1.2.Eiseressen zijn levensmiddelenbedrijven die vleeswaren in de handel brengen. Nadat eiseressen naar aanleiding van eerdere inspectiebezoeken door NVWA schriftelijk waren gewaarschuwd, zijn zij opnieuw bezocht. Naar aanleiding van de herhaalde inspectiebezoeken in 2017 en 2018 zijn eiseressen door verweerder beboet vanwege het toevoegen van additieven aan vleesbereidingen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden als gesteld in Bijlage II van Verordening (EG) nr. 1333/2008. Eiseressen zijn opgekomen tegen deze opgelegde (en gehandhaafde) bestuurlijke boetes. VNV en enige vleesproducenten, waaronder [A], [D] en [F], hebben voorts de Staat der Nederlanden gedagvaard in kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. De zaak is ter zitting op 29 maart 2018 (C/09/530744/HA ZA 17 - 420) doorgehaald nadat partijen – met inachtneming van bepaalde procesafspraken – het er over eens zijn geworden dat eerst de bestuursrechtelijke weg zal worden gevolgd.
Wetgeving, onderzoek en besluitvorming
2. De van toepassing zijnde Europese en nationale regels en delen uit de “Leidraad voor de toepassing van een aantal bepalingen van Verordening nr. 853/2004” (de Leidraad) zijn opgenomen in een bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
3. Op 16 oktober 2017 hebben toezichthouders van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [A] in [Plaats]. [A] brengt als levensmiddelenbedrijf [carpaccio] en [ossenworst] in de handel. In het naar waarheid opgemaakte rapport van bevindingen van 27 oktober 2017 van een van de toezichthouders is onder meer vermeld dat blijkens verklaringen van de manager, de productiewijze, de productspecificatie van Nitrietpekelzout 0,85% en de lijsten van ingrediënten (afbeeldingen van etiketten zijn bij het rapport gevoegd) aan de carpaccio en de ossenworst nog steeds additieven toe worden gevoegd die voor deze vleesbereiding niet zijn toegestaan. Aan de carpaccio worden namelijk conserveermiddel E 250 (natriumnitriet) en stabilisator E 450 (difosfaten) toegevoegd. Aan de ossenworst wordt eveneens E 250 toegevoegd. In het rapport is voorts uiteengezet dat de toezichthouders, gelet op het productieproces dat bestaat uit het verkleinen en mengen van toevoegingen aan het vlees, menen dat ten aanzien van beide waren sprake is van vleesbewerking en niet van een vleesproduct. Bij besluit van 22 december 2017 is aan [A] – onder meer – een bestuurlijke boete van € 1.050 opgelegd. Bij bestreden besluit 1 heeft verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het versnijden en fijnhakken van vers vlees geen verwerkingen behelzen en dat toevoegen van kruiden niet kan worden beschouwd als marineren, omdat met marineren niet slechts smaak wordt toegevoegd, maar proteïnen in het spierweefsel worden gedenatureerd waardoor de inwendige spierweefselstructuur verandert en de kenmerken van vers vlees op het snijvlak niet meer herkenbaar zijn.
4. Op 6 juli 2017 heeft een buitengewoon opsporingsambtenaar, tevens toezichthouder (de toezichthouder) van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [B] te [Plaats]. [B] brengt als levensmiddelenbedrijf [spekblokjes] in de handel. In het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van 2 november 2017 is te lezen dat de toezichthouder uit de receptuur en de verklaringen van de productiemanager bleek dat [B] aan de spekblokjes nog steeds pekel met nitriethoudend zout toevoegt (als bijlage bij het proces-verbaal is de receptuur toegevoegd), terwijl nitriet een voor vleesbereiding verboden additief is. De toezichthouder heeft uiteengezet dat rauw spek met toevoegingen wordt gezien als vleesbewerking en niet als een vleesproduct. Bij besluit van 22 december 2017 is [B] een bestuurlijke boete van € 525 opgelegd. Bij bestreden besluit 2 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het toevoegen van pekel en het vervolgens gedurende twee uur roken van de spekblokjes op een gematigde temperatuur niet tot gevolg kan hebben dat het vlees volledig tot de kern van het snijvlak van zijn versheidskenmerken wordt ontdaan, omdat de binnenzijde van het spek rauw blijft. Hoewel roken op zich een verwerking is in de zin van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder m, van Verordening nr. 852/2004, heeft de korte duur van roken volgens verweerder niet tot gevolg dat de speerweefselstructuur verloren gaat of verandert, wat een van de voorwaarden is om van een vleesproduct te kunnen spreken.
5. Op 18 mei 2017 hebben toezichthouders van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [C] te Eersel. [C] brengt [carpaccio] in de handel. In het naar waarheid opgemaakte rapport van bevindingen van 15 juni 2017 is vermeld dat blijkens de lijst van ingrediënten van de carpaccio nog steeds een voor vleesbereiding verboden additief toe wordt gevoegd, namelijk kleurstof E 160c (paprika-extract), omdat paprika-extract alleen is toegestaan in merguez-achtige producten. In het rapport is uiteengezet dat het productieproces, bestaande uit het verkleinen van het rundvlees en het mengen van toevoegingen niet kan leiden tot een vleesproduct, zodat sprake is van vleesbewerking. Voorts is in het rapport vermeld dat in de lijst van ingrediënten van de carpaccio “kleurstof (caroteen, E 150)” (afbeeldingen van het boven- en onderetiket zijn bij het rapport gevoegd) werd vermeld. Carotenen zijn nummer E 160a, terwijl karamel nummer E 150 is. Blijkens de productspecificaties werd niet de kleurstof E 150 toegevoegd. De rapporterende toezichthouder heeft hieruit afgeleid dat de voedselinformatie misleidend was. Bij besluit van 15 december 2017 heeft verweerder [C] beboet tot een bedrag van € 1050 wegens toevoeging van een verboden additief aan de carpaccio en wegens misleidende voedselinformatie. Bij bestreden besluit 3 is heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het toevoegen van kruiden, sauzen of andere levensmiddelen niet kan worden beschouwd als marineren. Ten aanzien van de voedselinformatie heeft verweerder zijn standpunt gehandhaafd dat door vermelding op het etiket van een onjuist E-nummer sprake is van misleidende voedselinformatie.
6. Op 19 oktober 2017 hebben toezichthouders van NVWA wederom een herinspectie uitgevoerd bij [C] te Eersel. Van de inspectie is naar waarheid rapport opgemaakt op 26 oktober 2017. Aan de hand van de productspecificatie en verklaringen van de manager is vastgesteld dat aan de [carpaccio] de verboden additieven antioxidant E 392 en emulgator E 472c werden toegevoegd. Aan de hand van de productspecificatie en verklaringen van de manager is voorts vastgesteld dat aan de [Filet Americain] de voor vleesbereiding verboden additieven antioxidant E 392, emulgator E 472c en smaakversterker E 621 werden toegevoegd. In het rapport is voorts uiteengezet dat de toezichthouders, gelet op het productieproces, menen dat ten aanzien van beide waren sprake is van vleesbewerking en niet van vleesproducten. Bij besluit van 22 december 2017 is aan [C] een bestuurlijke boete van € 525 opgelegd. Bij bestreden besluit 4 heeft verweerder zich net als in bestreden besluit 3 op het standpunt gesteld dat het toevoegen van kruiden, sauzen of andere levensmiddelen niet kan worden beschouwd als marineren.
7. Op 12 maart 2018 hebben toezichthouders van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [D] te [Plaats] in de provincie Gelderland. [D] brengt diverse soorten rundercarpaccio in de handel. Van de inspectie is naar waarheid rapport opgemaakt op 18 april 2018. Uit het etiket van een van de rundercarpaccio’s (afbeelding is bij het rapport gevoegd) bleek de toezichthouders dat nog steeds een aantal (voor carpaccio) voor vleesbereiding verboden additieven werd toegevoegd, namelijk conserveermiddelen E 250 (natriumnitriet) en E 252 (kaliumnitraat). Uit het rapport komt naar voren dat het rundvlees wordt vermalst en geïnjecteerd met pekel. Daarna worden andere ingrediënten toegevoegd. Vervolgens wordt het vlees gemodelleerd in kunstdarmen en in zakken vacuüm verpakt. Na zeven tot negen dagen rijpen wordt het vlees ingevroren. Blijkens het rapport is de rundercarpaccio (eerder) vergeleken met een product dat uitsluitend was vermalst. Bij vergelijking met het snijvlak van de ontdooide en vermalste grondstof rundvlees was kleurverschil zichtbaar, de paal rundercarpaccio was roder en steviger. Dit zou komen door de toegevoegde additieven die voor een rode kleur en waterbinding zorgden. Afgezien van de rodere kleur en stevigere consistentie zag de rundercarpaccio er echter nog als rauw vlees uit en waren de eigenschappen van vers vlees op het oog niet verdwenen. Op grond daarvan heeft de NVWA eerder geconcludeerd dat de door [D] geproduceerde rundercarpaccio een vleesbereiding is, aldus het rapport van 18 april 2018. Bij bestreden besluit 5 tot oplegging van een bestuurlijke boete van € 1.050 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat dit proces geen ingrijpende verwerking behelst, zodat sprake is van vleesbereiding en niet van een vleesproduct.
