In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2023, beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseres tegen de correcties van het aantal uren speur- en ontwikkelingswerk (S&O) dat door de minister van Economische Zaken en Klimaat is toegekend. De rechtbank behandelt vier zaken, genummerd ROT 21/6319, ROT 21/6321, ROT 21/6323 en ROT 21/6324, waarin eiseres bezwaar maakt tegen de correctie-S&O-verklaringen en de opgelegde boetes. De rechtbank concludeert dat de correcties van het aantal S&O-uren naar nul terecht zijn, omdat de administratie van eiseres niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank oordeelt echter dat de cumulatie van de boetes over vier jaren onevenredig is en verlaagt deze met 50% en vervolgens met nog eens 10% vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank vernietigt de besluiten van de minister voor wat betreft de hoogte van de boetes en herroept de primaire besluiten in dat opzicht. Eiseres krijgt ook een vergoeding van het griffierecht en proceskosten.