ECLI:NL:RBROT:2022:10030

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
ROT 21/6087
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzetuitspraak tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens misbruik van recht

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 21 november 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, die eerder beroep had ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een openbaarmakingsverzoek door de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JJR), had verzet aangetekend tegen de uitspraak van 16 maart 2022 waarin zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de opposant zich met zijn verzet schuldig maakte aan misbruik van recht. De verzetrechter deed uitspraak zonder zitting en verwees naar eerdere rechtspraak waarin de opposant betrokken was, waarbij ook al was geoordeeld dat hij misbruik maakte van zijn procesrecht door vele openbaarmakingsverzoeken in te dienen. De opposant had in zijn verzet aangevoerd dat er sprake was van 'fascistische rechtspraak' en dat de menselijke maat zoek was, omdat de naam van de rechter voorafgaand aan de uitspraak niet bekend was gemaakt. De rechtbank verklaarde het verzet niet-ontvankelijk en legde geen proceskostenveroordeling op, omdat er geen aanleiding was om af te wijken van de eerdere uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/6087
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2022 als bedoeld in artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzet van

[Naam], te [Plaats], opposant,

tegen de uitspraak van de rechtbank van 16 maart 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:1866) in het geding tussen opposant en Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JJR), over een beroep wegens niet tijdig beslissen.

Inleiding

1. Opposant heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een openbaarmakingsverzoek door JJR.
2. De rechtbank heeft op 16 maart 2022 bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
3. Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.

Beoordeling

4. De verzetrechter doet uitspraak zonder zitting. Voor de motivering wijst de verzetrechter op eerdere rechtspraak waarbij opposant partij was (ECLI:NL:CRVB:2022:105 en ECLI:NL:RBROT:2020:9821). Voorts merkt de verzetrechter op dat hij ambtshalve bekend is met de schorsing van het onderzoek ter zitting op 14 oktober 2022 in een andere zaak van opposant, omdat opposant zonder toestemming geluidsopnamen maakte tijdens de zitting.
5. In de uitspraak waartegen verzet is gedaan, is het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposant wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering heeft de rechtbank gewezen op eerdere uitspraken in procedures tussen partijen. Voorts heeft de rechtbank opposant veroordeeld in de proceskosten van JRR wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door opposant.
6. Opposant heeft in verzet aangevoerd dat sprake is van fascistische rechtspraak, mede omdat tevoren de naam van de rechter niet bekend is. Voorts heeft opposant aangevoerd dat de menselijke maat zoek is.
7. De verzetrechter ziet aanleiding het verzet niet-ontvankelijk te verklaren omdat opposant zich niet alleen bij het instellen van beroep wegens niet tijdig beslissen, maar zich ook met het doen van verzet schuldig maakt aan misbruik van recht (vgl. ECLI:NL:RBROT:2020:9821). De verzetrechter volstaat met een verwijzing naar eerdere rechtspraak tussen partijen waarin is geoordeeld dat opposant zich met zijn vele openbaarmakingsverzoeken aan JRR schuldig maakt aan misbruik van recht (ECLI:NL:RVS:2017:3310; ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ECLI:NL:RVS:2019:1655).
8. Voor een proceskostenveroordeling in afwijking van de aangevochten uitspraak bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Bedee, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 21 november 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.