de immateriële schade vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de vergoeding van het griffierecht, de proceskosten en de immateriële schade vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank.