Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en, 3 ten laste gelegde in de periode van 7 mei 2015 tot en met 1 februari 2019;
- bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde in de periode van 7 mei 2015 tot en met 6 juni 2021;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan.
4.Waardering van het bewijs
niqabte dragen. Toen de moeder van de verdachte zei dat er in Syrië kinderen werden mishandeld en moesten meevechten in het leger, heeft de verdachte aangegeven dat zij dat wel goed vond. Dat de verdachte voor haar uitreis niet wist dat IS een terroristisch oogmerk had, acht de rechtbank daarom - en gelet op de veelvuldige berichten in de media over gewelddadige acties van IS en de propaganda van IS over het gebruik van geweld - niet aannemelijk. Haar zus ontving kort na haar uitreis een WhatsApp-bericht waarin de verdachte meldde dat ‘dit mijn eigen bewust keuze is geweest, het klinkt riskant, geloof me (ik) heb het niet zomaar gedaan’. Dat de verdachte volgens het psychologisch en het duidingsrapport onvoldoende in staat was zich grondiger te verdiepen in de situatie in Syrië en geloofsoriëntaties van groepen en personen te duiden, werpt geen ander licht op het gegeven dat zij zich van dit terroristisch oogmerk van IS bewust moet zijn geweest.
madafa(een vrouwenhuis) verbleven, waar [persoon A] haar heeft opgehaald. Op 16 mei 2015 had de verdachte contact met haar moeder en zus en heeft zij verteld dat zij was getrouwd, dat haar echtgenoot werkzaam was als politieagent en dat zij een eigen woning had in Tabqa.
Hisba(h),een politie-eenheid van IS. Ook is [persoon A] werkzaam geweest dan wel paraat geweest als strijder voor IS. Uit het dossier blijkt dat [persoon A] op 9 mei 2016, dus bijna een jaar na zijn huwelijk met de verdachte, een verzoek heeft ingediend bij IS om binnen het leger te worden overgeplaatst naar het Bataljon Al Qadisssya met als reden dat hij ‘zin heeft in de strijd.’
latenvan haar twee minderjarige kinderen. Uit het dossier is gebleken dat de verdachte in ieder geval in 2017 weg wilde uit IS-gebied. De verklaring van [persoon B] ondersteunt de verklaring van de verdachte op dit punt.
1 februari 2019in Nederland en Syrië,
telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
1 februari 2019in Nederland en Syrië,
1 februari 2019in
,te Syrië, opzettelijk een minderjarige, te weten:
5.Strafbaarheid feiten
1.
medeplegen van deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven;
2.
medeplegen van met het oogmerk om opzettelijk brand stichten en/of ontploffingen teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, en/of moord en/of doodslag, telkens te begaan met een terroristisch oogmerk, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich en/of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen tot het plegen van het misdrijf en voorwerpen voorhanden hebben waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf;
3.
opzettelijk iemand tot wiens verzorging zij krachtens wet verplicht is, in hulpeloze toestand brengen, meermalen gepleegd;
4.
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over haar gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefent, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
hijra, echter persoonlijke
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
een gedeelte, groot 15 (vijftien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
niet-ontvankelijkin de vordering.