ECLI:NL:RBROT:2025:13292
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedures rondom STAP-budget aanvragen
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2025, wordt geoordeeld over de beroepen van eiser tegen het niet tijdig nemen van beslissingen op meerdere aanvragen voor het STAP-budget door het UWV. Eiser had in totaal zeven identieke beroepen ingesteld, maar de rechtbank verklaart deze beroepen niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht. De rechtbank stelt vast dat eiser herhaaldelijk procedures heeft gevoerd met als doel schadevergoeding te verkrijgen, zonder dat hij daadwerkelijk belang heeft bij de inhoud van de besluitvorming. Dit patroon van handelen is eerder vastgesteld in andere uitspraken van de rechtbank, waarin ook al werd geoordeeld dat eiser misbruik maakt van zijn procesrecht. De rechtbank wijst erop dat de bevoegdheid om beroep in te stellen niet kan worden ingeroepen als deze wordt misbruikt, zoals vastgelegd in de artikelen 3:13 en 3:15 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor het tegendeel van de eerdere oordelen over misbruik van recht, en wijst de verzoeken om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke procesvoering en de gevolgen van misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedures.