Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 april 2014
- de akte overlegging productie 201 van Alert
- de akte overlegging producties van Alert
- de akte overlegging producties van JBZ
- het proces-verbaal van comparitie van 13 maart 2015
- de incidentele conclusie inhoudende een vordering ex art. 843a Rv van Alert (genomen op de comparitie)
- de antwoordconclusie in het 843a Rv incident, tevens antwoordakte wijziging grondslag eis van JBZ
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte overlegging producties van Bernhoven
- het proces-verbaal van comparitie van 29 januari 2015
- de akte correctie, uitbreiding bewijsaanbod en bespreekpunten ten behoeve van de comparitiezitting van Atrium
- de akte overlegging aanvullende producties ten behoeve van de comparities van Atrium (met producties 87 tot en met 91)
- het proces-verbaal van comparitie van 5 februari 2015
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 12 februari 2015
2.De feiten (algemeen)
3.Het geschil
in conventie
4.Het rapport van Ernst & Young
5.Nadere feiten ten aanzien van JBZ
6.De beoordeling
indication” wijst er volgens het hof slechts op dat Alert en JBZ hebben onderkend dat het kunnen overgaan tot uitvoering van de fase van GoLive afhankelijk was van de stand van zaken met betrekking tot andere (eerdere te voltooien) onderdelen van het project. Ook andere citaten van Alert uit het Change Proposal deden volgens het hof niet af aan het fatale karakter van de milestones in dat stuk. De rechtbank neemt dit oordeel van het hof over.
7.Nadere feiten ten aanzien van Bernhoven
8.De vordering in reconventie
primair: voor recht te verklaren dat de tussen Bernhoven en Alert gesloten overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden;
9.De beoordeling in conventie en reconventie
10.Nadere feiten ten aanzien van Atrium
11.De vordering in reconventie
12.De beoordeling in conventie en in reconventie
bedoeld is ALERT; rechtbank).”
13.Nadere feiten ten aanzien van ZANOB
14.De vordering in reconventie van ZANOB
primair: voor recht te verklaren dat de tussen ZANOB en Alert gesloten overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden door ZANOB;
15.De beoordeling in conventie en in reconventie
Article 15. Liability
Article 9.1.9,
Article 5.6, Article 22.1or
Article22.2applies.”
Article 22(Termination) or by mutual consent. (…)”.
wildenakomen, moet dat worden verworpen. Uit de e-mail van 6 mei 2011 volgt dat Alert wel degelijk wilde nakomen, maar met het maken van een nieuwe planning wilde wachten totdat duidelijkheid bestond over de nieuwe planningen bij JBZ en Bernhoven. Uit de e-mail van 23 mei 2011 volgt dat ook ZANOB op die ontwikkelingen wilde wachten. Ook tijdens de daarop volgende onderhandelingen over de gezamenlijke actie van de ziekenhuizen, waarbij ZANOB zich in juli 2011 aansloot, heeft Alert geen mededelingen gedaan waaruit ZANOB mocht afleiden dat Alert niet meer wilde nakomen. Alert heeft alleen bezwaar gemaakt tegen de door de ziekenhuizen gestelde aanvullende voorwaarden, waarin niet was voorzien in de diverse raamovereenkomsten en die daarom alleen met instemming van alle betrokken partijen zouden kunnen gaan gelden. De omstandigheid dat Alert zich tegen deze voorwaarden verzette (althans op de door de ziekenhuizen verlangde wijze), betekent niet dat Alert niet bereid was haar in de raamovereenkomst opgenomen contractuele verplichtingen na te komen.
Article 9.1.9,
Article 5.6,
Article 22.1or
Article22.2applies.”
Article 5.2, the Client will be entitled to give written notice of termination of the Agreement, observing a notice period of one year.”
16.De beoordeling
17.De beoordeling van het verwijt over de gezamenlijke onrechtmatige daad
18.De beoordeling van het verwijt over mededelingen aan de pers
“Geen van beide partijen zal, zonder schriftelijke toestemming van de andere partij, in publicaties of reclame-uitingen over de inhoud van deze Overeenkomst of een Nadere Overeenkomst melding maken.”
“Neither of the Parties shall, without the written consent of the other Party, make statements in publications or advertising material about the content of this Agreement or a Further Agreement or Annex.”
Conform het contract moest Alert de geconstateerde tekortkomingen binnen 20 dagen oplossen, maar dat gebeurde niet.” en “
Volgens afspraak had Alert eind 2011 als ZIS/EPD volledig in de lucht moeten zijn. Dat was vanaf de ondertekening "binnen duizend dagen".” Atrium wijst erop dat niet voor alle onderdelen van het artikel duidelijk is wie de bron van de mededeling is, maar omdat het bij de mededelingen over het verbreken van het contract en de redenen daarvoor gaat om details die niet algemeen bekend zullen zijn geweest bij het personeel van Atrium, gaat de rechtbank er vanuit dat ook deze opmerkingen waren gebaseerd op mededelingen van de woordvoerder van Atrium. De rechtbank acht deze mededelingen echter geen wezenlijke schending van het geheimhoudingsbeding. Mede gelet op de tekst van de overige leden van artikel 20 van de raamovereenkomst gaat het hier wat betreft Alert om een beding dat beoogt de positie van Alert op de softwaremarkt te beschermen door geen gevoelige informatie aan derden te verstrekken waarvan derden zoals potentiële klanten en concurrenten van Alert zouden kunnen profiteren. De twee hiervoor aangehaalde opmerkingen in het artikel en de overige mededelingen betroffen niet dergelijke gevoelige informatie.
19.Conclusie in alle zaken
Ten aanzien van JBZ
20.De beslissing
21 september 2016voor het nemen van een nadere conclusie door Alert over hetgeen is vermeld onder 19.1 tot en met 19.5 en voor het nemen van een nadere conclusie door Atrium over hetgeen is vermeld onder 19.3, laatste zin,