Uitspraak
[partij A 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 januari 2024;
- de incidentele vordering ex artikel 843a Rv, tevens houdende de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens houdende de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating productie.
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in de hoofdzaak en in het incident
4.4. Beoordeling van de vorderingen in de hoofdzaak en in het incident
Dexia stelt dat het gegeven beleggingsadvies naar het destijds geldende Europese recht niet vergunningplichtig was. In het vonnis van de rechtbank Overijssel van 22 juni 2021 (ECLI:NL:RBOVE:2021:2548), dat heeft geleid tot de hiervoor genoemde prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 10 juni 2022, heeft de rechtbank toegelicht, onder verwijzing naar een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 oktober 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:8462), dat en waarom geen sprake is van strijd met het toepasselijke Europese recht. Er is geen reden om thans anders te oordelen. De Hoge Raad heeft, zoals (de gemachtigden van) partijen bekend is, bepaald dat het moet gaan om een gepersonaliseerde aanbeveling, waarbij een aantal omstandigheden zijn genoemd, die bij de beoordeling daarvan van belang kunnen zijn. Ook indien niet wordt vastgesteld dat die omstandigheden zich voordoen, bestaat de mogelijkheid dat de tussenpersoon toch een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan als door de Hoge Raad bedoeld, namelijk een aanbeveling die is voorgesteld als geschikt voor de betrokken afnemer ook als dat onder omstandigheden als een ‘verkooppraatje’ kan worden gekarakteriseerd.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [partij A] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomsten en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
[partij A] is voor het eerst in contact gekomen met A-Z adviesgroep nadat [partij A 1] A-Z Adviesgroep had benaderd. [partij A] was namelijk in 2000 voor zichzelf begonnen als zzp'er en wilde advies inwinnen over sparen voor zijn pensioen en de studie van de kinderen. [partij A] heeft een advertentie van A-Z Adviesgroep gezien en telefonisch contact met A-Z Adviesgroep opgenomen. Naar aanleiding van dit telefonisch contact is er een afspraak voor een huisbezoek met een financieel adviseur ingepland. Vervolgens is er een financieel adviseur, [naam] (hierna: de adviseur), op huisbezoek bij [partij A] geweest. Tijdens het huisbezoek heeft de financieel adviseur geïnformeerd naar de financiële situatie en financiële wensen van [partij A] Zo is er gesproken over de woonsituatie, de gezinssituatie, het werk en het inkomen van [partij A] Daarbij kwam ter sprake de wens voor het opbouwen van pensioen en het regelen van een voorziening voor de studies van zijn kinderen. De adviseur gaf aan dat hij een geschikt product had om de doelstellingen van [partij A] te realiseren en adviseerde [partij A] om vier AEX Plus Effect overeenkomsten af te sluiten. De adviseur vertelde dat het gunstig zou zijn vier aparte overeenkomsten af te sluiten omdat de overeenkomsten dan afzonderlijk van elkaar beëindigd zouden kunnen worden. Op deze wijze zou [partij A] het gewenste vermogen opbouwen. De adviseur heeft zijn advies verder toegelicht aan de hand van handgeschreven rekenvoorbeelden waaruit zou blijken hoeveel rendement de AEX Plus Effect overeenkomsten zouden kunnen opbrengen. De adviseur heeft [partij A] niet geïnformeerd over de specifieke risico's. Zo heeft hij er niet op gewezen dat met de inleg de rentelasten voor een andere lening (de effectenleaseovereenkomsten) werden betaald en dat bij tegenvallende koersontwikkelingen, de inleg geheel verloren kon gaan en er bovendien een schuld kon ontstaan uit hoofde van de effectenleaseovereenkomsten. De adviseur vertelde [partij A] dat dit een uitstekende vorm van sparen was, geen risico's aan verbonden, maar wel een kans op een beter rendement dan gewoon sparen. De adviseur presenteerde het AEX Plus Effect product zelfs als een 'spaarproduct' gepresenteerd. Als [partij A] had geweten van de risico's, dan had hij de overeenkomsten nooit afgesloten. [partij A] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten. [partij A] heeft het advies van de adviseur, met vol vertrouwen in zijn deskundigheid, opgevolgd en heeft vier AEX Plus Effect overeenkomsten met elk een maandtermijn van NLG 100,- (NLG 400,- in totaal) afgesloten. Tijdens het huisbezoek heeft de adviseur de aanvraagformulieren ingevuld en vervolgens gefaxt naar Dexia. De overeenkomsten zijn per post aan [partij A] verstuurd door de adviseur. De adviseur heeft de ondertekende overeenkomsten naar Dexia verzonden.
[nummer 5],
- een viertal kopieën van de overeenkomsten van 3 april 2001 met contractnummers [nummer 1], [nummer 4], [nummer 2], [nummer 3] op naam van [partij A], alle genaamd ‘AEX Plus Effect Maandbetaling’ en voorzien van het adviseursnummer:
[nummer 5]-A-Z Adviesgroep B.V.,
- een kopie van een uittreksel van de Kamer van Koophandel van 20 april 2021 van A-Z Adviesgroep B.V., waarop onder ‘bedrijfsomschrijving’ ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten vermeld staat:
Het exploiteren van een assurantiebemiddelingsbedrijf alsmede het bemiddelen in financieringen. Beheer- en beleggingsmaatschappij.
€ 135,00