Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het klaagschrift, dat - ondertekend namens klager - tijdig is ingediend ter griffie van het op grond van artikel 98 Sv juncto artikel 552a Sv bevoegde gerecht;
- de beschikking van de rechtbank van 31 maart 2016 in [Klager] ;
- de beschikking van de Hoge Raad van 8 november 2016 in [Klager] ;
- de beschikking van de rechtbank van 23 februari 2017 in [Klager] ;
- de beschikking van de rechter-commissaris van 27 juni 2017 in [Klager] ;
- het klaagschrift van 14 juli 2017 in [Klager] ;
- de beschikking van de rechter-commissaris van 7 maart 2018 in [Klager] ;
- het klaagschrift van 22 maart 2018 in [Klager] ;
- het proces-verbaal van de raadkamer van 18 mei 2018;
- het proces-verbaal van de raadkamer van 13 september 2018;
- het proces-verbaal van de raadkamer van 18 december 2018;
- de beschikking van de rechter-commissaris van 5 april 2019 in [Klager] ;
- het klaagschrift van 15 april 2019 in [Klager] .
2.De beschikkingen van de rechter-commissaris
.Daarom dienen klager en zijn advocaat alsnog in de gelegenheid te worden gesteld de images te bestuderen en aan te geven welke bestanden zien op niet aan de strafzaak te relateren correspondentie.
3.Het standpunt van klager
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.De beoordeling
Gelet op het akkoord van de raadsman met de voorgestelde, praktische, handelwijze, zal de rechtbank
in dit uitzonderlijke gevalbeslissen dat de stukken aan officier van justitie mr. Snijders, een collega officier van justitie en een fiscalist ter beschikking worden gesteld.
de stukken in handen van officier van justitie mr. Snijdersstellen, opdat deze volgens de voorgestelde wijze een splitsing zal maken in zaakrelevante stukken en stukken die kunnen worden vernietigd, een en ander conform de hiervoor genoemde maatstraf van strikte noodzakelijkheid. De officier van justitie dient hiervan de raadsman in kennis te stellen middels een schrijven vóór 10 juli 2019 (binnen een termijn van zes weken na de uitspraak). De rechtbank
draagt vervolgens de raadsman op om vóór 21 augustus 2019 (binnen een termijn van zes weken) te reageren op het schriftelijk ingenomen standpunt van de officier van justitie.
25 oktober 2019, om 10:00 uur.De rechtbank zal een beoordeling geven over de te vernietigen stukken.
25 oktober 2019, om 10:00 uur.
6.De beslissing
25 oktober 2019, te 10:00 uur;
de stukkenin handen van
officier van justitie mr. Snijders, opdat deze
vóór 10 juli 2019een splitsing zal maken in zaakrelevante stukken en stukken die kunnen worden vernietigd;
verzoekt de officier van justitiezijn schriftelijk standpunt mede te delen aan
de raadsman, opdat deze
vóór 21 augustus 2019hierop kan reageren en zijn reactie toe kan sturen aan de rechtbank;
de oproeping van klager en de raadsmantegen het tijdstip van
25 oktober 2019, te 10:00 uur,het tijdstip waarop de behandeling in raadkamer zal worden voortgezet;