ECLI:NL:RBNNE:2021:3269

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
18/750016-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale wapenhandel, wapenbezit, fraude, geweldsdelicten en mensenhandel door een criminele organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een complexe strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van diverse misdrijven, waaronder internationale wapenhandel, wapenbezit, fraude, geweldsdelicten en mensenhandel. De verdachte is beschuldigd van het invoeren van wapens en explosieven vanuit Kroatië naar Nederland en het uitvoeren van wapens naar België. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een leidende rol speelde in deze organisatie en dat hij samen met medeverdachten betrokken was bij het verhandelen van wapens en het plegen van geweldsdelicten. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting van kwetsbare personen, waaronder medeverdachten die onder druk stonden en gedwongen werden om criminele activiteiten te verrichten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar, waarbij de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen zijn meegewogen. De rechtbank heeft ook diverse in beslag genomen goederen onttrokken aan het verkeer en schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 18/750016-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 juli 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de P.I. Rotterdam, locatie Hoogvliet.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het inhoudelijke onderzoek ter terechtzitting van 27 mei 2021, 28 mei 2021, 1 juni 2021, 9 juni 2021 en 15 juli 2021. De strafzaak tegen de verdachte is eerder behandeld op de zittingen van 2 juni 2020, 24 augustus 2020, 19 oktober 2020, 12 januari 2021, 12 maart 2021 en 1 april 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Apeldoorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door (onder meer) mr. G. Wilbrink.
Tenlastelegging
De officieren van justitie verdenken de verdachte ervan dat hij betrokken is geweest bij strafbare feiten en hebben deze verdenkingen beschreven in de tenlastelegging.
De verdenking komt er, na nadere omschrijving van de tenlastelegging d.d. 19 oktober 2020, samengevat op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of een of meer andere personen, als leider en/of oprichter en/of bestuurder, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van de volgende misdrijven:
- internationale wapenhandel;
- wapenhandel;
- wapenbezit;
- fraude;
- geweldsdelicten;
- mensenhandel;
Feit 2:in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland en/of Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland en/of België, samen met anderen,
- wapens, munitie, explosieven en handgranaten uit Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland heeft ingevoerd in Nederland
- wapens, munitie, explosieven en handgranaten heeft uitgevoerd naar België, te weten Genk, Zwijndrecht en Antwerpen;
Feit 3:in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met anderen, een gewoonte heeft gemaakt van het verhandelen van wapens, munitie en explosieven;
Feit 4:in de periode van 3 september 2018 toe en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met anderen, een gewoonte heeft gemaakt van het overdragen van wapens, munitie en explosieven;
Feit 5:op 27 februari 2020 in Oosterwolde en/of Drachten, samen met anderen, wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 6:op 20 augustus 2018 te Appelscha, samen met een ander, [slachtoffer 1] heeft mishandeld en bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
Feit 7:op 19 oktober 2018 te Fochteloo, een bijl door het voorraam van een woning te gooien bij [slachtoffer 2] :
primair: poging doodslag
subsidiair: poging zware mishandeling
meer subsidiair: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Feit 8:in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in diverse plaatsen in Nederland, samen met anderen, de Rabobank en/of ABN AMRO heeft opgelicht door op naam van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] valse incassobatches in te dienen;
Feit 9:in de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 in diverse plaatsen in Nederland, ten aanzien van [medeverdachte 12] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel;
Feit 10:in de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 in diverse plaatsen in Nederland, ten aanzien van [medeverdachte 7] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van mensenhandel.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1 bij dit vonnis.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren wegens na te noemen vormverzuimen. Subsidiair heeft de raadsman bewijsuitsluiting bepleit.
De verdediging heeft zich allereerst op het standpunt gesteld dat zij onvoldoende voorbereidingstijd heeft gehad, want zij heeft nog niet alle geluidsfragmenten uit kunnen luisteren. Daarbij komt dat er structureel fouten zijn gemaakt in de uitwerking van tap- en ovc-gesprekken. Door de selectie van de uitgewerkte geluidsfragmenten ontstaat tunnelvisie. Zelfs na het aanvullend proces-verbaal staan er nog steeds fouten in de uitwerkingen van tap- en ovc-gesprekken. De voor de eerdere zittingen gevoerde schriftelijke verweren moeten op dit punt worden gezien als herhaald.
De verdediging heeft voorts bepleit dat de TCI-informatie niet betrouwbaar is, waardoor de bijzondere opsporingsmiddelen (telefoontaps en opnemen van vertrouwelijke communicatie (OVC)) onrechtmatig is geschied. De politie wist dat de TCI-informatie onbetrouwbaar en onjuist was, maar toch is die informatie gebruikt voor het aanvragen van bijzondere opsporingsmiddelen. De rechter-commissaris is daardoor bewust misleid. Daarnaast is gesteld dat een aantal BOB-verzoeken ontbreekt in het dossier.
Blijkens de recente Prokuratuur-uitspraak van het Hof van Justitie had voorafgaand aan het opvragen van historische telefoon- en locatiegegevens een onafhankelijke rechterlijke toetsing moeten plaatsvinden, maar die ontbreekt.
Daarnaast is niet voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor pseudokopen ex artikel 126i lid 2 Sv. Het bevel dient immers schriftelijk te zijn; er was geen dringende noodzaak om te volstaan met een mondeling bevel ex artikel 126g lid 6 Sv. De volledige chatsessie met de pseudokopers ontbreekt, nu het verzoek tot overlegging daarvan is afgewezen. Daarom kan ook niet gecontroleerd kan worden of sprake is van uitlokking. Voorts is een schriftelijk bevel te laat gegeven.
Het niet horen van de door de rechter-commissaris toegewezen Belgische getuigen en het afwijzen van meerdere getuigen vormen een belemmering van de verdediging. Bij gebrek aan ‘equality of arms’ is geen sprake van een eerlijk proces.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie achten zich wel ontvankelijk in de vervolging. Zij betwisten dat bij de uitwerking van geluidsfragmenten een valse voorstelling van zaken is gegeven. De door verdachte schriftelijk ingediende verweren zijn onderzocht, waarna een uitvoerig aanvullend proces-verbaal is opgesteld. Hieruit blijkt al dat aanvankelijke fouten niet opzettelijk door de politie zijn begaan.
De TCI-informatie moet beoordeeld worden naar de stand van dat moment (ex-tunc). Dat deze later onjuist zou blijken of het eindresultaat anders is, doet hieraan niet af.
Ten aanzien van het Prokuratuur-verweer stellen de officieren van justitie dat inderdaad sprake is van een onherstelbaar vormverzuim. Achteraf is door deze uitspraak gebleken dat de Nederlandse wet niet in overeenstemming is met het Europese recht. Er kan worden volstaan met vaststelling van het vormverzuim, omdat achteraf beredeneerd de rechter-commissaris toestemming zou hebben gegeven voor het opvragen van verkeersgegevens. Er is immers ook toestemming gegeven voor nog ingrijpendere opsporingsmiddelen.
Ten aanzien van de pseudokopen is geen sprake van een vormverzuim nu is voldaan aan alle wettelijke vereisten.
Bij het horen van Belgische getuigen is de Nederlandse rechter-commissaris afhankelijk van de Belgische voorschriften over het horen van getuigen. Het uitgangspunt is dat de Belgische rechter handelt conform het vertrouwensbeginsel. Door vooraf navraag te doen of de getuigen willen verklaren, conform Belgisch gebruik, is het Nederlandse recht niet geschonden. Een en ander is duidelijk geverbaliseerd, zodat geen sprake is van een vormverzuim of schade in het voeren van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank
* uitwerking van geluidsfragmenten
De rechtbank heeft bij tussenbeslissing van 18 maart 2021 geoordeeld dat incidenteel zaken zijn misgegaan in de vastlegging van de tap- en ovc-geluidsfragmenten, en dat de verdediging hierop terecht heeft gewezen. De rechtbank heeft echter niet geconstateerd dat de politie structureel fouten heeft gemaakt bij de schriftelijke uitwerking van de geluidsfragmenten, laat staan dat dit opzettelijk zou zijn gedaan.
Voor zover het verweer ziet op een algehele vooringenomenheid van politie en het openbaar ministerie, overweegt de rechtbank dat de samenstelling van het dossier in beginsel is voorbehouden aan het openbaar ministerie. Bij opname van een zo groot aantal gesprekken is het ondoenlijk – en ook niet nodig – om alle gesprekken woordelijk uit te verwerken. De beslissing om uitsluitend relevant geachte gesprekken uit te werken, valt daarom te billijken. De verdediging heeft ook tal van uitgewerkte gesprekken aangehaald die in haar visie ontlastend zijn; alleen al daarom kan de rechtbank de verdediging niet volgen in haar stelling dat deze werkwijze is ingegeven door tunnelvisie.
De verdediging heeft de beschikking gekregen over alle geluidsfragmenten. Door de verdediging is daarvan gebruik gemaakt om nader onderzoek te vragen, hetgeen een omvangrijk aanvullend proces-verbaal heeft opgeleverd met verbeteringen van door de politie geconstateerde omissies dan wel gebreken. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de werkwijze ten aanzien van de tap- en ovc-geluidsfragmenten in het Ultegra onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest, en dat op dit punt geen sprake is van enig vormverzuim.
* TCI-informatie
Het onderzoek Ultegra is op 3 september 2018 gestart naar aanleiding van processen-verbaal van het TCI (Team Criminele Inlichtingen). In november 2017 komt via een informant de navolgende tip binnen: “
Een man uit Friesland, gebruik makend van een donkerkleurige VW transporter met daarin hondenbenches, is regelmatig in het bezit van grote hoeveelheden zware vuurwapens en munitie. De man laat de vuurwapens uit Tsjechië komen en probeert ze te verhandelen in Nederland.” [1]
In het tweede kwartaal van 2018 is deze tip binnengekomen:
“ [verdachte] dealt in heroïne en cocaïne. [verdachte] laat dit doen door een man uit Appelscha bijgenaamd Lucky”. [2]
In het tweede kwartaal van 2018 komt de volgende informatie binnen:
“ [naam ] uit Emmen wil samen met [verdachte] en zijn getatoeëerde vriend een ripdeal plegen. [3]
In november 2018 volgt informatie over medeverdachte [medeverdachte 1] :
“ [medeverdachte 1] uit Groningen handelt in vuurwapens. Hij haalt deze vuurwapens zelf op uit Joegoslavië en verkoopt ze in Nederland.” [4]
Voorts blijkt uit de politiesystemen dat verdachte vanaf 2013 regelmatig in verband is gebracht met vuurwapens. Er is meermalen een vuurwapen bij hem in beslag genomen. De eerste periode van het onderzoek is gebruikt om verdachte en [medeverdachte 1] en hun contacten in kaart te brengen. Het startpunt is de TCI-informatie, de aangifte van [slachtoffer 1] van 20 augustus 2018 tegen verdachte en [medeverdachte 1] inzake mishandeling en bedreiging, en een aangifte van [slachtoffer 2] van 19 oktober 2018. [5]
De rechtbank acht deze door het TCI aan de politie verstrekte informatie voldoende concreet en specifiek om de verdachte als zodanig aan te merken en het onderzoek Ultegra te starten. Dat in één geval tijd is verstreken (vanaf november 2017) voordat tot het onderzoek is overgegaan, maakt de informatie niet onbruikbaar. De rechtbank ziet niet in dat de rechter-commissaris hierdoor bewust door de politie zou zijn misleid. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging.
* ontbrekende BOB-verzoeken
De rechtbank heeft geconstateerd dat de raadsman voorafgaand aan de inhoudelijke zitting niet heeft verzocht om verstrekking van de volgens hem ontbrekende BOB-verzoeken.
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van enig onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek, nu door het niet-opvragen niet is gebleken van onherstelbaarheid. Daarnaast is de rechtbank op geen enkele wijze gebleken van feiten en omstandigheden waaruit afgeleid zou kunnen worden dat de rechter-commissaris op onjuiste gronden heeft bewilligd in de toepassing van bijzondere opsporingsbevoegdheden.
* uitspraak Prokuratuur
Uit de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 2 maart 2021 in de zaak Prokuratuur (ECLI:EU:C:2021:152) volgt – kort gezegd – dat voor het opvragen van historische verkeersgegevens een voorafgaande onafhankelijke rechterlijke toetsing nodig is. De historische verkeersgegevens zijn in dit geval echter opgevraagd op last van de officier van justitie overeenkomstig het Nederlandse Wetboek van Strafvordering, aangezien toen nog niet voorzienbaar was dat het Unierecht hieraan in de weg zou staan. De rechtbank stelt vast dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek ex artikel 359a Sv.
De rechtbank overweegt dat aannemelijk is dat de rechter-commissaris, indien haar was verzocht deze vorderingen vooraf te toetsen, deze zou hebben toegewezen. De rechter-commissaris had immers ook al toestemming gegeven voor verdergaande opsporingsmiddelen. Het eventuele nadeel van de schending, veroorzaakt door het vormverzuim, is dus zeer beperkt. De rechtbank volstaat daarom met de constatering dat sprake is van een vormverzuim, zonder daaraan enig rechtsgevolg te verbinden.
* mondeling bevel tot pseudokopen
De beide pseudokopen zijn telkens voorafgegaan van een mondeling bevel door een officier van justitie, waarna het bevel binnen drie dagen op schrift is gesteld. De verdediging heeft betwist dat is voldaan aan de vereisten van de artikelen 126i jo. 126g lid 6 Sv, omdat haars inziens geen dringende noodzaak bestond tot het geven van een mondeling bevel.
Ten aanzien van de eerste pseudokoop van 20 januari 2020 overweegt de rechtbank dat volgens pagina 2637 (ordner 36) de pseudokopers op 17 januari 2020 kennelijk via Telegram de koopovereenkomst hadden gesloten, en hadden afgesproken dat de wapens op 20 januari 2020 zouden worden geleverd. In het dossier is niet gemotiveerd waarom een dringende noodzaak bestond tot het geven van het mondelinge bevel van 20 januari 2020. Naar het de rechtbank voorkomt, boden de tussenliggende dagen gelegenheid om een aanvraag-proces-verbaal op te maken, waarna een schriftelijk bevel kon worden gegeven. De rechtbank beschouwt dit als een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek ex artikel 359a Sv. Het schriftelijk bevel is wel binnen drie dagen na het mondeling bevel opgemaakt, namelijk op 21 januari 2020, zodat aan het vereiste van controleerbaarheid geen afbreuk is gedaan.
Beoordeeld dient te worden wat de gevolgen van dit onherstelbare vormverzuim dienen te zijn. De rechtbank oordeelt als volgt. De pseudokopers wisten uit hun chatgesprek op Telegram dat de verkoper een lange-afstandswapen met patronen zou leveren, en dat hij stelde ook raketwerpers, AK 47’s en handgranaten te kunnen leveren. De verkoper meldde zelfs dat hij daarvan iedere maand tussen de 30 en 100 exemplaren had, die hij binnen een week kwijt was. Deze feiten en omstandigheden rechtvaardigden zonder meer de inzet van bijzondere opsporingsmiddelen; geen enkele officier van justitie zou hoeven twijfelen over de vraag of wel voldaan werd aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De rechtbank stelt voorts vast dat de pseudokoop is uitgevoerd binnen de grenzen van het schriftelijk bevel van 21 januari 2020. De rechtbank komt tot het oordeel dat de verdediging door het verzuim niet in enig rechtens te respecteren belang is geschaad, zodat kan worden volstaan met de constatering dat dit vormverzuim heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van de tweede pseudokoop van 27 februari 2020 overweegt de rechtbank dat de officier van justitie het schriftelijk bevel tot pseudokoop heeft getekend op 26 februari 2020, derhalve voorafgaand aan de pseudokoop. Hoewel ook hier de dringende noodzaak tot het geven van een mondeling bevel niet is gemotiveerd, is het schriftelijk bevel gegeven vóórdat de pseudokoop plaatsvond. Daarmee is niet alleen voldaan aan het vereiste van controleerbaarheid, maar heeft de officier van justitie de proportionaliteit en subsidiariteit ook voorafgaand aan de pseudokoop schriftelijk getoetst. Dit brengt rechtbank tot het oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek.
* de Belgische getuigen
De Nederlandse rechter-commissaris heeft bij beslissing van 23 december 2020 beslist dat de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] op verzoek van de verdediging in België worden gehoord. De rechtbank begrijpt het verweer van de raadsman aldus dat het ziet op deze ‘Belgische getuigen’. Nadat de Belgische onderzoeksrechter het rechtshulpverzoek om deze getuigen te horen in beginsel had gehonoreerd, heeft de onderzoeksrechter per e-mail van 15 februari 2021 gemotiveerd dat de getuigen bij nader inzien niet worden gehoord:
“Het is in het Belgische bestel een beslissing van de onderzoeksrechter om tot dwanguitvoering van een getuigenverhoor over te laten gaan. In de praktijk wordt dit, wanneer betrokkenen vooraf hebben aangeven geen medewerking te zullen verlenen of niet ingaan op een uitnodiging tot verhoor, slechts ten zeerste uitzonderlijk toegepast. Mijn ambt is van oordeel dat het aanwenden van het middel van de dwanguitvoering, inclusief gebruik van fysieke dwang, in het licht van de regels van de Belgische procedure niet proportioneel in verhouding staat tot het te verwachten onderzoeksresultaat in deze zaak. Overeenkomstig mijn beoordelingsbevoegdheid ter zake, zal mijn ambt niet overgaan tot dwanguitvoering ten overstaan van deze getuigen.”
Zoals de Nederlandse rechter-commissaris terecht opmerkte, “
bestaat er voor haar geen ruimte om te protesteren tegen deze gang van zaken”. De rechtbank overweegt dat in geval van een internationaal rechtshulpverzoek de aanvragende autoriteiten vanwege het souvereiniteitsbeginsel afhankelijk zijn van de buitenlandse autoriteiten die het verzoek uitvoeren. Deze buitenlandse autoriteiten doen dat in beginsel altijd overeenkomstig hun eigen strafvorderlijke procedures. Uit de motivering van de Belgische onderzoeksrechter blijkt dat een redelijke inspanning is gedaan om de getuigen te horen, en dat vervolgens een billijke afweging is gemaakt om daarvan later af te zien. De aanvragende Nederlandse rechterlijke autoriteiten hebben zich hierbij aan te passen omdat internationale rechtshulprelaties steeds berusten op wederzijds respect voor elkaars rechtssfeer.
Voor zover de verdediging meent dat zij door het afwijzen van deze onderzoekswensen door de rechtbank geen effectief verweer heeft kunnen voeren, overweegt de rechtbank als volgt. De Belgische getuigen hebben geen belastende verklaringen over verdachte afgelegd, op grond waarvan de verdediging in staat moet zijn gesteld om hen te horen. Kortom: er is geen specifiek belang aan te wijzen waarom de Belgische getuigen in de zaak tegen verdachte zouden moeten worden gehoord. De rechter-commissaris heeft ruimhartig getuigenverzoeken toegewezen, waarbij de raadslieden in het onderzoek Ultegra konden aansluiten bij de in andere zaken toegewezen getuigenverhoren. De rechtbank ziet daarom niet in - ook niet op basis van de (post-)Keskin-jurisprudentie - dat verdachte is beperkt in zijn recht op een eerlijk proces of is geschaad in zijn verdediging, zodat in zoverre geen sprake is van enig vormverzuim.
Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officieren van justitie
Algemeen
De officieren van justitie merken [medeverdachte 2] aan als gebruiker van de telefoon van het merk BQ Aquarius. Deze telefoon lag immers ontgrendeld in de Volkswagen T-ROC, waarin [medeverdachte 2] is aangehouden. Ook de inhoud van de gesprekken op de BQ Aquarius wijst uit dat [medeverdachte 2] de gebruiker was.
De officieren van justitie merken verdachte aan als gebruiker van het Telegram-account [naam ] (verder ook: [naam ] ); zij schrijven alle gesprekken via het account [naam ] aan verdachte toe. Ook na uitgebreid politieonderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor het gebruik van het account [naam ] door [naam ] . De verklaring van verdachte over de onbekende “ [naam ] ” die dit account zou hebben gebruikt, komen te laat en zijn ongeloofwaardig. Uit het dossier blijkt daar niets van.
Feit 1 – crimineel samenwerkingsverband
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het leiden van een criminele organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Dit volgt onder meer uit het hebben van een uitvalsbasis (de woning aan het Jardingapad en later de Kringloopwinkel), het dagelijks contact tussen de deelnemers, de afgeschermde communicatiemiddelen, de interne regels en hiërarchie, en de centrale coördinatie. Er is geen sprake van een legale onderneming; de Kringloopwinkel is slechts gebruikt als dekmantel. Het oogmerk was de wapenhandel in allerlei varianten, fraude, geweld, uitbuiting en toekomstige misdrijven. Uit de telefoons van verdachte en [medeverdachte 2] blijkt van actieve acquisitie voor de wapen- en drugshandel en fraude.
Verdachte is initiatiefnemer van alle strafbare feiten; hij stuurde deze aan.
Feit 2 – invoer van wapens uit Kroatië & uitvoer naar België
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het invoeren in Nederland van handgranaten, explosieven en vuurwapens vanuit Kroatië. Voorafgaand aan de eerste reis naar Kroatië had medeverdachte [medeverdachte 11] contact met [naam ] , wonend in Kroatië, over de aankoop van wapens. Op foto’s in de telefoon van [medeverdachte 11] staat [medeverdachte 1] afgebeeld, met handgranaten en een geweer. Dezelfde foto’s zijn op de telefoon van verdachte aangetroffen. [medeverdachte 12] heeft, naar eigen zeggen in opdracht van verdachte, geld overgemaakt aan [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] . Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat de handgranaten en vuurwapens op de foto’s uit Kroatië overeenkomen met de foto’s van handgranaten en vuurwapens gemaakt in Smilde.
[medeverdachte 11] is ook met [naam ] uit Kroatië in contact gekomen over de aankoop van wapens. Dat leidt tot een tweede reis naar Kroatië vanaf 15 oktober 2018 door [medeverdachte 11] , [medeverdachte 1] en verdachte. Ook hieruit blijkt van wetenschap van en opzet bij verdachte als medepleger.
*Onderdeel Genk
De officieren van justitie vorderen veroordeling voor het medeplegen van export van wapens, explosieven en munitie naar Genk (België). Op 24 december 2018 zijn [medeverdachte 12] en [medeverdachte 1] naar Genk gereden. Voorafgaand bezochten zij de ‘stash’ in de loods aan de Rouaanstraat te Groningen; zij zijn doorgereden naar de woning van verdachte aan het [adres] in Oosterwolde (verder ook: het Jardingapad). Ook blijkt dat verdachte op 25 december 2018 informeert hoe lang [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] nog moeten rijden. De verklaring van [medeverdachte 12] is betrouwbaar en vindt ondersteuning in overige bewijsmiddelen. De rol van verdachte was sturend; zo heeft [medeverdachte 3] de ontstekers gemaakt op verzoek van verdachte.
*Onderdeel Zwijndrecht
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd in de vorm van medeplegen. Op 20 april 2019 zijn wapens en munitie aangetroffen in Zwijndrecht. Op die voorwerpen is niet alleen DNA van verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] aangetroffen, maar deze voorwerpen zijn ook op andere manieren – via foto’s in de telefoon van verdachte, plastic zakken, telefoongegevens en de verklaring van [medeverdachte 3] – in verband gebracht met de criminele organisatie. Voorts blijkt dat er meerdere ritten naar België zijn gemaakt.
*Onderdeel Trammezandlei
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd in de vorm van medeplegen. Aan de Trammezandlei is een pistool aangetroffen met DNA van [medeverdachte 1] . Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 1] altijd in opdracht van verdachte werkt.
*Onderdeel Cadixstraat
De officieren van justitie vorderen veroordeling in de vorm van medeplegen. Uit het dossier blijkt allereerst dat [medeverdachte 3] tijdontstekers heeft gemaakt op verzoek van verdachte. [naam ] is een contact van verdachte en staat in verdaches telefoon als ‘Patatteke”. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] zijn op 4 juni 2019 naar [naam ] aan de [adres] te Antwerpen gereisd. In hun afgeluisterde gesprek wordt evident gesproken over deze tijdontstekers en bijbehorende explosieven.
Feit 3, 4 en 5 – handel in, overdracht van en bezit van wapens in Nederland
*Onderdeel [naam ]
Gelet op de berichten en telefooncontacten achten de officieren van justitie bewezen dat verdachte op 15 oktober 2018 wapens aan [naam ] heeft overgedragen (feit 4). Zij menen ook dat verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
*Onderdeel [naam ]
