Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
hierna te noemen: klaagster.
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 28 december 2022 ter uitvoering van een Europees Onderzoeksbevel van de Belgische autoriteiten (hierna: EOB) onder [naam] ([bedrijf]) in beslag is genomen: een Audi Q5 met [kenteken];
- het EOB van 23 november 2022 uitgevaardigd door [naam onderzoeksrechter], Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, Afdeling Dendermonde;
- het bevriezingscertificaat van 28 december 2022 uitgevaardigd door [naam onderzoeksrechter], Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, Afdeling Dendermonde;
- het klaagschrift, ingediend op 30 december 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).