ECLI:NL:RBROT:2021:2925
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking van boetebesluiten door de Autoriteit Financiële Markten en de gevolgen van matiging in hoger beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van [verzoeker] en [verzoekster] tegen de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM had besloten om boetebesluiten van 6 april 2017 openbaar te maken, waarbij aan [verzoeker] en [verzoekster] bestuurlijke boetes waren opgelegd. [Verzoeker] en [verzoekster] maakten bezwaar tegen deze openbaarmaking en vroegen de voorzieningenrechter om de besluiten te schorsen. De rechtbank oordeelde dat de AFM bevoegd was om de besluiten openbaar te maken, ook al waren onderdelen van de boetebesluiten herroepen of vernietigd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). De voorzieningenrechter benadrukte dat de openbaarmakingsverplichting niet beperkt is tot de onderdelen van het besluit die in stand zijn gebleven, en dat het publiek recht heeft op een compleet en transparant beeld van het dossier. De rechtbank wees de verzoeken om voorlopige voorziening af en oordeelde dat de AFM de proceskosten van [verzoeker] en [verzoekster] diende te vergoeden, evenals het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.