11.3.Schade 6 (overloop) is gecalculeerd op een bedrag van € 2.310,03. Schade 27 (CV-ruimte) is gecalculeerd op € 707,93. Het (bij de niet in geschil zijnde schade 26) berekende bedrag voor sauswerk € 626,01 dient hierbij opgeteld te worden. Schade 34 en 35 (woonkamer) zijn gecalculeerd op bedragen van € 849,65 en € 1.104,17. Bij de toegewezen schade 33 is voorzien in sauswerk. Dit betekent dat de aanvullend toe te kennen vergoeding neerkomt op € 5.597,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 april 2021.
12. Omdat het beroep gegrond is moet het Instituut het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt eiser ook een vergoeding van zijn proceskosten. Het Instituut moet deze vergoeding betalen. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt eiser een vast bedrag per proceshandeling. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 875,-. De gemachtigde heeft 2 proceshandelingen verricht (indienen beroepschrift en deelname zitting). Dit komt neer op een bedrag van € 1.750,-.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover is beslist over schades 6, 27, 34 en 35;
- bepaalt dat de aan eiser toe te kennen vergoeding voor schades 6, 27, 34 en 35
€ 5.597,79 bedraagt, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 april 2021 tot en met de dag van betaling;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- veroordeelt het Instituut in de proceskosten van eiser tot een totaalbedrag van € 1.750,-;
- draagt het Instituut op om het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- aan hem te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, rechter, in aanwezigheid van mr. D.A. Bekking, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: