In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [eigenaar 1] (hierna: [eigenaar 1]) en [eigenaar 2] (hierna: [eigenaar 2]) zijn bestuurders van [eiseres]. Zij houden ieder 50% van de aandelen in [eiseres].
(ii) Van 1992 tot april 2016 heeft tussen [eigenaar 1] en [eigenaar 2] respectievelijk [eiseres] enerzijds en Deutsche Bank anderzijds een kredietrelatie bestaan.
(iii) De totale omvang van de kredietfaciliteit van [eigenaar 1] en [eigenaar 2] per juli 2005 was € 39,3 miljoen, bestaande uit een rekening-courant krediet van € 6 miljoen en roll over-leningen van € 26,3 miljoen en € 7 miljoen.
(iv) [eigenaar 1] en [eigenaar 2] hadden hun roll over-leningen afgesloten tegen een variabele rente, verhoogd met een opslag. Ter afdekking van het renterisico op hun leningen hebben [eigenaar 1] en [eigenaar 2] in november 2005 twee renteswaps met Deutsche Bank (hierna: renteswaps 2005) gesloten. [eigenaar 1] en [eigenaar 2] hebben de renteswaps 2005 in januari 2008 beëindigd. Deutsche Bank heeft de positieve waardes ervan uitgekeerd.
(v) [eigenaar 1] en [eigenaar 2] hebben op 27 juni 2008 een nieuwe renteswap met Deutsche Bank (hierna: renteswap 2008) gesloten voor een vaste hoofdsom van € 26,3 miljoen met een looptijd van tien jaar, ingaande 1 juli 2008.
(vi) In oktober 2009 is de kredietfaciliteit van [eigenaar 1] en [eigenaar 2] bij Deutsche Bank verhoogd naar ruim € 50 miljoen in totaal. Daarbij werd de aflossingstermijn van de lening van € 26,3 miljoen verlengd en werd de opslag op de rente verhoogd.
(vii) Eind 2009/begin 2010 heeft Deutsche Bank, naar aanleiding van een verzoek van [eigenaar 1] en [eigenaar 2] over mogelijkheden om de renteswap 2008 aan te passen om lagere rentelasten te krijgen, onder meer gewezen op het feit dat bij voortijdige beëindiging van de renteswap 2008 een negatieve waarde daarvan zou moeten worden afgerekend. Tijdens een presentatie van 13 januari 2010 heeft Deutsche Bank [eigenaar 1] en [eigenaar 2] erop gewezen dat de renteswap 2008 een negatieve waarde had.
(viii) In december 2010 heeft [eiseres] de schuld uit hoofde van onder meer de lening van € 26,3 miljoen van [eigenaar 1] en [eigenaar 2] overgenomen. Bij akte van 16 februari 2011 heeft [eiseres] alle rechten en plichten uit hoofde van de renteswap 2008 van [eigenaar 1] en [eigenaar 2] overgenomen.
(ix) De looptijd van de renteswap 2008 is op 12 januari 2012 met 3,5 jaar verlengd tot 1 februari 2022. De roll over-lening van € 26,3 miljoen is op 29 april 2013 opgegaan in een nieuwe kredietfaciliteit van totaal € 39,6 miljoen. De rente-opslag werd daarbij per 1 januari 2013 verhoogd naar 2,5%.
(x) Op verzoek van [eiseres] zijn de kredietrelatie met Deutsche Bank en de lopende renteswap per eind april 2016 beëindigd. De renteswap had toen een negatieve waarde van € 7,38 miljoen, die [eiseres] aan Deutsche Bank heeft betaald.
(xi) Bij brief van 20 december 2016 heeft de advocaat van [eiseres] en [eigenaar 1] en [eigenaar 2] Deutsche Bank aansprakelijk gesteld voor de schade die [eiseres] en [eigenaar 1] en [eigenaar 2] geleden hebben als gevolg van – kort gezegd – (de advisering over) het afsluiten van de renteswap 2008 en de verlenging daarvan in 2012. Deutsche Bank heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.