ECLI:NL:HR:2009:BH5559
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en omzetbelasting bij onttrekking aan douanetoezicht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de uitnodiging tot betaling van douanerechten en omzetbelasting is gehandhaafd. De belanghebbende had op 2 oktober 2003 een uitnodiging ontvangen voor betaling van douanerechten en omzetbelasting, na bezwaar tegen eerdere uitspraken van de Inspecteur. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Minister van Financiën diende een verweerschrift in, en er volgden conclusies van repliek en dupliek van de belanghebbende en de Minister.
De zaak draait om de vraag of de goederen, in dit geval verse knoflook, zijn onttrokken aan het douanetoezicht en waar deze onttrekking heeft plaatsgevonden. De belanghebbende had een douaneaangifte gedaan voor extern communautair douanevervoer, maar het Hof oordeelde dat de onttrekking niet in Italië had plaatsgevonden, zoals door de belanghebbende werd gesteld. Het Hof oordeelde dat de douaneschuld was ontstaan in Nederland, omdat de belanghebbende niet had bewezen dat de onttrekking in Italië had plaatsgevonden. Dit oordeel werd onderbouwd met verwijzingen naar relevante Europese wetgeving en jurisprudentie.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op juiste gronden had geoordeeld en dat de middelen van de belanghebbende faalden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en er werden geen proceskosten toegewezen. Dit arrest bevestigt de bevoegdheid van Nederland om douanerechten en omzetbelasting te heffen in gevallen van onttrekking aan douanetoezicht, afhankelijk van de plaats waar de onttrekking heeft plaatsgevonden.