Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 29 augustus 2017 in de zaak tussen
[bedrijf], te [woonplaats] , gemachtigde: mr. M. Peeters (vergunninghoudster).
Rechtbank Oost-Brabant
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 29 augustus 2017, wordt de uitbreiding van een mestverwerkingsinstallatie in Asten behandeld. De rechtbank oordeelt over de verleende omgevingsvergunningen voor de uitbreiding van de mestverwerkingsactiviteit tot 80.000 ton per jaar, inclusief de bouw van een silo en erfverharding. Twee omwonenden en de Stichting Mens, Dier & Peel hebben beroep ingesteld tegen de vergunningen, waarbij zij zich vooral zorgen maken over geurhinder en de naleving van de Verordening Ruimte 2014 (VR2014). De rechtbank constateert dat de vergunninghouder niet voldoende heeft geborgd dat alleen Brabantse mest wordt verwerkt, wat in strijd is met de VR2014. Tevens oordeelt de rechtbank dat de vergunninghouder een bouwperceel van groter dan 1,5 hectare heeft vergund, wat ook in strijd is met de VR2014. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om de gebreken in de besluitvorming te herstellen, terwijl de besluiten gedeeltelijk worden geschorst. De rechtbank benadrukt dat de geurhinder van de mestverwerkingsinstallatie goed in kaart is gebracht en dat er geen indicaties zijn voor onaanvaardbare volksgezondheidsrisico’s. De uitspraak bevat ook een gedetailleerde beschrijving van het procesverloop, de betrokken partijen en de argumenten van eisers en verweerder.