In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst, alsook de Minister van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak van de inspecteur van 17 mei 2019, waarin het bezwaar van de belanghebbende tegen de door hem betaalde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) werd afgewezen. De belanghebbende had op 21 september 2018 aangifte gedaan en € 1.776 aan Bpm voldaan voor de registratie van een Mercedes-Benz CLA250. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur de hoorplicht niet heeft geschonden, ondanks de stelling van de belanghebbende dat hij niet was gehoord in de bezwaarfase. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd dat de gemachtigde van de belanghebbende wel degelijk was gehoord.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd. De rechtbank verleende een teruggaaf van Bpm van € 243 en kende immateriële schadevergoeding toe aan de belanghebbende, waarbij de inspecteur en de minister ieder een deel van de schadevergoeding moesten betalen. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de belanghebbende vergoed, die in totaal € 1.598 bedroegen. De rechtbank heeft de inspecteur gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 174 te vergoeden. De rechtbank heeft de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak vastgesteld op twee jaar, maar deze was met twaalf maanden overschreden, wat leidde tot de toekenning van de immateriële schadevergoeding.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de inspecteur niet verplicht was om kentekengegevens van de auto te overleggen, omdat deze gegevens niet tot de op de zaak betrekking hebbende stukken behoren. De rechtbank heeft de waarde van de auto vastgesteld op basis van de koerslijstwaarde en de schadevergoeding, en heeft de verschuldigde Bpm berekend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen te stellen en heeft de uitspraak openbaar gemaakt.