Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..[eiseres I] (Spanje), eiseres I,
1..de Minister voor Medische Zorg,
(bijv. ABRvS 18 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1301 en CBb 29 maart 2018, ECLI:NL:CBB:2018:165). Indien, zoals hier het geval is, de juistheid van deze waarnemingen gemotiveerd wordt betwist, ligt het evenwel op de weg van het bestuursorgaan om zich in het kader van zijn besluitvorming van die juistheid te vergewissen. Daarbij zal doorgaans van belang zijn de wijze waarop de bedoelde waarnemingen in het proces-verbaal of rapport van bevindingen zijn weergegeven en onderbouwd, alsmede de aard van de waarneming en daarbij in het bijzonder in welke mate die waarneming waarderende elementen kent (bijv. CBb 13 maart 2007, ECLI:NL:CBB:2007:BA1577 en CBb 2 april 2013, ECLI:NL:CBB:2013:BZ8261).
In artikel 8, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (BBL), zoals gewijzigd met ingang van 24 oktober 2006 (Stb. 2006/471), is bepaald dat het roken van eetwaren uitsluitend mag geschieden met rook, verkregen uit hout of houtachtige gewassen in onbehandelde staat, onder de voorwaarde dat de waar hierdoor de kenmerkende geur-, kleur- en smaakeffecten van het rookproces verkrijgt.
De inspecteurs mogen deskundig worden geacht op het gebied van vis en geen van hen heeft de kenmerkende rookgeur waargenomen. Nu de door eiseressen uitgevoerde onderzoeken niet zijn verricht op het door verweerders bemonsterde stuk tonijn, geven deze onderzoeken evenmin aanleiding te twijfelen aan de juistheid van voormelde bevindingen. Bovendien is niet alleen het ontbreken van een rookgeur, maar ook de helderrode, niet voor gerookte producten gebruikelijke, kleur van de tonijn door de Minister aan de overtreding ten grondslag gelegd.
0,2 mg/kg de verdenking van fraude gerechtvaardigd. Nu naast het ontbreken van de kenmerkende geur en kleur van een gerookt product, het gehalte aan CO in de tonijn dermate hoog was dat dit volgens de deskundigen wel aan het product moet zijn toegevoegd, staat naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate vast dat de in de tonijn aangetroffen CO daaraan als levensmiddelenadditief is toegevoegd. Dit is in strijd met artikel 4, eerste lid, van Vo 1333/2008, in samenhang gelezen met artikel 2, tweede lid, van het Warenwetbesluit additieven. De Minister was derhalve bevoegd [afkorting naam eiseres II] , als eigenaar van de tonijn, daarvoor te beboeten. [afkorting naam eiseres II] heeft geen gronden tegen de hoogte van de boete aangevoerd. De rechtbank acht een boete ter hoogte van € 525,- niet te hoog.
Verder heeft de Minister wel kans gezien om na zitting alsnog bezwaar te maken tegen het opvoeren van de kosten voor tolken, maar heeft hij daarbij geen inhoudelijke reactie gegeven op de hoogte van die kosten zodat die conform het Bpb zullen worden vastgesteld. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder c, van het Bpb wordt het bedrag aan kosten voor tolken bepaald op basis van een tarief van € 44 per uur en € 1 per gereisde kilometer.
De zitting heeft, inclusief de tijd die benodigd was om de beeld- en geluidverbinding met Spanje en de Verenigde Staten te testen, 6 uren geduurd. Vanwege de lengte van de zitting waren er twee tolken vereist, zodat het aantal uren zal worden verdubbeld. Het aantal gereisde kilometers is niet gespecificeerd. Gelet hierop zal het bedrag aan kosten voor tolken worden vastgesteld op een bedrag van (2 x 6 x € 44 =) € 528,-.
Beslissing
- verklaart het beroep van [afkorting naam eiseres I] gegrond;
- vernietigt bestreden besluit I en verklaart het bezwaar van [afkorting naam eiseres I] ongegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat de NVWA aan [afkorting naam eiseres I] het door haar betaalde griffierecht van € 345,- vergoedt;
- veroordeelt de NVWA in de proceskosten van [afkorting naam eiseres I] tot een bedrag van € 1.596,-.
- verklaart de beroepen van [afkorting naam eiseres II] ongegrond.