In deze zaak heeft eiser verzocht om een schadevergoeding van € 1,- wegens schade die zou zijn ontstaan door verondersteld onrechtmatig handelen in het kader van een zorgtrajectplan uit 2009. De rechtbank Rotterdam heeft op 16 januari 2015 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek van eiser werd afgewezen. De rechtbank overwoog dat toegang tot de bestuursrechter alleen openstaat indien de gestelde schade kan worden gerelateerd aan een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het zorgtrajectplan, dat door eiser was ondertekend, werd als een besluit beschouwd, maar de verdere gedragingen van de gemeenteambtenaar vielen buiten de toetsing van de bestuursrechter. De rechtbank stelde vast dat het zorgtrajectplan onherroepelijk was en dat er geen erkenning van onrechtmatigheid door de verweerder was, waardoor het verzoek om schadevergoeding niet kon worden toegewezen. Eiser had eerder een verzoek tot schadevergoeding ingediend, maar dit werd als prematuur beschouwd omdat er geen besluit voorlag. De rechtbank verklaarde het beroep wegens het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 15 juli 2014 ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Schoneveld, in aanwezigheid van mr. dr. R. Stijnen, griffier.