Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 oktober 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , wonende in [plaats 1] (Verenigde Arabische Emiraten), belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
actiefzijde
Jaar 2007
Jaar 2008
Jaar 2009
Jaar 2010
Jaar 2011
VERSLAG VAN HET GETUIGENVERHOOR
Verklaring van de getuige
[bankrekening 1]
[bankrekening 2]
[bankrekening 3] ?
- de verkoop van Duitse bedrijfspanden door Duitse verkopers aan belanghebbende en/of aan belanghebbende gelieerde vennootschappen in de periode van 2006 tot en met 2011, waarbij de zakelijk overeengekomen koopsom is verhoogd met een provisiebedrag voor vermoedelijk gefingeerde bemiddelingswerkzaamheden door [bedrijf 5] ,
- het opmaken van vermoedelijk valse facturen betreffende de vermoedelijk gefingeerde bemiddelingswerkzaamheden door [bedrijf 5] ,
- de financiële afwikkeling van de hiervoor bedoelde transacties en facturen,
- de inkomende en de uitgaande gelden op/van de bankrekeningen van [bedrijf 5] .
Motivering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gericht tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 en de daarbij opgelegde rentebeschikking ongegrond;
- verklaart de overige beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar ten aanzien van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2006 tot en met 2009 en 2011 en de aanslag IB/PVV 2011 en de daarbij opgelegde rentebeschikkingen;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2006, de eerste navorderingsaanslag IB/PVV 2007 (H77), de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 en de navorderingsaanslag IB/PVV 2009, alsmede de daarbij vastgestelde rentebeschikkingen;
- vermindert de tweede navorderingsaanslag IB/PVV 2007 (H78) tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.921.671, met handhaving van de overige elementen van die navorderingsaanslag en vermindert de rentebeschikking dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2011 tot een aanslag berekend naar belastbaar inkomen uit werk en woning van € 281.978, met handhaving van de overige elementen van die aanslag en vermindert de rentebeschikking dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2011 tot een aanslag berekend naar belastbaar inkomen uit werk en woning van € 492.578, met handhaving van de overige elementen van die navorderingsaanslag en vermindert de rentebeschikking dienovereenkomstig;
- veroordeelt de minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 4.000;
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een proceskostenvergoeding aan belanghebbende van € 3.582,75; een reeds betaald bedrag aan kostenvergoeding voor de bezwaarfase kan hierop in mindering worden gebracht;
- bepaalt dat de inspecteur de griffierechten van € 139 aan belanghebbende moet vergoeden.