Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Verzoek om immateriëleschadevergoeding (ISV)
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- gelast dat de inspecteur de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht ten bedrage van € 333 aan haar vergoedt.
- gelast dat de Minister de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht ten bedrage van € 333 aan haar vergoedt.
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade voor een bedrag van € 427.
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 3.073.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: