ECLI:NL:RBROT:2022:1866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
ROT 21/6087
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens misbruik van recht en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op een openbaarmakingsverzoek. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen ontheffing van het griffierecht kan krijgen wegens misbruik van recht. Dit betekent dat eiser in verzuim is om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken in procedures tussen dezelfde partijen ter onderbouwing van haar beslissing.

Daarnaast heeft de rechtbank eiser veroordeeld in de proceskosten van verweerder, zoals door verweerder was verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door eiser. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door rechter E.B.J. van Elden, in aanwezigheid van griffier R. Stijnen, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/6087
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2022 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[Naam], te [Plaats], eiser,

en

Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een openbaarmakingsverzoek.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht. De griffier heeft vooralsnog afgezien van het heffen van griffierecht.

Overwegingen

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
2. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op eerdere uitspraken in procedures tussen partijen (bijv. ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ECLI:NL:RVS:2019:1655).
3. De rechtbank veroordeelt eiser in de proceskosten van verweerder, zoals door verweerder is verzocht, omdat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door eiser. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het verweerschrift met een waarde per punt van € 759 en wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt eiser in de proceskosten van verweerder tot een bedrag van € 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 16 maart 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.