De officieren van justitie vorderen veroordeling voor het verhandelen, overdragen en bezitten van het kogelgeweer. Uit geluidsfragmenten en verklaringen blijkt dat verdachte heeft bemiddeld bij de levering van het wapen met munitie. [medeverdachte 7] heeft als chauffeur gereden. Het wapen is opgehaald bij de loods aan de Rouaanstraat, en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] hebben ermee geschoten. Daarna is het wapen door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] afgeleverd aan [naam ] .
*Onderdeel Soesterberg.
De officieren van justitie achten het medeplegen van het verhandelen, overdragen en bezitten van explosieven bewezen. Uit afgeluisterde gesprekken, observaties, het DNA van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] , de vingerafdrukken van verdachte, de baken- en telefoongegevens en de verklaring van [medeverdachte 3] blijkt dat [medeverdachte 3] in opdracht van verdachte een telefoon heeft omgebouwd tot ontsteker. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] hebben die telefoon eerst bij [medeverdachte 3] afgeleverd en hebben deze telefoon - na de ombouw - met de explosieven in Soesterberg afgeleverd.
*Onderdeel Pseudokoop I
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het incident ‘pseudokoop I’. Uit Telegram-chats blijkt dat verdachte de koopovereenkomst met de pseudokopers heeft gesloten. Uit het proces-verbaal van de pseudokopers, de camerabeelden, WhatsApp-berichten tussen verdachte en [medeverdachte 4] , en telecomgegevens blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] het vuurwapen met munitie bij het Van der Valk hotel hebben afgeleverd aan de pseudokopers. Op de telefoon van verdachte is een foto gevonden van de bankbiljetten waarmee de pseudokopers hebben betaald. Bovendien zijn die bankbiljetten aangetroffen in de kluis van de Kringloopwinkel.
Er is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, en dus van medeplegen.
*Onderdeel Amersfoort.
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor het incident ‘Amersfoort’ in diverse varianten. Via Telegram sluiten verdachte en ‘Luciano Pavarotti’ ( [naam ] ) een koopovereenkomst voor een Uzi en een pistool. Op 24 februari 2020 rijdt [medeverdachte 2] met verdachte naar Amersfoort. Daar volgt een ontmoeting waarbij [naam ] de wapens aan verdachte overhandigt. [naam ] herkent verdachte als de persoon achter het account [naam ] . Volgens [naam ] was er nog een getinte man bij verdachte. Chats tussen [medeverdachte 2] en “NEEFI”, bewijzen dat [medeverdachte 2] zojuist een Uzi heeft gekocht, dus het is aannemelijk dat hij de getinte man was. Voorts blijkt dat [medeverdachte 1] de wapens naar Oosterwolde heeft gebracht. Het medeplegen van deze feiten achten de officieren bewezen.
*Onderdeel Pseudokoop II en Opel Combo
De officieren van justitie vorderen veroordeling voor de incidentdossiers ‘pseudokoop II’ en ‘Opel Combo’. Uit Telegram-chats blijkt dat verdachte de koopovereenkomst met de pseudokopers heeft gesloten. [medeverdachte 2] is op 27 februari 2020 in de middag in de Kringloopwinkel en bekijkt met [medeverdachte 1] zeven binnengekomen wapens. Verdachte inspecteert met [medeverdachte 1] de binnengekomen wapens en geeft opdracht waar die wapens heen moeten. Er zijn twee wapens geleverd voor de pseudokoop, [medeverdachte 2] heeft één wapen meegenomen naar zijn woning, de overige wapens zijn aangetroffen in de Opel Combo. Er is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat voor alle varianten sprake is van medeplegen.
*Onderdeel Jardingapad.
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor de bij verdachte aangetroffen wapens. Gelet op de context, zijn wetenschap omtrent de wapens, en het aantreffen van DNA van verdachte en [medeverdachte 1] op de wapens, is de ontkenning van verdachte ongeloofwaardig.
Feit 6.
De officieren van justitie achten het medeplegen van de mishandeling en bedreiging bewezen. De aangifte van [slachtoffer 1] vindt ondersteuning in de getuigenverklaringen en camerabeelden.
Feit 7.
De officieren van justitie hebben vrijspraak gevorderd van poging tot doodslag wegens het ontbreken van de aanmerkelijke kans op de dood. Zij vorderen veroordeling van de subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling. Uit de verklaringen van aangever en zijn zoon en het aantreffen van DNA van verdachte blijkt dat verdachte een bijl bij aangever door de ruit heeft gegooid. Hierdoor is de aanmerkelijke kans ontstaan dat aangever zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.
Feit 8.
De officieren van justitie vragen veroordeling voor het medeplegen van oplichting van de Rabobank en ABN AMRO. Uit het dossier blijkt dat verdachte anderen instrueert over het opzetten van een lege BV voor fraude. De aangifte van de Rabobank vindt ondersteuning in de bekennende, en voor verdachte belastende, verklaring van [medeverdachte 12] . De oplichting van ABN AMRO via [bedrijfsnaam 2] verloopt op dezelfde manier, waarbij telkens verdachte op de achtergrond instrueert. Ook uit chats op de telefoon van verdachte blijkt dat hij actief is op dit gebied.
Feit 9 en 10
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor uitbuiting van zowel [medeverdachte 12] als van [medeverdachte 7] . Beiden bevonden zich in een kwetsbare positie en hun is economisch voordeel in het vooruitzicht gesteld. Zij hebben langdurig activiteiten voor de criminele organisatie en in het huishouden verricht, zonder dat zij daarvoor betaald kregen. Verder is het tegen hen gebruikte geweld vernederend en grensoverschrijdend. Er is aldus een uitbuitingssituatie; verdachte en [medeverdachte 1] hebben hierbij gebruikt gemaakt van dwangmiddelen. Zowel verdachte als [medeverdachte 1] wisten van de persoonlijke problemen van [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] en dus van hun kwetsbare positie.
Het standpunt van de verdediging
Algemeen
De raadsman heeft bepleit dat verdachte niet als enige gebruiker van de iPhone X kan worden aangemerkt. De politie heeft te summier onderzoek gedaan naar de stelling dat [naam ] en [naam ] gebruik maakten van het [naam ] -account op Telegram. Uit de inhoud van de chats blijkt evident dat verdachte die niet heeft gestuurd; onder meer heeft hij geen Servische moeder en is hij nooit gesignaleerd bij een loods. De chats kunnen daarom niet enkel aan verdachte worden toegeschreven. De politie had meer onderzoek moeten doen naar de rol van [naam ] , maar vanwege tunnelvisie is dat verzuimd.
Feit 1 – criminele organisatie
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, want het bewijs ontbreekt voor de drie belangrijkste onderdelen van het feit, te weten organisatie, oogmerk en deelname. Er is geen samenwerkingsverband met enige structuur of bestendigheid; het gaat om niets meer dan een vriendengroep. Bij de woning van verdachte was het een komen en gaan vanwege onder andere het logeren van vrienden en het lenen van auto’s. Daarnaast heeft verdachte legale handel vanuit huis, maar ook vanuit de Kringloophal. Dat duidt nog niet op een samenwerkingsverband. Hieruit betrok verdachte ook een regulier inkomen. Er was geen hiërarchie of structuur, tenzij het ging over een van de bedrijven van verdachte. [medeverdachte 12] werkte voor verdachte en hij stuurde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] aan, wat ook blijkt uit tap- en ovc-gesprekken. Uit niets blijkt dat verdachte leiding gaf; hij blijkt van vrijwel niets op de hoogte. De verbale uitlatingen van verdachte zijn voor hem een manier om met spanning om te gaan. De verklaring van [medeverdachte 5] moet gezien worden als stoerdoenerij. Bovendien noemt [medeverdachte 5] de naam van verdachte niet, zodat dit voor verdachte niet belastend is.
Feit 2 – invoer van wapens uit Kroatië & uitvoer naar België
*Onderdeel invoer uit Kroatië
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de invoer van wapens, handgranaten en een explosief uit Kroatië, aangezien verdachte het feit ontkent en er onvoldoende bewijs is voor het medeplegen met anderen. [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] proberen de schuld bij anderen te leggen. Dat [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] contact met elkaar hadden en geld aan elkaar overmaakten via Western Union, kan verdachte niet verweten worden. Er zijn alternatieve scenario’s voor de gefotografeerde voorwerpen in Smilde, gelet op de connecties van [naam ] in de wapenhandel. Ook kan niet worden uitgesloten dat de voorwerpen pas in Smilde zijn gekocht.
*Onderdeel uitvoer naar België
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, gelet op de ontkenning van verdachte. Verdachte stelt dat hij legale beveiligingswerkzaamheden deed in België, maar de politie heeft dit bewust uit het dossier gehouden. Alternatieve scenario’s zijn zeer aannemelijk, nu [naam ] en [medeverdachte 1] eigen handel hadden waar verdachte geen weet van had. Uit de verklaringen van [medeverdachte 3] kan niet worden afgeleid dat hij ontstekers heeft gemaakt op verzoek van verdachte, omdat uit de taps blijkt dat [medeverdachte 3] voor [medeverdachte 1] en [naam ] werkte. De raadsman heeft bepleit de ANPR- en peilbakengegevens van de Audi met kenteken [kenteken] op te vragen voor de datum van 28 oktober 2018.
Feit 3, 4 en 5 – handel in, overdracht van en bezit van wapens in Nederland
*Onderdeel [naam ]
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, nu niet blijkt dat ‘ijzer’ codetaal zou zijn voor wapens. Ook blijkt niets van een levering; er zijn geen wapens aangetroffen. Na de verklaring van verdachte heeft de politie gefraudeerd door een extra tapgesprek in te voegen, waarbij het telefoonnummer van ijzerwerker [naam ] is gewijzigd in dat van [naam ] . Hierdoor heeft de politie bewust een verkeerd beeld opgeroepen over ‘ijzer’.
*Onderdeel [naam ]
De raadsman heeft bepleit dat verdachte enkel heeft bemiddeld voor [medeverdachte 12] . Het aan [naam ] geleverde wapen was eigendom van [medeverdachte 12] , die het had gekocht van [medeverdachte 11] .
*Onderdeel Soesterberg
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Van betrokkenheid van verdachte blijkt niets nu uit de verklaring van [medeverdachte 3] niet volgt dat hij de ontstekers op verzoek van verdachte maakte.
*Onderdeel Amersfoort
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Het tijdverloop tussen de berichten bevestigt dat verdachte telkens moest wachten met antwoorden tot hij instructies van [naam ] had gekregen. Ook blijkt niet dat [naam ] echte vuurwapens in de zin van de Wwm heeft geleverd. Verdachte heeft de tas met wapens niet gezien en heeft deze direct overgedragen aan [naam ] .
*Onderdeel Opel Combo
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het voorhanden hebben van wapens in de Opel Combo, gelet op de ontkenning van verdachte. Verdachte maakte geen gebruik van deze auto. Hij kon en hoefde niet te weten wat zich in die auto bevond.
*Onderdeel wapenbezit aan het Jardingapad
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, gelet op de ontkenning van verdachte. De wapens zijn buiten zijn medeweten door [naam ] verstopt bij de woning van verdachte. Dat [naam ] toen paranoïde was, wordt bevestigd door [naam ] en in tapgesprekken tussen [naam ] en zijn moeder.
Feit 6
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de mishandeling en de bedreiging. Ten aanzien van de mishandeling was sprake van noodweer, omdat aangever verdachte eerst heeft bedreigd met een mes. Verder is geen vuurwapen getoond. Van medeplegen kan geen sprake zijn, aangezien [medeverdachte 1] enkel aangever en verdachte uit elkaar heeft willen houden.
Feit 7
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent het feit en stelt dat [medeverdachte 12] het heeft gepleegd. Uit TA012, sessie 2374, blijkt dat [medeverdachte 12] heeft bekend en dat hij daderinformatie heeft. Subsidiair bepleit de raadsman vrijspraak omdat elk opzet, ook in voorwaardelijke zin, ontbreekt. Er is ook geen sprake van een aanmerkelijke kans op de dood of op zwaar lichamelijk letsel. Ten aanzien van het meer subsidiaire, te weten bedreiging, heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 8
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, omdat niet blijkt van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 12] . Uit vele tap- en OVC gesprekken blijkt evident dat [medeverdachte 12] op eigen initiatief heeft gehandeld. [medeverdachte 12] zit ook achter de fraude met [bedrijfsnaam 2] . Verdachte heeft enkel informatie gegeven aan [medeverdachte 12] over hoe een BV opgericht kan worden.
Feit 9 en 10
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van beide feiten. Onder vrienden is het gebruikelijk om een steentje bij te dragen in het huishouden als onderdak en eten wordt aangeboden. Verder werd met elkaar omgegaan als vrienden; hun ruige omgangsvormen komen ook voort uit het nadoen van reality-tv, zoals Jackass. Dat blijkt duidelijk uit de afgeluisterde gesprekken.
Het oordeel van de rechtbank [6]

