ECLI:NL:HR:2007:BA7024
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over contractuele verplichtingen en onrechtmatig gebruik van beltegoed in telecomovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 oktober 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Vodafone Libertel N.V. en European Trading Company C.V. (ETC) over contractuele verplichtingen en het onrechtmatig gebruik van beltegoed. Vodafone had ETC gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij zij vorderingen had ingesteld op basis van contractuele schendingen en onrechtmatige daad. De rechtbank had in eerste instantie de vorderingen van Vodafone afgewezen, maar in reconventie had zij Vodafone veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan ETC. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigde echter de vonnissen van de rechtbank in conventie en verklaarde dat ETC in strijd had gehandeld met haar contractuele verplichtingen jegens Vodafone. Vodafone had in de periode van 2000 een actie gevoerd waarbij klanten extra beltegoed konden ontvangen, maar ETC had dit beltegoed oneigenlijk gebruikt voor het genereren van financieel voordeel via een Premium Rate-nummer. De Hoge Raad oordeelde dat het hof een verkeerde maatstaf had toegepast door niet te onderzoeken of ETC zich bewust was van het onrechtmatige gebruik van het beltegoed. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie aan ETC opgelegd.