Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] , en
1.Procesverloop
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
€ 932,50(2,5 punten × € 373,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vorderden eisers, [A] en [B], tegen Dexia Nederland B.V. een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en toerekenbaar tekort is geschoten in haar zorgplicht. De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft op 23 februari 2021 uitspraak gedaan in deze bodemzaak. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die door eisers is afgesloten via NBG Finance, een cliëntenremisier zonder vergunning. Eisers stelden dat Dexia wist of behoorde te weten dat NBG Finance als adviseur optrad zonder de benodigde vergunning, en dat Dexia hierdoor haar zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank oordeelde dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de overeenkomst met eisers aan te gaan, ondanks het feit dat NBG Finance vergunningplichtige diensten verleende zonder de vereiste vergunning. De kantonrechter concludeerde dat Dexia niet alleen haar zorgplicht heeft geschonden, maar ook in strijd heeft gehandeld met artikel 41 van de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer 1999. De rechtbank oordeelde dat Dexia aansprakelijk is voor de schade die eisers hebben geleden, en veroordeelde Dexia tot betaling van de inleg, verminderd met ontvangen dividend en een fiscaal voordeel. Daarnaast werd Dexia veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van effecteninstellingen bij het aangaan van overeenkomsten met particuliere beleggers, vooral wanneer deze via niet-gecertificeerde adviseurs worden afgesloten.