In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, op 1 november 2023, is het beroep van eiser tegen de aan hem toegekende vergoeding voor waardedaling van zijn woning beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Instituut Mijnbouwschade Groningen, dat zijn aanvraag voor een waardedalingsvergoeding had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk was, ondanks een overschrijding van de termijn, omdat deze overschrijding verschoonbaar werd geacht. De rechtbank concludeerde dat de waardedalingsvordering niet door middel van cessie aan eiser was overgedragen, omdat de bepaling in het echtscheidingsconvenant te algemeen was en niet voldoende bepaaldheid bood. Eiser had een eigendomsaandeel van 100% geclaimd, maar de rechtbank oordeelde dat het Instituut terecht was uitgegaan van een eigendomsaandeel van 50%. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding en terugbetaling van griffierecht af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.