Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde] ,
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 14 februari 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 11 juni 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 27 september 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
duistere lening van een vage Luxemburgse club betreft en illusoir is”, is niet onderbouwd, zodat hieraan voorbij wordt gegaan. [gedaagde] en Bonito hebben er voorts op gewezen dat de surseance van betaling van Daweko pas op 4 juli 2017, ruim na het aanbieden van de garantie, is aangevraagd. Dat was nadat duidelijk werd dat Biomass de betaling had uitgesteld tot september 2017 en dat de kredietverstrekker als gevolg daarvan de kredietovereenkomst niet nakwam. De kantonrechter is van oordeel dat op basis van de door Yasbouw gestelde feiten en omstandigheden niet kan worden aangenomen dat [gedaagde] en Bonito hebben bewerkstelligd of toegelaten dat de betalingsverplichting jegens Yasbouw niet is nagekomen.