Algemeen

De rechtbank buigt zich allereerst over de vraag wie gebruik maakten van het Telegram-account [naam ] ( [naam ] ) en de telefoon BQ Aquarius, omdat deze vaststellingen voor het vervolg niet gemist kunnen worden.
De gebruiker van het account [naam ]
Op 27 februari 2020 is [verdachte] aangehouden voor zijn woning aan het [adres] te Oosterwolde. Gezien is dat hij een telefoon weggooide; naar later blijkt een iPhone X. [7]
Uit onderzoek blijkt dat deze iPhone X door [verdachte] is gebruikt vanaf 10 oktober 2017 tot en met zijn aanhouding. Het Apple-ID omvat het mailadres [e-mailadres] , gelinkt aan het bedrijf [bedrijfsnaam 3] dat door [verdachte] is opgericht. De geregistreerde eigenaar van de iPhone X is “ [naam ] ”. [verdachte] heeft een tatoeage op zijn arm met een Italiaanse tekst, afgekort [naam ] . [8] Het IMEI-nummer van de iPhone is enkel gebruikt in combinatie met het bij [verdachte] in gebruik zijnde telefoonnummer + [telefoonnummer] . [9]
Op de iPhone X zijn twee Telegram-accounts aangetroffen, te weten [naam ] en [naam ] . Van de circa 301 chatberichten tussen januari 2020 en 27 februari 2020 [10] gaan er 39 specifiek over wapenhandel. Voornamelijk het account [naam ] blijkt wapens, munitie en explosieven aan te bieden. De gebruiker van account [naam ] blijkt hiervan gedegen kennis te hebben. In de chats wordt regelmatig gezegd dat het aanpassen van wapens en het maken van ontstekers en dempers in eigen beheer wordt gedaan door een wapenmaker van defensie. In meerdere chats beschrijft de gebruiker de modus operandi van de import van wapens; hij heeft ook een vaste exportlijn naar België. [11] Ook het WhatsApp-account op deze iPhone is geregistreerd onder de naam [naam ] ; dit account toont de profielfoto van [verdachte] die poseert met een automatisch wapen. [12]
Aanvankelijk heeft [verdachte] gesteld dat dit Telegram-account [naam ] in gebruik was bij [naam ] , die op die momenten gebruik maakte van deze iPhone van [verdachte] . De politie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar dit verweer, maar heeft dit niet kunnen staven. Vast staat dat [naam ] op 31 januari 2020 is overleden. Uit onderzoek blijkt dat deze iPhone X in de maand januari 2020 niet in Leeuwarden, de woonplaats van [naam ] , is geweest. De telefoon van [naam ] is enkel op 9 januari 2020 in Oosterwolde geweest, maar uit taps blijkt dat hij die dag enkel contact heeft gehad met verdachte. Op camerabeelden van het Jardingapad en de Kringloopwinkel is [naam ] op 9 januari 2020 omstreeks 19.21 uur niet te zien. Met een tweetal voorbeelden heeft de politie voor 21 en 24 januari 2020 vastgesteld dat [naam ] niet het Telegram-account [naam ] heeft gebruikt. [13]
Later wijst [verdachte] naar ene “ [naam ] ” (
fonetisch).Deze “ [naam ] ” zou het account [naam ] hebben beheerd en dwingende instructies hebben gegeven, die [verdachte] opvolgde uit angst. [verdachte] heeft pas in een laat stadium deze “ [naam ] ” geïntroduceerd. Het had op zijn weg gelegen hierover eerder te verklaren, zodat onderzoek naar “ [naam ] ” mogelijk was geweest. Diens aanwezigheid had dan wellicht uit camerabeelden kunnen blijken.
Ook de chats en afgeluisterde gesprekken geven de rechtbank geen reden te denken dat [verdachte] in opdracht van een ander heeft gehandeld. Zo blijkt uit het ovc-gesprek in de Kringloopwinkel op 27 februari 2020 dat juist [verdachte] degene is die instrueert [14] en nadrukkelijk stelt dat hij de CZ al heeft verkocht [15] . Van aanwezigheid of instructies van een “ [naam ] ” blijkt op dat moment niets.
De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] , inhoudend dat een ander het account beheerde, dan ook ongeloofwaardig. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] de gebruiker is van het Telegram-account [naam ] op zijn iPhone X. De rechtbank zal alle aangetroffen chats op dit account daarom toeschrijven aan [verdachte] .
De gebruiker van de telefoon BQ Aquarius
Op 27 februari 2020 rijdt [medeverdachte 2] als bestuurder alleen in een VW T-ROC in Drachten. [16] Hij is daar aangehouden. Bij de aanhouding is in die auto een ontgrendelde telefoon BQ Aquarius aangetroffen. [17] Dat de telefoon ontgrendeld was terwijl alleen [medeverdachte 2] zich in de auto bevond, acht de rechtbank een zeer sterke indicatie dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van deze telefoon.
In de BQ Aquarius zijn chatgesprekken aangetroffen [18] . Op 22 februari 2020 benoemt de gebruiker van de BQ Aquarius tegenover “NEEFI” dat zijn maat een shotgun ophaalt. [19] Onderdelen van deze chat komen terug in het gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de Kringloopwinkel. [20]
Later op 22 februari 2020 zegt de gebruiker van de BQ Aquarius tegen NEEFI dat hij en zijn “
yoego compa”denken dat een informant bij hen is binnengekomen. Verder zegt de gebruiker dat hij een zaak heeft met een Hollandse compagnon [21] . Deze Hollandse compagnon konden ze nooit pakken voor BV shit en wapenhandel. [22] De rechtbank leidt hieruit af dat de gebruiker van BQ Aquarius met ‘Hollandse compagnon’ kennelijk verdachte bedoelt, want verdachte en [medeverdachte 2] zijn aandeelhouders in de Kringloopwinkel voor 51% respectievelijk 49%. Met ‘
yoego compa’ zal [medeverdachte 1] zijn bedoeld.
Op 26 februari 2020 zegt de gebruiker van de BQ Aquarius: “
ben weg, moest spoed naar Swalmen”.Swalmen behoort tot de gemeente Roermond. Het bij [medeverdachte 2] in gebruik zijnde telefoonnummer [telefoonnummer] was die dag blijkens zendmastgegevens in Roermond.
Uit een chat van 26 februari 2020 blijkt dat de gebruiker van de BQ Aquarius met een ander buiten de stad is, en dat daar een ‘stille’ rondloopt. Dit spoort met observaties van de politie, die inhouden dat [medeverdachte 2] met verdachte in Rotterdam is wanneer een lid van het observatieteam (OT) twee keer bij hen voorbij loopt. Verdachte is daarop een stuk achter dit OT-lid aangelopen.
Op 27 februari 2020 omstreeks 10.48 uur zegt de gebruiker van de BQ Aquarius: “
ben net pas thuis. Was met mijn compa in club Duitsland”.Ook meldt hij dat een wapen kan worden opgehaald in Marum. [23] De rechtbank overweegt dat verdachte zegt dat hij die nacht met [medeverdachte 2] naar Duitsland is geweest, en dat [medeverdachte 2] in Marum woont.
Ook is meermalen een ontmoeting afgesproken tussen de gebruiker van de BQ Aquarius en de gebruikers “KINDREVOLVER” en “NEEFI” in Marum. [24] De ontmoeting met “KINDREVOLVER” op 27-2-2020 omstreeks 20.20 uur in de Merelstraat te Marum [25] komt dan overeen met de locatie van de VW T-ROC, in gebruik bij [medeverdachte 2] [26] .
De rechtbank constateert dat [medeverdachte 2] geen verklaring heeft willen afleggen over het gebruik van de BQ Aquarius en de inhoud van de chatberichten. Een aannemelijk en controleerbaar alternatief scenario is uitgebleven. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van de BQ Aquarius, en zal zij de chats uit die telefoon aan [medeverdachte 2] toeschrijven.
Feit 2 – invoer van wapens vanuit Kroatië.
Eerste reis naar Kroatië
[medeverdachte 1] maakt van 15 mei 2018 tot en met 23 juli 2018 gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit historische gegevens van dit telefoonnummer blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] vanaf [geboortedatum] 2018 een mast aanstraalt in Smilde, de verblijfplaats van verdachte. Ook blijkt dat [medeverdachte 1] op 8 juli 2018 voor het eerst telefonisch contact heeft met [medeverdachte 11] via diens telefoonnummer [telefoonnummer] . De telefoon van [medeverdachte 11] straalt vanaf 15 september 2018 ook vrijwel dagelijks [27] aan in Smilde. [28]
Uit SMS-chats, aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 11] , blijkt dat [medeverdachte 11] vanaf 4 september 2018 contact heeft met [naam ] , die in Kroatië woont. Op 6 september 2018 schrijft [naam ] aan [medeverdachte 11] : “
Er is één … halfautomaat lang 9 … geweldig ding”. [medeverdachte 11] antwoordt: “
Maar ik heb 10 stuks nodig, maar alles is welkom, hoeveel geld”. [naam ] stelt dat nader contact zal volgen, maar dat hij dit alvast heeft voor 300 euro, en genoeg munitie. [medeverdachte 11] heeft meer nodig en dringt aan dat dit te weinig is. [naam ] antwoordt dat [medeverdachte 11] geduld moet hebben en dat het opgelost kan worden. [medeverdachte 11] reageert: “
Ik weet alles 5 heb ik echter vervoer en ik dat het meteen onderweg opgelost kon worden.” Op 7 september 2018 meldt [naam ] : “
Dit is geregeld … wanneer het jou uitkomt, dat is hier. 500 €”. [29]
Vanaf 21 september 2018 reizen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] via Duitsland naar Valpovo in Kroatië. [30]
Op 23 september 2018 vraagt [medeverdachte 11] : “
Zien we elkaar vandaag”, waarop [naam ] bevestigend antwoordt. [31]
Op 25 en 27 september 2018 maakt [medeverdachte 11] foto’s in Kroatië (Sag). Deze foto’s zijn aangetroffen op zijn telefoon. Een van de foto’s toont een witte ronde tafel met 28 handgranaten, een groen blok met nummer 8826 en twee leren tasjes. Deze foto is ook op de telefoon van verdachte aangetroffen. [32] Een andere foto toont een witte emmer met handgranaten in granaatkokers. [medeverdachte 11] heeft verklaard dat deze foto’s bij [naam ] zijn gemaakt en dat er naar schatting 20 tot 25 handgranaten in een emmer zaten. Volgens [medeverdachte 11] heeft [naam ] granaten op tafel gelegd om deze aan [medeverdachte 1] te laten zien. [medeverdachte 11] verklaart dat [medeverdachte 1] geweren wilde kopen en dat zijn collega [naam ] ook nog granaten had. [33]
Er zijn ook nog drie andere foto’s op de telefoon van [medeverdachte 11] aangetroffen. Foto 8 (of 3; date last modified: 26-9-2018) toont [medeverdachte 1] met 2 handgranaten. Foto’s 9 (of 4, date last modified: 27-9-2018) en 10 (of 5, date last modified: 27-9-2018) tonen [medeverdachte 1] met een shotgun. [34] [medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij die foto’s ook heeft gemaakt bij [naam ] in Sag, Kroatië. [35] Deze drie foto’s zijn ook via WhatsApp naar [medeverdachte 1] gestuurd. [36]
Op 28 september 2018 heeft [medeverdachte 12] € 1.445,00 overgemaakt aan [medeverdachte 11] . Ook op 2 oktober 2018 heeft [medeverdachte 12] geld overgemaakt, te weten € 665,00 aan [medeverdachte 11] en
€ 755,00 aan [medeverdachte 1] . [37] [medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij deze geldbedragen telkens in opdracht van verdachte via Western Union heeft overgemaakt. [38]
Uit de historische verkeersgegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] blijkt dat zij vanaf 6 oktober 2018 gezamenlijk terugreizen. Op 7 oktober 2018 zijn zij weer in Nederland. [39]
Op 8 oktober 2018 zijn met het toestel van verdachte foto’s gemaakt in Smilde. [40] De foto’s van [medeverdachte 11] uit Kroatië zijn vergeleken met de foto’s van verdachte uit Smilde. [41] Op foto’s 1 [42] en 6 [43] staat een vrijwel identiek aantal handgranaten (28 versus 29 stuks), een identiek groen blok met opschrift 8826 en dezelfde lederen etuis met daarin handgranaten. Op foto’s 4 [44] , 5 [45] en 7 [46] staat een identiek vuurwapen. Op foto’s 3 [47] – [medeverdachte 1] met handgranaat – en 8 [48] staat een foto van dezelfde handgranaat. [medeverdachte 11] herkent op de foto’s uit de telefoon van verdachte dezelfde wapens die hij heeft gefotografeerd in Kroatië. [49]
Na vergelijking van de foto’s concludeert de politie dat er de volgende overeenkomsten zijn:
- 8 groene ronde handgranaten, waarvan de leesbare nummers op de veiligheidslepels overeenkomen, namelijk 2 x het nummer 8946 en 1 x het nummer 8830;
- 1 groene ronde handgranaat met een soort draaidop;
- 3 goud- of koperkleurige handgranaten;
- 1 groen blok met daarop het nummer 8826;
- 16 zwarte handgranaten in Smilde versus 17 zwarte handgranaten in Kroatië;
- twee lederen hoesjes. [50]
Een zelfde groen blok met nummer 8826 is op 27 februari 2020 bij doorzoeking aangetroffen in de loods aan de Rouaanstraat in Groningen. [51] Dit is een explosief, dat 500 gram TNT bevat en valt onder artikel 2, lid 1, categorie II onder 7 van de WWM. [52]
Op 25 november 2018 zijn foto’s gemaakt in Smilde, waarop onder andere [medeverdachte 12] te zien is met een wapen. [medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij dit wapen heeft gezien toen hij in oktober in Smilde terugkwam en dat hij deze foto heeft gemaakt. [medeverdachte 12] had nog nooit een wapen in handen gehad, waarop [medeverdachte 1] zei dat hij [medeverdachte 12] zou leren omgaan met een wapen. [53]
Vervolg: de tweede reis naar Kroatië
Op 23 september 2018 is [medeverdachte 11] nog in Kroatië met [medeverdachte 1] . Hij heeft dan ook contact met ene [naam ] .
[medeverdachte 11] vraagt [naam ] op 27 september 2018 om [naam ] te bellen. [naam ] zegt op 29 september 2018: “
Ik heb hem net gesproken. Ondanks zijn goede wil, kan hij niet vóór maandag of dinsdag terugkomen. Maximum is 15 stuks, Russische originele TT. Per stuk 70 euro. Als je wil, kan ik dat nu met hem regelen en jij brengt mij morgen in de loop van de dag het geld(…)”. [medeverdachte 11] antwoordt: “
Als dat mogelijk is 7 Beretta 9 m., en 8 TT(…)
Als dat niet kan, dan TT 15 stuks”. [54] Uit nadere berichten blijkt dat zij een overeenkomst sluiten.
De rechtbank begrijpt uit deze samenhang, in het licht van dit dossier, dat met “Russische originele TT” een Russische pistool Tokarev TT-30 of TT-33 is bedoeld en met “Beretta 9 m” een Italiaans handwapen van het merk Beretta, kaliber 9 mm.
Op 15 oktober 2018 vertrekt [medeverdachte 11] met verdachte en met [medeverdachte 1] naar Kroatië. [55] Op 16 oktober 2018 heeft [medeverdachte 11] weer contact met [naam ] . [56] Op 17 oktober 2018 omstreeks 14.00 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 11] weer aan in Smilde. [57]
Uit de inhoud van de berichten tussen [medeverdachte 11] en [naam ] in combinatie met het storten van geld (€ 966,65) van [naam ] aan [medeverdachte 12] op 17 oktober 2018 via Western Union, volgt dat er kennelijk is betaald voor wapens, die niet zijn geleverd. [medeverdachte 11] heeft vooraf ook de naam van [medeverdachte 12] aan [naam ] doorgegeven. [58]
Op 18 oktober 2018 heeft [medeverdachte 11] weer contact met [naam ] . [medeverdachte 11] wil foto’s van “datgene”. Op 19 oktober 2018 zegt [naam ] : “
Bij datgene wat ik heb gefotografeerd geeft hij nog 4kg explo… En dat is in totaal 1000€ … en datgene wat wordt uitgeschoven eenmalig en één emmer mun. voor dat grote dat ik heb gefotografeerd is 400€ … en de foto’s van die andere krijg je over een paar dagen … ze hebben mij nog niet gebeld. [59]
De rechtbank begrijpt uit deze samenhang, in het licht van dit dossier, dat met “explo” explosieven is bedoeld, met “mun.” munitie en met “datgene wat wordt uitgeschoven eenmalig” een eenmalig uitschuifbare raketlanceerbuis van het type LAW of soortgelijk.
Op 26 november 2018 stuurt verdachte een WhatsApp-bericht aan [medeverdachte 11] , inhoudend dat [medeverdachte 11] nu voor hem werkt. Uit de berichten blijkt dat [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] dan onderweg zijn. [60] Op 2 en 3 december 2018 maakt [medeverdachte 12] via Western Union bedragen van
€ 56,00 en € 216,00 over aan [medeverdachte 11] in Sag. [61] [medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij de bedragen heeft betaald in opdracht van verdachte. Verdachte beheerde het geld, en ook ontvangen geld moest [medeverdachte 12] afdragen aan verdachte. [62]
Vanaf 19 december 2018 vraagt verdachte aan [medeverdachte 11] wanneer hij terugkomt. Volgens verdachte bellen de Belgen elke dag en heeft hij gezichtsverlies geleden. Kennelijk reageert [medeverdachte 11] pas op 4 januari 2019. Hij is op 9 januari 2019 weer in Smilde en gaat op 10 januari 2019 naar België met [medeverdachte 1] en [naam ] [63] . Op 1 februari 2018 zegt verdachte weer dat het hem te lang duurt. Op 5 februari 2019 meldt [medeverdachte 11] dat hij geen geld heeft om te onderhandelen. Verdachte antwoordt dat hij [medeverdachte 11] 180 gr. heeft gegeven, dat hij [medeverdachte 11] vertrouwde en dat hij nu niks heeft. Hun laatste contact is op 19 februari 2019. [64]
[medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij met [medeverdachte 1] , die toen in Smilde woonde, naar zijn collega [naam ] is gereisd in Kroatië. [naam ] woont in Sag. [medeverdachte 1] is in gesprek gegaan om wapens te kopen. [naam ] had 20 tot 25 handgranaten in een witte emmer. [naam ] stalde deze uit op een tafel om aan [medeverdachte 1] te laten zien. In opdracht van verdachte heeft [medeverdachte 12] het geld aan [medeverdachte 1] overgemaakt. [65] De correspondentie tussen [medeverdachte 11] en [naam ] is gevoerd in opdracht van [medeverdachte 1] ; [medeverdachte 1] had daarover weer contact met verdachte. [66]
Uit de voornoemde bewijsmiddelen blijkt evident dat [medeverdachte 11] met [medeverdachte 1] en verdachte heeft samengewerkt om 29 handgranaten, een groen blok van 500 gram TNT en twee automatische vuurwapens vanuit Kroatië naar Nederland te brengen. [medeverdachte 11] had al ruim vóór de eerste reis contact met [naam ] over de aankoop van wapens. Hij heeft [medeverdachte 1] en [naam ] met elkaar in contact gebracht. [medeverdachte 11] is twee keer met [medeverdachte 1] naar Kroatië gereisd om te bemiddelen bij de aankoop van wapens. Ook tijdens hun verblijf in Kroatië onderhield [medeverdachte 11] nauw contact met [naam ] en [naam ] , met het oog op de aankoop van wapens. [medeverdachte 11] heeft zowel in Kroatië als in Smilde dezelfde partij handgranaten en vuurwapens gezien.
[medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] hebben beiden verklaard dat verdachte de geldverstrekker was voor de Western Union-betalingen. [medeverdachte 11] heeft verklaard over een hiërarchie tussen [medeverdachte 1] en verdachte, hetgeen overeenkomt met het bericht van verdachte aan [medeverdachte 11] . Bij de tweede reis ging verdachte ook zelf mee.
Uit het dossier blijkt niet of [medeverdachte 1] of [medeverdachte 11] de handgranaten, het explosief en de vuurwapens naar Nederland heeft vervoerd, maar - gelet op de bewijsmiddelen - is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] om de wapens, munitie en explosieven aan te kopen. [medeverdachte 1] en verdachte wonen of verblijven in Nederland, en ook [medeverdachte 11] verbleef al geruime tijd in Smilde. Verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] wisten daarom dat hun inspanningen zouden leiden tot invoer van de aangekochte wapens in Nederland, en zij hebben daarop naar het oordeel van de rechtbank ook het opzet gehad. Dat niet blijkt hoe de wapens daadwerkelijk in Nederland zijn gekomen, doet aan dit oordeel niet af.
De rechtbank acht daarom feit 2 wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van het medeplegen van de invoer vanuit Kroatië in Nederland van 29 handgranaten, een groen blok van 500 gram TNT en twee automatische vuurwapens.

