2.2.Verweerder heeft in ROT 20/3109 zijn besluit gebaseerd op het rapport van bevindingen gedateerd 12 september 2017 van een controle op 8 september 2017 bij het slachthuis [naam slachthuis] te [vestigingsplaats slachthuis], dat is opgemaakt door een toezichthoudende dierenarts van de NVWA met toezichthoudernummer [nummer]. De toezichthouder schrijft in het rapport onder meer het volgende:
“Datum en tijdstip van de bevindingen: vrijdag 08-09-2017, omstreeks 17.00 uur.
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 17.06 uur in de panklaarafdeling op het keurbordes van [naam slachthuis] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 4 van mester “[naam eiser]”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens en bij navraag aan de chef panklaar, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk afkomstig waren van dit koppel. Ik zag veel dieren met letsel waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren.
Bij hetzelfde koppel geslachte dieren zag ik bij 625 karkassen 20 karkassen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm van de vleugels en een enkele looppoot en 12 fracturen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm van voornamelijk de vleugels. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangploeg.
In totaal heb ik van bovengenoemde koppel 2 tellingscontroles van 2 minuten naar vangletsel uitgevoerd. Tussen de controles zat een tijdsbestek van 34 minuten. Ik telde bij de eerste telling 12 en bij de tweede telling 7 dieren met vangletsel. Bij een bandsnelheid van 7500 dieren per uur, zag ik dus 2 maal 250 kuikens voorbij komen en kwam ik op een gemiddelde score van 3,8% letsel, bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen van de vleugels en looppoten en fracturen van de vleugels. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL – 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimveeslachthuis.
Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren.
Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel.
De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door de vangploeg onnodige pijn en ernstig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Bij dit rapport zijn een VKI-formulier en twee foto’s als bijlagen opgenomen.
3. Eiser voert in beide zaken aan dat de NVWA een willekeurige steekproef heeft uitgevoerd. In dit geval ontbreekt een juridische onderbouwing van de boete. Eiser verwijst in dit kader naar een aantal internetartikelen van Pluimveeweb.nl.
Eiser bestrijdt stellig dat de door de toezichthouder geconstateerde letsels als beschreven in het boeterapport allemaal door het vangen zijn gekomen. De betreffende toezichthouder kan niet garanderen dan wel uitsluiten dat er in het hele aanvoertraject geen onregelmatigheden meer hebben plaatsgevonden. Het is onduidelijk hoe er letsel kan ontstaan aan de vleugels, nu de vleeskuikens worden gevangen door een IKB-PSB gecertificeerd pluimveeservicebedrijf.
Eiser trekt de deskundigheid van de toezichthoudende dierenarts met toezichthoudernummer [nummer] met betrekking tot de kennis en kunde rond het vangen en transporteren van de vleeskuikens naar de slachterij in twijfel. Het kan zo zijn dat de kippen tijdens het traject van het vangen tot de aankomst op de slachterij schrik of stress hebben ervaren. Bijna in alle gevallen reageert een kip hierop door te gaan fladderen en met de vleugels te gaan slaan. Hierdoor kunnen bloeduitstortingen bij het dier ontstaan. Er zijn zeven momenten te noemen waarop bij de kip letsel kan ontstaan. De door verweerder gehanteerde werkwijze kan een indicatie geven, maar vormt geen gegronde reden voor het opleggen van een boete.
Met deze waarnemingen kan de toezichthouder nooit de kleur rood herleiden tot het moment van het veroorzaken van het letsel om de eenvoudige reden dat er tussen 2 en 720 minuten erg veel momenten zijn waarin de schade veroorzaakt is.
Volgens eiser heeft verweerder onjuiste conclusies getrokken uit de geconstateerde feiten. Er zullen werkbare, reële afspraken moeten worden gemaakt en er zal een representatieve controlemethode moeten komen. Ingeval van voetzoollaesies is dit wel goed geregeld, aldus eiser.