In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 11 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om nadeelcompensatie behandeld. Eiser had een verzoek ingediend naar aanleiding van het Tracébesluit ‘A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2’, maar de minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft dit verzoek afgewezen op de grond dat het te laat was ingediend en daarmee verjaard. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is vanwege een motiveringsgebrek in het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand. Dit betekent dat de afwijzing van het verzoek om nadeelcompensatie blijft bestaan, ondanks de vernietiging van het besluit. De rechtbank concludeert dat eiser vanaf 20 oktober 2016 zijn verzoek had kunnen indienen, maar dat dit verzoek pas op 23 september 2022 is ingediend, waardoor het verjaard is. De rechtbank wijst erop dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het verzoek niet in behandeling kon worden genomen, maar dat de minister in zijn verweerschrift voldoende argumenten heeft aangedragen om de verjaring te onderbouwen. De rechtbank veroordeelt het college tot betaling van proceskosten aan eiser en het griffierecht.