Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 december 2014 in de zaak tussen
[vergunninghouder], te [woonplaats] (vergunninghouder), gemachtigde: mr. J. van Groningen.
Procesverloop
Overwegingen
VR 2014 omdat de vestiging van een bedrijf in milieucategorie 3 of hoger niet kan worden toegelaten in een gemengd landelijk gebied. Een hoefsmederij behoort tot milieucategorie 3.1.
VR 2014 omdat de beoogde ontwikkeling leidt tot twee zelfstandige bedrijven. Ruimtelijk en functioneel bestaat geen relatie tussen de horeca-inrichting en de hoefsmederij.
De rechtbank is van oordeel dat de ruimtelijke ontwikkeling van de hoefsmederij niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Maatgevend hiervoor acht de rechtbank dat de hoefsmederij van beperkte omvang is en op eigen terrein kan worden uitgeoefend en dat niet aannemelijk is dat de grenswaarden net betrekking tot geluidhinder in het Abm zullen worden overschreden indien een van de in het akoestisch onderzoek bij de melding ten behoeve van het Abm genoemde opties, wordt voorgeschreven. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat voor het laden en lossen van paarden in de avondperiode zowel de grenswaarden voor het langtijdgemiddelde als het maximale geluidniveau in het Abm van toepassing zijn. De rechtbank beperkt zich daarom tot een vernietiging van de voorschriften in bijlage 2 bij het bestreden besluit en verbindt de volgende voorschriften aan het besluit:
€ 487,- en een wegingsfactor 1). Tevens dient verweerder de reiskosten van eiseres (€ 18,94) te vergoeden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij in bijlage II voorschriften zijn gesteld;
- verbindt de volgende voorschriften aan het bestreden besluit:
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;