Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Inleiding
€ 53.164,86. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de primaire besluiten, waarbij het bezwaar tegen primair besluit 2 mede namens [naam vrouw ] werd ingediend.
mr. S.S. Hyder en mr. V.C.M. van der Linden.
Overwegingen van de rechtbank
Feiten waar de rechtbank van uitgaat
Beroepsgronden
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt bestreden besluit 2 voor zover daarbij niet is beslist op het bezwaar tegen de terugvordering;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van bestreden besluit 2, evenals bestreden besluit 3 in stand blijven;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van