Feit 2 – uitvoer van wapens naar België

*Onderdeel Genk

De broers [getuige 3] houden zich volgens de Belgische politie bezig met drugshandel. [67] Op 13 januari 2020 zijn hun woningen aan de [adres] te Genk (België) doorzocht. [68] In de garage van [adres] zijn aangetroffen:
1) een raketwerper, type RBR M80. [69] Er staan foto’s van soortgelijke raketwerpers op de telefoon van verdachte, maar er is geen directe link naar het onderzoek Ultegra. [70]
2) een zwarte stoffen zak met een schijnbaar militair geweer van onbekend merk, type en kaliber, vermoedelijk Heckler & Koch. [71]
3) een zwarte sporttas met een machinepistool, een doos patronen van type .233 Remington en een plastic tas. [72] Een zelfde doos munitie is afgebeeld op een foto in de telefoon van verdachte. De diepvrieszak met munitie is van hetzelfde merk (Toppits, 1 liter, safe loc) als de diepvrieszak met munitie die is aangetroffen in de Kringloopwinkel. [73]
4) een pot met de springstof pentriet, twee detonators en een tijdschakelaar. [74] Pentriet valt naar Belgisch recht onder dezelfde categorie springstoffen als dynamiet. [75] De detonators zijn gemodificeerde commerciële verbindingsstukken voor knalkoord (
detonating cord relay connectors). Een detonator is een explosief ontstekingsmiddel dat zorgt voor een schokgolf om springstof te laten ontploffen. De ontstekers vallen naar Belgisch recht onder Klasse B, munitie, 1e categorie: slagpijpjes en gelijkgestelde voorwerpen. [76] De tijdschakelaar (Time-Power Unit of TPU) bestaat uit een aan/uit-schakelaar, een microcontroller met tijdprogrammering van 3 minuten, en een batterijvoeding. [77] Deze voorwerpen kunnen tot een explosief gecombineerd worden. [78]
Ritten naar Genk
Uit peilbakengegevens blijkt dat de Audi A4 ( [kenteken] ) op 24 december 2018 omstreeks 14.36 uur stopt aan de Rouaanstraat te Groningen. [79] Omstreeks 18.07 uur vertrekt de auto van het Jardingapad en verplaatst zich naar Genk. Daar staat de auto tussen 21.18 en 21.55 uur aan de [adres] . Vervolgens rijdt de auto terug naar Nederland. Verdachte belt op 25 december 2018 om 00.28 uur en 01.47 uur met [medeverdachte 12] om te vragen hoe ver zij zijn. Het antwoord van [medeverdachte 12] strookt telkens met de gegevens van het peilbaken. [80] De telefoonnummers in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] reizen mee met dit peilbaken. [81] De auto keert op 25 december 2018 om 02.02 uur terug aan het Jardingapad. [82]
Op 30 december 2018 rijdt deze auto weer naar Genk en staat tussen 18.20 en 19.01 uur stil aan de [adres] . Het telefoonnummer van [medeverdachte 1] volgt het peilbaken van de auto. [83] Op 3 januari 2019 maakt een door [medeverdachte 1] gehuurde Renault Traffic weer een rit naar Genk. [84]
Uit het dossier blijkt voorts dat [medeverdachte 1] naar België is gereden op 28 december 2018, 30 december 2018, 28 januari 2019, 25 februari 2019, 23 maart 2019, 2 april 2019, 11 april 2019, vermoedelijk 20 april 2019, 14 mei 2019, 29 en 30 mei 2019, 3 en 4 juni 2019, 16 augustus 2019 en 14 september 2019. [85]
Verklaringen verdachten
[medeverdachte 12] heeft - samengevat - verklaard dat hij met [medeverdachte 1] naar Genk is gereden. Zij reden bij aankomst bij de woning met een u-bocht over de oprit naar de garage beneden. De beschrijving door [medeverdachte 12] komt overeen met de woning aan de [adres] . [86] [medeverdachte 1] gaf in de garage een donkergekleurde sporttas met zakken Dorito chips aan een man. Toen [medeverdachte 1] tegen de tas tikte, hoorde [medeverdachte 12] een kling-kling geluid. [medeverdachte 1] kwam na een kwartier terug zonder tas. Daarna reden zij terug naar Nederland. [87]
[medeverdachte 3] heeft - samengevat- verklaard dat hij de in Genk aangetroffen ontstekers en het TPU-kastje heeft gemaakt. Hij herkent de uitstekende draadjes, de tape en het krimpkousje. De onderdelen werden aangeleverd door verdachte of [medeverdachte 1] . [88] Op verzoek van verdachte heeft [medeverdachte 3] afstandsbedieningen gemaakt voor explosieven. Dit was globaal in de zomer van 2019. [89]
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] op 24 december 2018 in Genk een tas hebben afgeleverd aan de [adres] . Wat er in die tas zat, is echter niet komen vast te staan. [medeverdachte 1] heeft daarna nog een aantal ritten gemaakt naar België, waarbij in elk geval op 30 december 2018 de woning aan de [adres] is aangedaan.
De ten laste gelegde voorwerpen zijn pas aangetroffen op 13 januari 2020, meer dan één jaar later.
Van de raketwerper, de vuurwapens en het pentriet is geen verband aangetoond met enige verdachte in het onderzoek Ultegra. Mede gelet op het tijdsverloop zal de rechtbank verdachte dus vrijspreken voor zover het gaat om deze goederen.
De munitie in de Remington-doos en in de Toppits-diepvrieszak kunnen verband houden met de groep rond verdachte, maar gelet op de algemene verkrijgbaarheid van deze artikelen acht de rechtbank dit verband te onbepaald. DNA-sporen of dactyloscopische sporen ontbreken. Ook van deze voorwerpen zal de rechtbank verdachte dus vrijspreken.
De twee ontstekers en de tijdschakelaar hebben een concrete link met medeverdachte [medeverdachte 3] , die immers heeft bekend deze goederen te hebben gemaakt voor verdachte en/of [medeverdachte 1] . Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat in elk geval [medeverdachte 1] ook na 24 december 2018 nog een of meer bezoeken heeft gebracht aan de Kuilenstraat, zodat niet uitgesloten kan worden dat de ontstekers en tijdschakelaar daar eerst ná 24 december 2018 zijn afgeleverd.
De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de verklaringen van [medeverdachte 12] en [medeverdachte 3] . Zij hebben immers deels ook belastend over zichzelf verklaard. Het initiatief voor het maken van deze ontstekers en tijdschakelaar komt van verdachte, als opdrachtgever. Het is dan ook evident dat hij als medepleger aangemerkt kan worden. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger, in nauwe en bewuste samenwerking met anderen, de twee ontstekers en TPU vanuit Nederland naar Genk heeft laten vervoeren.

