Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[X] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
“Horen
U hebt aangegeven dat u wenst te worden gehoord naar aanleiding van de vooraankondiging van de uitspraak op uw bezwaarschrift (en).
Hierbij stel ik u op 3 februari 2021, om 10.00 in gelegenheid om gehoord te worden. Bij het vaststellen van deze datum heb ik rekening gehouden met de mij bekende zittingsdagen MRB en BPM bij rechtbanken en hoven en de mij bekende hoorzittingen.
e-mail van 7 januari 2021 op de onder 1.5. genoemde brief gereageerd. Die e-mail luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
heden 7 januari 2021 ontving ik uw brieven met dagtekening van 6 januari 2021 inzake uitnodigingen voor fysieke hoorzitting op 1,3 en 5 februari 2021. U merkt op dat bij wijze van uitzondering u ook dossiers toestuurt, dat aanbod doe ik u al maanden, sinds de eerste corona-golf! Maar u weigert om uw moverende redenen!.
Op 23 oktober 2020 en 3 februari 2021 bent u eerder uitgenodigd voor de in de bijlage genoemde bezwaren. U hebt van deze mogelijkheden om u moverende redenen geen gebruik gemaakt.
Heden hebben wij uw e-mail met dagtekening van 2 februari 2021 in goede orde mogen ontvangen.
– voor zover hier van belang – het volgende:
“Hoorgesprek
Op 2 februari 2021 nodigde ik u – per aangetekende brief – uit voor een hoorgesprek op 18 februari 2021. Onder andere voor dit dossier. U bent eerder uitgenodigd voor hoorgesprekken op 23 oktober 2020 en 3 februari 2021. U hebt van deze mogelijkheden om u moverende redenen geen gebruik gemaakt en nimmer alternatieve data voorgesteld.
- of eiseres bij de auto’s waarbij gebruik is gemaakt van een koerslijst van X-ray recht heeft op een extra aftrek van 10% op de handelsinkoopwaarde in verband met een correctiefactor ‘ex-rental’;
- of de regeling van onderdeel 3.4 van Bijlage I van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Uitvoeringsregeling) strijdig is met het Unierecht;
- of eiseres recht heeft op een rentevergoeding wegens in strijd met het Unierecht geheven belasting;
- of van eiseres terecht en naar het juiste bedrag griffierecht is geheven;
- of ten aanzien van auto 3 de BPM-heffing op basis van de CO2-uitstoot conform het NEDC2-resultaat in strijd is met Unierecht, omdat die BPM-druk hoger is in vergelijking met andere, gelijksoortige auto’s waarvan de BPM is vastgesteld op basis van het NEDC1-resultaat;
- of de hoorplicht in bezwaar is geschonden; en
- of interne compensatie is toegestaan.
(2 maal een half jaar à € 500).
€ 2.277. De rechtbank gaat hierbij uit van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759, een wegingsfactor vanwege de zwaarte van de zaak van 1 en een wegingsfactor 1,5 vanwege de samenhang. Nu de rechtbank de zaken terugwijst naar verweerder voor een (nieuwe) behandeling in bezwaar, is er geen grond voor het toekennen van een kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- draagt verweerder op binnen 3 maanden na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van € 1.000;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360 aan eiseres te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.277.
mr. M.A. Veenstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2022.