8. Op 16 april 2018 heeft een toezichthouder van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [E] te [Plaats]. [E] brengt [worst] in de handel. Van de inspectie is naar waarheid rapport opgemaakt op 18 april 2018. Vastgesteld is dat aan rauw gemengd varkensvlees zout en additieven worden toegevoegd en dat als conservering melkzuur E 270 wordt toegevoegd. Dit is volgens de toezichthouder vleesbereiding. Tevens werden volgens de receptuur nog steeds de voor vleesbereiding verboden additieven E 250 (natriumnitriet), E 160c (paprika-extract) en E 621 (monosodiumglutamate) toegevoegd (afbeelding van het etiket is bij het rapport gevoegd). Bij bestreden besluit 6 tot oplegging van een bestuurlijke boete van € 1.050 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat dit proces geen ingrijpende verwerking behelst, zodat sprake is van vleesbereiding en niet van een vleesproduct.
9. Op 30 januari 2018 heeft een toezichthouder van NVWA naar aanleiding van een eerdere waarschuwing een herinspectie uitgevoerd bij [F] te [Plaats]. [F] brengt verschillende soorten filet americain, ossenworst en steak tartare in de handel. Van de inspectie is op 2 februari 2018 naar waarheid rapport opgemaakt. Alle drie de soorten vlees starten volgens het rapport met hetzelfde productieproces. Het vlees wordt gesneden, er worden mixen door het vlees gemengd, waarna het mengsel wordt gemalen. Daarna worden er nog andere mixen door gemengd. Vervolgens wordt de ossenworst afgevuld in een darm en worden de [Filet Americain] en de [Tartaar] afgevuld in plastic bakjes, begast en gesealed. De toezichthouder zag volgens het rapport dat bij alle drie de waren na het bereidingsproces op het snijvlak de kenmerken van vers vlees niet verdwenen waren. Vastgesteld is verder dat aan deze producten nog steeds het voor vleesbereiding verboden additief E 250 (natriumnitriet) werd toegevoegd (afbeelding van etiketten en van productspecificaties zijn bijgevoegd). Bij bestreden besluit 7 tot oplegging van een bestuurlijke boete van € 1.050 heeft verweerder zich op het stanpunt gesteld dat met het versnijden van het vlees op het snijvlak de kenmerken van vers vlees niet verdwenen waren, zodat sprake is van vleesbereiding en niet van een vleesproduct.
10. [C] heeft ter zitting aangegeven de boeteoplegging inzake overtreding van artikel 2, zesde lid, van het Warenwetbesluit informatie in verbinding met artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 (misleidende voedselinformatie) niet (langer) te bestrijden. De rechtbank zal hierna de beroepsgronden van eiseressen inzake overtreding van artikel 2, tweede lid, van het Warenwetbesluit additieven in verbinding met artikel 4, eerste lid, of artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1333/2008 en de boeteoplegging ter zake daarvan beoordelen. Daarbij zal de rechtbank de gronden die eiseressen hebben aangevoerd zoveel mogelijk gevoegd beoordelen. De gronden komen er in de kern op neer dat eiseressen het niet eens zijn met de uitleg die verweerder aan bepaalde bepalingen en begrippen heeft gegeven en evenmin met de wijze waarop de NVWA bij de inspecties en verweerder bij zijn besluitvorming invulling heeft gegeven aan de onderzoeksplicht.
11. Voor zover eiseressen betogen dat de primaire verantwoordelijkheid voor de kwalificatie van het product bij de producenten ligt, zodat verweerder niet bevoegd is om de producten als vleesbereidingen te kwalificeren in weerwil van de kwalificatie die eiseressen daar aan geven, kunnen zij in dit betoog niet worden gevolgd. De omstandigheid dat het Unierecht het aan de levensmiddelensector overlaat hoe de hygiënevoorschriften in de praktijk worden nageleefd en exploitanten van levensmiddelenbedrijven daartoe procedures aan de hand van de zogenoemde HACCP- principes moeten inrichten laat onverlet dat NVWA bevoegd en gehouden is toezicht te houden op naleving van de voorschriften door exploitanten van levensmiddelenbedrijven. De rechtbank wijst in dit verband op de twaalfde overweging van de Considerans bij Verordening (EG) nr. 852/2004, artikelen 2, eerste lid, aanhef en onder d, en 6, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste en tweede lid, aanhef en onder a, van Verordening (EG) nr. 882/2004 en artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a en b, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. De door eiseressen aangehaalde uitspraken – het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) in de zaak Preissl van 6 oktober 2011 (ECLI:EU:C:2011:638) en de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 24 november 2015 (ECLI:NL:CBB:2015:398) – doen hier niet aan af. Daaruit volgt slechts dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor de voedselveiligheid, niet dat dit in de weg staat aan het houden van toezicht door de nationale autoriteiten.