*Onderdeel Zwijndrecht

Op 20 april 2019 krijgt de politie melding dat [getuige 2] , wonend aan de [adres] te Zwijndrecht (België), een kogel door haar voet heeft gekregen. Zij is de vriendin van [getuige 1] , wonend aan de Trammezandlei in Antwerpen (België).
Haar woning is doorzocht [91] waarbij onder meer de volgende voorwerpen zijn aangetroffen:
8 handgranaten
4 vuurwapens met munitie en laders
1 kg explosief
2 GSM-telefoons met connectoren t.b.v. ontstekers
kogelwerende vesten. [92]
Ad 1) Handgranaten [93]
In een reiskoffer treft de politie een plastic tas aan van de Poiesz-supermarkt met daarin vijf handgranaten in groene granaatkokers. De politie heeft deze handgranaten vergeleken met de foto’s van handgranaten op de iPhone X van verdachte. De foto’s, gemaakt op 8 oktober 2018 in Smilde (Nederland), vertonen overeenkomsten met de in Zwijndrecht aangetroffen handgranaten, als volgt:
- 1 stuks M50 handgranaat
“De M50 handgranaat kan uit de voorraad komen waarover [verdachte] beschikte. De combinatie lichaamsnummer en veiligheidsbeugelnummer is dezelfde als de foto van de granaat aangetroffen op het toestel van [verdachte] . Qua verdere uiterlijke kenmerken zijn er tevens overeenkomsten, egaal/geen beschadigingen waarneembaar.”
- 4 stuks M75 handgranaat
“De 4 M75 handgranaten aangetroffen in Zwijndrecht kunnen afkomstig zijn uit de voorraad waarover [verdachte] beschikte, de veiligheidsbeugelnummers komen met elkaar overeen, de granaten waren verpakt in granaatkokers.”
Geconcludeerd is dat: “Hoewel niet met zekerheid kan worden aangegeven of de aangetroffen handgranaten in Zwijndrecht daadwerkelijk dezelfde handgranaten zijn als te zien op de foto’s gemaakt in Smilde, lijkt het feit dat er meerdere overeenkomsten zijn tussen de vier handgranaten M75 en de handgranaat M50 uit Zwijndrecht met de handgranaten van de foto’s uit Smilde en het feit dat deze overeenkomstige handgranaten ook naast elkaar staan op de foto die gemaakt is in Smilde, geen toevalligheid meer.” [94]
Er is ook nader onderzoek gedaan naar de plastic tas van de Poiesz-supermarkt. De opdruk “95 jaar” correspondeert met het jubileum van de Poiesz-supermarkt op 16 januari 2018.
In de iPhone X van verdachte is een foto aangetroffen waarop hij te zien is met twee handgranaten in zijn handen. Op de achtergrond van deze foto is ook een plastic tas met het opschrift “95 jaar” van de Poiesz-supermarkt te zien. [95]
Op één van de vijf granaatkokers is - kort gezegd –DNA aangetroffen van [medeverdachte 11] . [96]
Ad 2) Vuurwapens
Een van de gevonden wapens is een semiautomatisch pistool, Walther P38, 9mm. Op dit pistool is - kort gezegd - een DNA-mengprofiel aangetroffen waarvan het DNA van [medeverdachte 1] deel uitmaakt. [97]
Ad 3) Explosief
In een slaapkamer is een Action-tas aangetroffen met daarin een Adidas-schoenendoos met daarin zes staven dynamiet van het merk Austrogel G1. [98] De rechtbank constateert dat dit dezelfde springstof is als het explosief dat is aangetroffen in Soesterberg (zie feit 3, 4 en 5).
Ad 4) GSM-telefoons met connectoren t.b.v. ontstekers
In de Adidas-schoenendoos zit ook een plastic zakje met twee elektrische slagpijpjes. Op de knoop van het plastic zakje is - kort gezegd - DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen. [99]
[medeverdachte 3] [100] heeft verklaard dat verdachte hem heeft gevraagd om een afstandsbediening te maken voor explosieven. Daarvoor waren oudere telefoons nodig. In de nacht van 1 op 2 april 2019 hebben mannen, waaronder [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] , hiertoe twee of drie telefoons bij [medeverdachte 3] thuis afgeleverd. [medeverdachte 3] heeft – na confrontatie met de foto van de slagpijpjes en telefoons – bekend dat hij deze heeft geprepareerd om een explosief te laten ontploffen. Hij heeft de slagpijpjes gemonteerd en kruit in de slagpijpjes gebracht. De slagpijpjes zijn tegelijk met de telefoons meegenomen.
De GSM-telefoons waren een witte Samsung (IMEI 352937082947120) en een zwarte Samsung (IMEI 356388086003760). [101] Op de witte Samsung is - kort gezegd - DNA aangetroffen van [medeverdachte 1] [102] , [medeverdachte 3] [103] en [medeverdachte 12] [104] . Op de zwarte Samsung is - kort gezegd - DNA aangetroffen van [medeverdachte 1] [105] , [medeverdachte 3] [106] en [medeverdachte 7] [107] .
De historische gegevens van deze IMEI-nummers zijn gevorderd. Hieruit blijkt dat beide telefoons vrijwel tegelijk op dezelfde locatie van een nieuw telefoonnummer zijn voorzien, te weten op 2 april 2019 omstreeks 3.29 en 3.33 uur, waarbij telkens de mast aan de [adres] te Leeuwarden werd aangestraald. Deze mast ligt op 200 meter van het adres van [medeverdachte 3] . [108] De zwarte Samsung werd tot 2 april 2019 gebruikt voor een simkaart op naam van [bedrijfsnaam 2] . Ook andere telefoonnummers op naam van [bedrijfsnaam 2] waren ooit geplaatst in deze zwarte telefoon. [109]
Uit OVC-gesprekken op 1 en 2 april 2019 blijkt het volgende. Op 1 april 2019 omstreeks 21.07 uur rijden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in de Audi A4 ( [kenteken] ) van de woning van verdachte aan het [adres] te Oosterwolde (verder: het Jardingapad) naar de woning van [medeverdachte 3] aan de Groningerstraatweg te Leeuwarden. [medeverdachte 1] zegt op een zeker moment “
grappig spul he”. [medeverdachte 7] vraagt wat het is. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Het is 350 voor een gram. 5000 euro. (…) Een plaatje is ongeveer 150/125 gram … Zwitserse … uit Zwitserland … met een donator (fonetisch)[de rechtbank begrijpt: detonator]
erop waarde van ongeveer 3/4 kop. (…)
Eén boem he … boem”. [medeverdachte 7] zegt: “
Beste BOEM”. [110] De rechtbank merkt op dat Austrogel G1 een merknaam is van Austin Powder GmbH, voorheen Dynamit Nobel te Wenen (Oostenrijk).
Omstreeks 21.42 uur stoppen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] nabij de woning van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] stapt uit, [medeverdachte 7] blijft in de auto. Omstreeks 22.25 uur stappen [medeverdachte 1] en [naam ] bij [medeverdachte 7] in de auto en rijden zij naar Franeker. Onderweg bespreken zij dat drie mobiele telefoons van een ouder type nodig zijn; daarna is het “klaar”.
[medeverdachte 1] belt [medeverdachte 12] en geeft hem opdracht een telefoon te regelen. [medeverdachte 1] vraagt waarom [medeverdachte 12] niet meteen opnam, en vraagt excuses van [medeverdachte 12] . [111] [medeverdachte 12] moet naar Donkerbroek komen bij het witte huis. [medeverdachte 1] herhaalt dat hij de oude Nokia bedoelt zonder camera. [medeverdachte 1] vraagt ook of er nog andere oude telefoons thuis zijn. Er is haast bij, want ze hebben de telefoon vannacht al nodig. [112]
Omstreeks 22.58 uur stapt [naam ] in Franeker eerst uit en vervolgens weer in; hierna blijkt dat hij een telefoon met lader heeft opgehaald.
Om 23.18 uur is de auto weer in de buurt van de woning van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] en [naam ] stappen uit en [medeverdachte 7] zegt: “
Zie ik jullie zo weer”.
[medeverdachte 7] rijdt naar Donkerbroek en komt om 23.44 uur aan bij restaurant het Witte Huis.
Op 2 april 2019 omstreeks middernacht zijn [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de auto te horen. Vervolgens rijdt [medeverdachte 7] weer terug naar de woning van [medeverdachte 3] .
Om 01.15 uur stappen [medeverdachte 1] en [naam ] weer bij [medeverdachte 7] in de auto. [medeverdachte 1] spreekt over België en zegt dat [medeverdachte 7] niet mee kan. Om 02.00 uur is de auto in Smilde, en arriveert om 2.42 uur weer bij de woning van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] en [naam ] spreken onderweg af dat zij morgen naar België gaan. [113]
[naam ] wordt afgezet in Franeker, waarna [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] terugkeren naar de woning van [medeverdachte 3] . Om 04.25 uur stappen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] weer in de auto. [medeverdachte 7] zegt: “
ik heb op internet gelezen dat als je een explosief met een telefoon af wil laten gaan, dan moet dat met de trilfunctie”. [114]
Op 2 april 2019 om 13.51 uur rijden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in dezelfde auto van Smilde naar Oosterwolde. Tussen 14.09 tot 15.50 uur staat de auto aan het Jardingapad. Daarna vertrekken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] weer. [medeverdachte 7] zegt: “
Je hebt een hele rit voor de boeg ja, bah. Scheelt dat je lekker kunt slapen.” [medeverdachte 1] zegt: “
Iemand ramt tegen [naam ] zo aan … hele snelweg in de lucht”. [medeverdachte 7] zegt: “
niet best”. [medeverdachte 1] lacht. [medeverdachte 7] merkt op: “
een rijdende tijdbom”. Er volgt een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] over trekkoord-ontstekers, 9 volts-batterijen, en LED-lampjes van 3 volt. [115] Rond 16.05 uur stopt de auto bij McDonald’s in Drachten.
[medeverdachte 1] stapt bij [naam ] in een Ford Focus met kenteken [kenteken] . De Ford Focus passeert om 19.15 uur de Belgische grens bij Hazeldonk. De Ford Focus is vervolgens twee keer vastgelegd in Antwerpen. Om 22.29 uur rijdt de Ford weer Nederland in. [116]
[medeverdachte 7] zit op 2 april 2019 omstreeks 17.46 uur met een ander in de Audi A4. [medeverdachte 7] zegt: “
Gister hadden ze telefoon gebruikt om ontsteker te voorzien.” Onbekende: “
Goed spul”. [medeverdachte 7] : “
Dat hoop ik wel. (…) Gebruikt elektrische ontsteker toch”. Onbekende vraagt: “
explosief”, hetgeen [medeverdachte 7] bevestigt. [117]
Ad 5) Kogelwerende vesten
Op de ritssluitingen van de kogelwerende vesten met nummers 3 en 4 is - kort gezegd – het DNA aangetroffen van verdachte. [118]
[getuige 1] [119] heeft verklaard dat hij de in Zwijndrecht aangetroffen wapens daar heeft gebracht. Hij heeft, voor een financiële vergoeding, dingen voor twee andere personen bij zich gehouden. Er zijn verschillende leveringen geweest. De eerste twee wapens zijn geleverd aan de Trammezandlei. De Adidas schoenendoos is in Merksem geleverd en heeft hij daarna naar Zwijndrecht gebracht. De personen wisten dat hij ook in Zwijndrecht verbleef, dus daar is vervolgens ook geleverd. De kogelwerende vesten moest hij ook bij zich houden.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat uit de verklaring van [medeverdachte 3] blijkt dat hij in opdracht van verdachte handelde. Uit de afgeluisterde geluidsfragmenten volgt dat ook [medeverdachte 7] wist dat [medeverdachte 3] telefoons heeft geprepareerd als ontstekers. Na een stop bij de woning van verdachte maakten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] opmerkingen waaruit de rechtbank afleidt dat er op dat moment explosieven in de auto aanwezig zijn. Verdachte heeft dus met zijn medeverdachten het plan opgevat om twee tot ontstekers geprepareerde telefoons en explosieven naar België uit te voeren. Verdachte heeft met zijn medeverdachten zo nauw en bewust samengewerkt bij deze uitvoer dat sprake is van medeplegen. Dat hij zelf feitelijk de voorwerpen niet naar België heeft vervoerd, maakt dit niet anders. De rechtbank acht dit onderdeel van feit 2 dan ook wettig en overtuigend te bewijzen.

*Onderdeel Trammezandlei

Op 1 augustus 2019 is de woning van [getuige 1] , [adres] te Antwerpen [120] (België) doorzocht. [121] In de bergruimte is een plastic zak aangetroffen met daarin een Beretta pistool, gewikkeld in een blauwe plastic handschoen, en een plastic zak met munitie. [122] Op de lader van het pistool is - kort gezegd - DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen. [123]
Uit bakengegevens van de Audi A4 ( [kenteken] ) blijkt onder meer:
- de auto staat op 30 december 2018 tussen 19.58-20.11 uur stil aan de Trammezandlei;
- de auto is op 3 januari 2019 tussen 22.23-00.42 uur aanwezig nabij de Trammezandlei;
- de auto staat op 3 januari 2019 tussen 22.31-00.20 uur op de Bouwenstraat te Antwerpen, [124] op drie minuten lopen van Arras Hotel & Business flats. Hier zouden [getuige 1] en [naam ] tussen 24 december 2018 en 1 februari 2019 verblijven. Verder is [getuige 1] een frequente bezoeker van het adres [adres] te Antwerpen (zie onderdeel Cadixstraat hierna). [125]
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen in dit onderdeel en in andere onderdelen (feit 2, 3, 4 en 5) volgt dat [medeverdachte 1] meermalen in België is geweest en dat zijn DNA is aangetoond op het aan de Trammezandlei aangetroffen Beretta-pistool. [getuige 1] heeft geen namen genoemd, maar uit zijn verklaring valt naar het oordeel van de rechtbank wel op te maken dat dezelfde leveranciers hem wapens leverden in Zwijndrecht en aan de Trammezandlei. [medeverdachte 1] handelde volgens de bewijsmiddelen vrijwel altijd als medepleger van en in opdracht van verdachte. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onderdeel Trammezandlei van feit 2 heeft medegepleegd.

