Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 oktober 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
inghimasi(zelfmoordcommando) bij Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL). Op basis van de op het aanmeldformulier opgenomen informatie is door de MIVD vastgesteld dat dit eiser betreft.
inghimasi. Niet is bewezen dat sprake is (geweest) van deelneming aan – kort gezegd – een terroristische organisatie. [3] Het door eiser tegen dit arrest ingediende beroep in cassatie is door de Hoge Raad verworpen. [4] Daarmee staat eisers strafrechtelijke veroordeling in rechte vast.
Beoordeling door de rechtbank
Code de la Nationalité Marocaine, waarin staat dat een kind door geboorte uit een Marokkaanse vader of moeder de Marokkaanse nationaliteit verkrijgt. In het verzoek van 3 september 1990 tot naturalisatie van de moeder van eiser staat dat zij de Marokkaanse nationaliteit bezit. In het verzoek wordt eiser niet uitgezonderd. Eiser heeft niet aangetoond dat hij de Marokkaanse nationaliteit niet (meer) bezit of is verloren. De rechtbank leest in het dossier ook geen aanwijzingen die daarop duiden. Dat van eiser een actieve handeling noodzakelijk zou zijn ter verkrijging van bevestiging van de Marokkaanse autoriteiten dat hij de Marokkaanse nationaliteit bezit, zoals een paspoort, betekent niet dat hij deze nationaliteit niet bezit. Eiser heeft ook niet onderbouwd dat hij niet terug kan keren naar Marokko en de Marokkaanse autoriteiten hem niet als onderdaan beschouwen. Dat maakt dat het beroep van eiser op een memorandum van de Raad van Europa voor zijn stelling dat hij de facto staatloos is geworden, niet opgaat. Bovendien staat de vraag of eiser wordt toegelaten tot Marokko los van de vraag of hij door de intrekking staatloos is geworden. [7]
Dat eiser lang, sinds 1991, de beschikking heeft gehad over de Nederlandse nationaliteit, maakt dat niet anders. Verweerder heeft voorop kunnen stellen dat eiser onherroepelijk is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf, een misdrijf dat tot de zwaarste categorie van misdrijven wordt gerekend. Dat brengt in beginsel met zich dat de band tussen eiser en Nederland niet langer kan bestaan. Verweerder heeft niet ten onrechte gemeend dat, gelet op de aard en de ernst van de gepleegde feiten en het te beschermen belang, de intrekking van het Nederlanderschap en daarmee het verlies van het Unieburgerschap niet onevenredig is. Niet ten onrechte is opgemerkt dat de feiten waarvoor eiser is veroordeeld, geen blijk geven van een warme band met het Unieburgerschap en alles waar dat voor staat. Met de intrekking van het Nederlanderschap wordt tot uitdrukking gebracht dat deze band is verbroken. Deze intrekking is in beginsel gerechtvaardigd, omdat eiser zelf door zijn gedrag dat tot de veroordeling heeft geleid deze band met Nederland heeft “opgezegd”. Intrekking van het Nederlanderschap is dan, ook in het geval van eiser, een geschikte en noodzakelijke maatregel. Dat eiser niet misdrijven als
inghimasiheeft voltooid, doet daar niet aan af. In de strafrechtelijke veroordeling is dit aspect immers betrokken. Verweerder heeft in het bestreden besluit terecht gesteld dat er geen alternatieve maatregel is met hetzelfde effect, terwijl eiser zijn stelling dat dit alternatief wel bestaat, zoals gezegd, niet nader heeft geconcretiseerd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. A. Dingemanse, leden, in aanwezigheid van N.S.J. Letschert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2023.
Informatie over hoger beroep
Bijlage
Relevante wettelijke bepalingen
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden(EVRM) heeft een ieder recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Op grond van het tweede lid is geen inmenging van enig openbaar gezag toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(Handvest) heeft eenieder recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie.
Rijkswet op het Nederlanderschap(RWN) kan onze Minister het Nederlanderschap intrekken van de persoon die onherroepelijk is veroordeeld wegens een misdrijf als bedoeld in de artikelen 83, 134a of 205 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (Sr).
Besluit verkrijging en verlies van het Nederlanderschap (BVVN)houdt Onze Minister bij zijn besluit tot intrekking van het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, van de Rijkswet onder meer rekening met: