Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 maart 2019 in de zaken tussen
Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft als beheerder van het [fonds] in 2012 een FSO gesloten met [naam beheerder]. Deze FSO komt er in de kern op neer dat eiseres in strijd met haar verplichtingen als vergunninghouder haar vergunning voor het uitvoeren van het beheer van het [fonds] heeft uitgeleend aan [naam beheerder]. Eiseres heeft het [fonds] onder haar vergunning laten inschrijven bij de AFM en het dagelijks beleid over dat beheer, de operationele aansturing en uitvoering van de werkzaamheden van haar nevenvestiging [onderneming], volledig uit handen gegeven aan personen die een (substantieel) belang hadden in [naam beheerder] of de hieraan gelieerde financiële dienstverlener [entiteit]. Eiseres heeft het mandaat ten aanzien van het [fonds] geheel losgelaten en was niet, althans onvoldoende in control over haar nevenvestiging [onderneming]. Het vertrouwen in de financiële markten kan door deze handelswijze worden geschaad, omdat cliënten en het publiek in het algemeen ervan mogen uitgaan dat een vergunninghoudende beheerder van een beleggingsinstelling als eiseres zich niet laat gebruiken als stroman. [Onderneming] viel als nevenvestiging volledig onder de verantwoordelijkheid van eiseres. Onder de vergunning van eiseres hebben verschillende wetsovertredingen plaats gevonden. Eiseres is niet tegengegaan dat bij de activiteiten met betrekking tot het beheer van het [fonds] en de verkoop van de deelnemingsrechten stelselmatig wetsovertredingen hebben plaatsgevonden. Zij is verantwoordelijk voor schendingen van alle wetsovertredingen onder haar vergunning anders zou de betekenis van het vergunningstelsel uit de Wft ernstig worden aangetast. Eiseres heeft bewust het risico genomen dat personen over wie zij onvoldoende zeggenschap had onder de vlag van haar [onderneming] Wft-normen zouden overtreden en daarmee zijn die overtredingen eiseres te verwijten.
Beslissing
- verklaart het beroep (ROT 16/1306) gericht tegen de aanwijzing niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen (ROT 18/1767 en ROT 18/1768) gericht tegen de bestuurlijke boetes ongegrond.