*Onderdeel Cadixstraat

Op 3 juni 2019 om 14.55 uur komen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in een Audi A6 ( [kenteken] ) aan bij de woning van verdachte aan het Jardingapad. Omstreeks 15.33 uur vertrekt [medeverdachte 7] in de Audi A6. Hij rijdt via Beerta, het toenmalige verblijfadres van onder meer [medeverdachte 1] , naar de [adres] te Groningen. Daar staat de auto tussen 18.12 en 18.19 uur.
Om 19.03 uur is de Audi A6 met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] terug aan het Jardingapad. Om 19.53 uur lopen verdachte en [medeverdachte 7] naar de auto. [medeverdachte 7] opent de kofferbak. Er ligt een zwarte tas in, en iets dat lijkt op een blauw dekzeil. [medeverdachte 7] en verdachte tillen dit uit de auto. Zij kijken vervolgens samen een poosje in de kofferbak. [medeverdachte 7] heeft daarna handschoenen aan. Hij pakt de zwarte tas, legt deze terug in de kofferbak en dekt deze af met het blauwe zeil. Verdachte loopt intussen al bellend naar de woning. [126]
Om 20.00 uur herhaalt het proces zich. Verdachte en [medeverdachte 1] staan bij de auto. [medeverdachte 7] opent de kofferbak en haalt het dekzeil en de zwarte tas eruit. Vervolgens heeft [medeverdachte 7] zijn hoofd een tijdje in de kofferbak. Verdachte en [medeverdachte 1] kijken mee. [medeverdachte 7] pakt daarna de spullen weer in. De zwarte tas gaat de kofferbank in, daarna het blauwe zeil, de handschoenen gaan uit en de kofferbak gaat dicht.
Om 20.05 uur vertrekken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in de Audi A6. De Audi maakt een stop van 6 minuten aan de Rouaanstraat te Groningen en rijdt dan naar Leeuwarden. Om 21.40 uur zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] bij de woning van [medeverdachte 3] aan de Groningerstraatweg. Als zij weer vertrekken, staat [medeverdachte 3] in de deuropening van zijn werkplaats. Vervolgens rijdt de Audi rechtstreeks naar Antwerpen, om daar op 4 juni 2019 omstreeks 1.00 uur aan te komen. [127]
Op 4 juni 2019 om 7.59 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 10] . [medeverdachte 1] geeft aan dat ze moeten blijven en dat er iets mis is gegaan. Zij zijn naar een hotel gebracht. [medeverdachte 1] ligt in bed en [medeverdachte 7] ook.
Tussen 16.27 uur en 19.29 uur staat de Audi stil aan de Cadixstraat te Antwerpen. [128]
Om 16.53 uur worden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in het appartement aan de [adres] te Antwerpen ontvangen door [naam ] . Tussen 17.17 en 18.01 is een onbekende licht getinte man ook binnen. Tussen 18.35 en 19.16 uur is [naam ] eveneens in het appartement. [129]
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] hebben in het appartement een gesprek met [naam ] , aangeduid als NN1. Het afgeluisterde gesprek heeft - samengevat- de volgende strekking. [130]
[medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 7] of hij handschoenen wil pakken. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] proberen een afgebroken draad te repareren. Daarna geven [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] uitleg. Zij bespreken dat iets aan en uit gaat, dat een knopje groen blijft, dat iets erin gedrukt wordt, dat het papier eraf gaat, en dat balletjes geknipt worden en in een handschoen gaan. De folie moet daar weer op, anders krijg je die rommel niet meer uit je kleren. Het heeft een sterke lucht. Besproken wordt dat een ontsteker op de computer wordt aangesloten om de tijd in te stellen. NN1 vraagt om dit te testen op 3 minuten. [medeverdachte 1] antwoordt dat het lampje gelijk gaat branden als ze hem aanzetten. Volgens [medeverdachte 1] branden deze op hetzelfde moment één keer, en dan gaat de stroom door. [medeverdachte 7] zegt: boem. NN1 hoopt niet dat hij die ineens indrukt. [medeverdachte 7] zegt: binnen 3 minuten. NN1 vraagt of dat niet een beetje snel is. [medeverdachte 1] zegt dat die vader graag met hem en [verdachte] tot elkaar wil komen, maar die vriend van mij, die zei: pech, [verdachte] zit vast. NN1 is bezorgd dat zij straks ook aan een andere groep verkopen. [medeverdachte 1] wil wel met NN1 werken maar niet met anderen. Als NN1 vraagt hoe [medeverdachte 1] dit heeft uitgevonden, antwoordt [medeverdachte 1] dat hij die legerman pakt, die vriend van [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte]. Deze man mag nog steeds op sites van het leger en daar pakt hij gewoon dingen. NN1 vindt dit een slimme kerel. Volgens [medeverdachte 1] is dit van het leger, daar doen ze alleen maar dit. Ze gaan op de muren, trekken zo'n pen eruit uit en dan brandt ie van binnen af en BOEM. [medeverdachte 7] zegt dat je eigenlijk knopjes moet hebben, waar je draadjes aan kunt solderen. Volgens [medeverdachte 1] kun je de plaatjes extern installeren op hoeveel tijd je wilt. Op de site staat dat ze dat tussen één en drie minuten doen. Volgens [medeverdachte 1] heeft hij [de rechtbank begrijpt: verdachte [medeverdachte 3] ] gezegd: als jij een jongen hebt die het nog nooit heeft gedaan ... 3 minuten ... of een beetje traag is ..... dan gaat hij zelf ook de lucht in. Volgens [medeverdachte 7] moet het sowieso niet langer dan 5 minuten. Volgens [medeverdachte 1] heb je dan kans dat één van de batterijen leeg is, en er staat advies op die legersite van 1 of 3 minuten. Het leger doet alles op één minuut. Volgens [medeverdachte 1] moet de simkaart erin, en is er sprake van een netwerk. Er zijn drie wachtwoorden. Eén wachtwoord activeert, het andere wachtwoord stuurt de GPS-locatie en de derde zet het de lucht in. [medeverdachte 1] zegt: je verkoopt zo’n ding, stelt hem in op 30 seconden, met het idee dat zij hem gaan plaatsen, en tijdens het plaatsen gaan ze de lucht in. NN1 en [medeverdachte 1] moeten lachen. NN1 en [medeverdachte 7] zeggen beiden: BOEM. [medeverdachte 1] spreekt af dat de ander ervoor zorgt de handschoenen weg worden gegooid. Er komt nog een persoon NN3 binnen. NN3 reageert met: “
Ah die ontstekers!”. [131]
Gelet op de camerabeelden stelt de rechtbank vast dat N1 [naam ] betreft en N3 is [naam ] . [132]
Om 19.27 uur verlaten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] het appartement. Zij komen aan bij de woning van verdachte omstreeks 23.38 uur. Op 5 juni 2019 omstreeks 00.25 uur rijdt de Audi A6 via Groningen naar Beerta. [133]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij een kastje heeft gemaakt met een batterij, printplaatjes en een relais. Het was de bedoeling dat dit kastje zou werken als vertrager om een slagpijpje tot ontploffing te brengen. Hij heeft er een stuk of drie gemaakt. Bij het aanzetten loopt een timer af die was ingesteld op 1 minuut. [134] Geconfronteerd met dit afgeluisterde gesprek verklaart [medeverdachte 3] dat de uitspraak over aansluiten op de computer betrekking heeft op de kastjes die hij heeft gemaakt, en dat de genoemde drie minuten hiermee overeenkomen. Over het ‘lampje dat gelijk gaat branden’, verklaart [medeverdachte 3] dat het ledje direct gaat branden wanneer je de schakelaar omzet. De uitspraken over ‘plaatjes die extern geïnstalleerd worden op de gewenste tijd’, over een simkaart en een netwerk, en over drie wachtwoorden, hebben volgens [medeverdachte 3] betrekking op de apparaatjes waar hij eerder mee bezig was, en die hij nog heeft liggen. [135]
Conclusie
Voorafgaand aan de reis naar Antwerpen wordt de Audi A6 tot twee keer toe opnieuw ingepakt, waarbij [medeverdachte 7] telkens handschoenen draagt. Dit duidt op wetenschap van illegale activiteiten: het achterlaten van vingerafdrukken of DNA moet kennelijk worden voorkomen. Dit proces is telkens geobserveerd door verdachte en [medeverdachte 1] .
Vervolgens wordt zowel de loods aan de Rouaanstraat bezocht als de woning van [medeverdachte 3] - de maker van de ontstekers - voordat naar België wordt gereden.
In het appartement aan de Cadixstraat spreken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] met [naam ] evident over de werking van een explosief en van een ontsteker met bijbehorende TPU. Uit hun gesprek volgt dat deze voorwerpen op dat moment daadwerkelijk voor hen liggen. Aan het begin en einde van het gesprek blijkt dat zij handschoenen dragen, en dat die adequaat moeten worden weggegooid. Ook dat duidt op het voorkomen van opsporing.
Verdachte heeft met zijn medeverdachten zo nauw en bewust samengewerkt bij de voorbereiding en uitvoering dat sprake is van medeplegen van de uitvoer naar België. De rechtbank acht feit 2, onderdeel Cadixstraat, dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Feit 3 en 4: nationale wapenhandel & overdragen van wapens

*Onderdeel [naam ] .

De rechtbank acht dit onderdeel (telkens onderdeel 1 van feit 3 en 4) niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt dat de in het dossier opgenomen telefoongesprekken en sms-berichten tussen verdachte ( [telefoonnummer] ) en [naam ] ( [telefoonnummer] ) zijn gevoerd.
Op 15 oktober 2018 stuurt [naam ] een sms met de tekst: “
Kan ik langskomen voor die stukje ijzer”.Verdachte reageert daarop met: “hoe laat kun je in Assen zijn”. Vervolgens geeft [naam ] een ander telefoonnummer door van een derde die het stukje ijzer zal ophalen. Verdachte en de onbekende derde spreken af bij nabij de Bonte Wever. Later stuurt [naam ] een sms naar verdachte: “
Thnqs bro”.
Op 19 november 2018 belt [naam ] met verdachte en zegt: “
weet je nog mijn maat had 1 ding van jou laatst gekocht”. Verdachte bevestigt dat. [naam ] : “
ik moet er nog drie hebben… van die drie zelfde enne nog van die kleineren ook nog.” Hierna volgt een afspraak tussen verdachte en [naam ] bij Poiesz supermarkt in Oosterwolde.
De rechtbank concludeert dat er kennelijk een stukje ijzer op 15 oktober 2018 is geleverd door verdachte aan [naam ] , en wellicht daarna nogmaals op 19 november 2018.
Zowel verdachte als [naam ] ontkennen dat het ‘stukje ijzer’ ziet op een wapen. Deze uitdrukking geeft echter in de context van dit dossier te denken: er is jurisprudentie [136] die inhoudt dat ‘ijzer’ straattaal is voor een wapen. De alternatieve lezing van verdachte dat het hier ging om een ijzeren pers, kan echter niet terzijde worden gesteld als ongeloofwaardig. Een daadwerkelijke overdracht is immers niet door de politie waargenomen. Ook blijkt niet van bij [naam ] aangetroffen wapens. De rechtbank kan bij deze stand van zaken niet vaststellen dat het besprokene ziet op een wapen, laat staan dat daarvan een type of categorie kan worden vastgesteld.
Het verweer van de verdediging ten aanzien van al dan niet bewust gemaakte fouten in telefoonnummers behoeft geen bespreking meer, omdat de rechtbank komt tot een vrijspraak.

