Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade van € 2.500;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende in beroep van € 534;
- gelast dat de Minister het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 170 aan hem vergoedt;
- beslist dat, indien de immateriëleschadevergoeding, de proceskostenvergoeding voor de beroepsfase en/of de vergoeding van griffierecht niet tijdig wordt vergoed, de wettelijke rente daarover is gaan lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
2.Gronden
- Is de verschuldigde BPM juist berekend?
- Heeft belanghebbende recht op een rentevergoeding over de te ontvangen BPM, proceskostenvergoeding en het griffierecht?
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;