*Onderdeel [naam ]

[medeverdachte 1] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] rijden op 16 maart 2019 rond 16.00 uur in de Audi A4 ( [kenteken] ) naar de woning van verdachte aan het Jardingapad. [137] Omstreeks 23.32 uur vertrekt de Audi weer richting Groningen en stopt daar rond 00.20 uur. [medeverdachte 1] bevestigt dat hij de sleutel bij zich heeft. Omstreeks 00.32 uur zegt [medeverdachte 1] dat de telefoons op vliegtuigstand moeten. [medeverdachte 1] zegt: “
Het is grappig…we knallen gewoon de 4 kogels hier af en dan rijden we weg.”De Audi is dan aan de [adres] te Groningen. [138] [medeverdachte 1] stapt uit. [medeverdachte 7] zegt:
“hij zegt ook nog heel mooi…weet je wat grappig is … we schieten gewoon daar achter”. [medeverdachte 1] stapt weer in de auto.
Omstreeks 00.41 uur zegt [medeverdachte 1] dat hij wil schieten. [medeverdachte 12] zegt: “
Breng hem gewoon in, hij komt er wel achter, joh. Hij krijgt al een vet koopje he, met zijn -600 van mij.
[medeverdachte 12] vraagt of dat ding echt zo goedkoop is. [medeverdachte 1] zegt dat hij er 300 of 400 voor heeft betaald. De Audi vertrekt tijdens dit gesprek.
De Audi stopt en [medeverdachte 1] stapt uit. [medeverdachte 7] zegt: “
Ik dacht dat het een pistool was.” [medeverdachte 12] reageert: “
Nee, joh … dit is zo’n … ding ja.” De Audi rijdt verder en staat weer stil. [medeverdachte 7] zegt: “
Ik heb gewoon pistoolkogels, ja”. [medeverdachte 12] zegt dat die hier ook in gaan. [medeverdachte 7] bevestigt desgevraagd dat het 9-mm’s zijn. [medeverdachte 1] stapt weer in en [medeverdachte 12] vraagt hem: “
Deze gun is voor 9 mm, toch?” [medeverdachte 1] vraagt waar de kogels zijn. [medeverdachte 7] zegt dat hij ze in de handschoen heeft gedaan. [139] Hij heeft er veertien meegenomen. [medeverdachte 12] zegt: “
hij moest 24 … hij moest 20 hebben. Dat zei [verdachte] ”[de rechtbank begrijpt: verdachte]. [medeverdachte 12] vertelt telefonisch aan een derde dat zij over 20 minuten bij die derde zijn.
De Audi stopt om 01.03 uur aan de Westerseweg te Zuidwolde. [medeverdachte 1] zegt: “
Waar ik stop, stap gelijk allebei eruit … trek hem naar achteren en schiet gewoon de lucht in. (…) Maar ga maar naast op die gras staan.” [medeverdachte 7] zegt: “
Ja, zodat die hulzen in die gras blijft zitten.” [medeverdachte 12] vraagt: “
Je kan hier gewoon twee keer achter elkaar schieten?”. [medeverdachte 1] zegt: “
Schiet maar twee keer.” [medeverdachte 7] vraagt: “
moet nog wel gevuld worden toch?”
Op instructie van [medeverdachte 1] wordt dan geschoten. Er zijn twee knallen kort na elkaar te horen. [140] [medeverdachte 1] zegt: “
snel snel snel!”. Er zijn weer twee knallen te horen. Daarna rijden zij weg.
Om 01.07 uur rijdt de Audi door de Arubastraat in Groningen. [141] [medeverdachte 12] zegt: “
Volgens mij was het nummer 23”. [medeverdachte 7] vraagt: “
Moet hij de rest van de kogels hebben?”. [medeverdachte 1] bevestigt dat. Om 01.16 uur stopt de Audi A4 op 50 meter afstand van de woning [adres] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] stappen uit. Om 01.50 uur zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] terug in de Audi. [medeverdachte 12] duidt [medeverdachte 1] aan als “
the boss”. [142]
Op 20 maart 2019 wordt [naam ] aangehouden in zijn woning aan de [adres] . Hier wordt in beslag genomen [143] een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met magazijn. Dit blijkt bij onderzoek een vuurwapen te zijn van categorie III. [144]
Op enkele meters van de plek waar de Audi was gestopt, worden drie hulzen gevonden. [145] Volgens onderzoek door het NFI is het extreem veel waarschijnlijker (ordegrootte > 1.000.000) dat deze hulzen met dit vuurwapen zijn verschoten dan dat deze zijn verschoten met een ander vuurwapen van dit kaliber met dezelfde systeemkenmerken. [146]
[medeverdachte 7] heeft verklaard dat het wapen is opgehaald bij de container, mogelijk aan de Rouaanstraat, dat hij er twee keer mee heeft geschoten op het platteland en dat hij heeft gereden bij het afleveren van het vuurwapen. [147]
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] naar Groningen is gegaan. Zij hadden een wapen bij zich. Hij en [medeverdachte 7] hebben ermee geschoten, voorafgaand aan de levering. [148] Het wapen is geleverd aan de [adres] bij een jongen van wie hij een kamer had gehuurd. Verdachte kwam op het idee om de schuld af te betalen door [naam ] deze Marlin te geven. De Marlin kwam uit de stash aan de Rouaanstraat. [149]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij vanwege diens geldschuld voor [medeverdachte 12] heeft bemiddeld bij de verkoop van het vuurwapen aan [naam ] . Misschien is ook afgesproken hoeveel kogels [naam ] erbij zou krijgen. [medeverdachte 12] zou worden vergezeld door [medeverdachte 1] . [150]
Conclusie
De rechtbank concludeert dat verdachte met [naam ] heeft onderhandeld over de verkoop van het wapen. Het motief is een (vermeende) schuld van [medeverdachte 12] aan [naam ] . Bij de onderhandelingen zijn afspraken gemaakt over de aanwezigheid van personen tijdens de overdracht. Vervolgens zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] naar de stash aan de Rouaanstraat te Groningen gereden om het wapen op te halen. Uit de gesprekken in de Audi A4 blijkt zij alle drie voorafgaand aan de overdracht wisten dat het wapen verkocht was en afgeleverd zou worden aan [naam ] .
De rechtbank verwerpt het verweer van verdachte dat [medeverdachte 12] zijn eigen van [medeverdachte 11] gekochte wapen heeft verkocht aan [naam ] , omdat daarvoor geen bewijs in het dossier aanwezig is. Daarbij komt dat [medeverdachte 1] kennelijk degene is die het wapen uit de loods aan de Rouaanstraat haalt.
Uit voornoemde bewijsmiddelen komt de ondergeschiktheid naar voren van zowel [medeverdachte 7] als [medeverdachte 12] als het gaat om het wapen en wat daarmee moest gebeuren. [medeverdachte 12] vraagt telkens toestemming aan [medeverdachte 1] , dan wel zoekt bij hem bevestiging.
Verdachte heeft met de medeverdachten zo nauw en bewust samengewerkt dat sprake is van medeplegen van het verhandelen van het wapen. De stelling van verdachte dat het wapen niet zijn eigendom was, doet hieraan niets af. Onder ‘handelen’ vallen immers zowel de activiteiten van de wapenhandelaar die zelf wapens in bezit heeft, als van de wapenmakelaar die niet zelf wapens bezit (Richtlijn (EU) 2017/85322 en MvT bij Wijziging van de Wet wapens en munitie etc.; Kamerstukken II 2017-18, 34 984, nr. 3). De rechtbank acht feit 3, onderdeel [naam ] , dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Uit het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank tevens dat verdachte met anderen het plan heeft uitgevoerd om het vuurwapen over te dragen. Verdachte heeft met de medeverdachten zo nauw en bewust samengewerkt dat sprake is van medeplegen. De rechtbank acht feit 4, onderdeel [naam ] , dan ook wettig en overtuigend bewezen.

*Onderdeel Soesterberg.

Aantreffen explosief met ontsteker
Op 1 juni 2019 omstreeks 00.35 uur is op de Richelleweg te Soesterberg een Ford Fiësta ( [kenteken] ) gecontroleerd. Bestuurder en kentekenhouder is [naam ] . Bij onderzoek wordt in het dashboardkastje een zakje aangetroffen, inhoudend een telefoon (Samsung Galaxy S4, IMEI 357737057798239), een 9-volt batterij en een rood/zwarte elektriciteitsdraad met aan één uiteinde een grijs metalen stokje. Dit is volgens het Team Explosieven Verkenning een ontstekingsmiddel voor explosieven. Op de achterbank ligt een Lidl-tas met vier blokken kneedbare springstof van ongeveer 300 gram. [151]
Volgens onderzoek van het NFI [152] zou de telefoon uitsluitend via de jackplug op de schakeling kunnen worden aangesloten. Nu echter de jackplug niet is aangesloten op de rest van de schakeling, kan de telefoon de schakeling niet beïnvloeden. De telefoon kan op deze manier geen rol spelen in de eventuele werking van de schakeling. [153] De aluminium cilinder vertoont overeenkomsten met een slagpijpje, maar functioneert niet als zodanig. De elektronica is niet bruikbaar vanwege een niet-elektrisch verbonden punt A. Punt A is oorspronkelijk verbonden geweest, maar mogelijk losgeraakt. Indien dit klopt, zou dit direct leiden tot ontploffing bij aansluiting van de 9-volt batterij. De cilinder is hoe dan ook niet geschikt om de springstof tot ontploffing te brengen. De schakeling, die zich aan de cilinder bevond, functioneert door een niet elektrisch verbonden punt evenmin. Zou dit punt alsnog elektrisch worden verbonden, dan zal een deugdelijk slagpijpje direct afgaan zodra een 9-volt batterij wordt aangesloten op de schakeling. [154] De circa 0,3 kilogram kneedbare springstof is van het type Austrogel G1. Deze springstof is niet heel gevoelig en heeft een slagpijpje nodig om het tot ontploffing te brengen. [155]
Volgens DNA-onderzoek door het NFI is op het slagpijpje, de stekkertjes en delen van het snoer - kort gezegd - een match gevonden met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] . [156] Op de buitenzijde van de pakketjes springstof is - kort gezegd- een match gevonden met het DNA van [medeverdachte 3] [157] [158] . Voorts zijn DNA-nevenkenmerken aangetroffen van minimaal drie personen, waaronder [medeverdachte 12] en minimaal twee onbekenden. Dit DNA-profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA zou bevatten van [medeverdachte 12] en een willekeurige onbekende, dan wanneer de bemonstering DNA zou bevatten van twee willekeurige onbekenden. [159] Op de binnenzijden van de doorzichtige folies vindt het NFI een DNA-profiel van minimaal één man, dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte 12] . [160] Op de hengsels van de Lidl-tas wordt - kort gezegd- een DNA-match gevonden met [medeverdachte 12] . [161]
Op de binnen- en buitenkant van de Lidl-tas zijn 14 dactyloscopische sporen vastgelegd. Sporen #D07, #D09, #D11 en #D12 zijn geïndividualiseerd op [medeverdachte 7] . [162] Spoor #D05 op de buitenzijde van de tas is mogelijk afkomstig van [naam ] . [163]
Uit historische verkeersgegevens van de IMEI van de Samsung Galaxy S4 telefoon blijkt dat het telefoonnummer van [medeverdachte 10] (06-16861629), de vriendin van [medeverdachte 1] , van 21 april tot en met 19 mei 2019 in dit toestel zat. [164] Ook blijkt dat telefoonnummer [telefoonnummer] op 31 mei 2019 om 00.09 uur contact maakt met het toestel. De telefoon straalt dan een mast aan in Leeuwarden nabij de woning van [medeverdachte 3] . Uit camerabeelden blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] dan bij [medeverdachte 3] zijn. Het telefoonnummer [naam ] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , komt dan qua locatie overeen met de locatie van nummer [telefoonnummer] . [165]
Tijdlijn
Tussen 30 mei 2019 en 1 juni 2019 zijn de bewegingen van de verdachten beschreven aan de hand van peilbakens, tapgesprekken, camerabeelden en historische verkeersgegevens: [166]
Op 30 mei 2019 om 21.57 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt dat hij de ontstekers aan de gang heeft, alleen dat tijddingetje nog niet dus het wordt sowieso niet vanavond. [medeverdachte 1] zegt: “
ohoo, nee, we moeten vanavond doen, moeten die kant op. Ik kom zo bij jou en dan verzinnen we wel snel wat anders…” [medeverdachte 3] vindt het best. [167] De telefoon van [medeverdachte 1] blijft die nacht in de omgeving van Leeuwarden. [168]
Op 31 mei 2019 om 11.07 uur belt [medeverdachte 1] weer met [medeverdachte 3] . Uit hun gesprek leidt de rechtbank af dat hij [medeverdachte 3] vraagt om een lijstje op te schrijven van benodigde elektrische onderdelen om “
vijf van die tijd dingen of ietsjes meer van die dingen”te maken
.[medeverdachte 1] zegt
“richting stad ophalen gelijk.” [medeverdachte 3] zegt dat hij het zal doorsturen. [169]
Die dag omstreeks 12.00 uur arriveren [medeverdachte 1] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de Audi A6 ( [kenteken] ) bij de woning van verdachte aan het Jardingapad. Vijf minuten later rijden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] weer weg. De auto rijdt naar het centrum van Groningen. De telefoon van [medeverdachte 1] blijft in Groningen, terwijl de auto doorreist. De auto, vermoedelijk enkel bestuurd door [medeverdachte 7] , is van 13.35 tot 13.45 in Stadskanaal. [170] De auto rijdt terug via de Rouaanstraat te Groningen en is om 15.04 uur terug bij de woning van verdachte. Verdachte loopt meerdere keren op en neer naar de oprit.
Om 15.39 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] zegt dat hij met spoed naar die winkel moet om stekkers te kopen voor [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] zegt dat hij dat weet, en vraagt [medeverdachte 7] naar de loods te rijden en hem op de parkeerplek te ontmoeten. [171] De auto is tussen 16.31 en 16.35 uur weer aan de Rouaanstraat. Daarna rijdt de auto via het centrum van Groningen naar Leeuwarden. Om 17.46 uur komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] bij de woning van [medeverdachte 3] aan. Ze gaan de schuur bij die woning binnen.
Om 18.06 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 10] over een telefoon van type SMG531F die een trilfunctie heeft. [172] Omstreeks 18.30 uur vertrekken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] weer, terwijl [medeverdachte 3] in de deuropening van zijn schuur staat. [173]
Omstreeks 19.04 uur komt de auto aan bij de woning van verdachte. Verdachte loopt direct naar de auto toe. Daarna lopen [medeverdachte 7] en verdachte gezamenlijk naar de woning. Verdachte heeft een gele plastic tas in handen, die kennelijk uit de auto komt.
Om 19.47 uur vertrekken [medeverdachte 1] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] in de auto. Omstreeks 20.16 uur komen zij bij [medeverdachte 3] aan. Om 20.52 uur belt [medeverdachte 10] met [medeverdachte 1] om te vragen hoe laat hij thuis is. [medeverdachte 1] zegt dat hij [medeverdachte 12] over een kwartier afzet; daarna moet hij naar Utrecht. Op de terugweg uit Utrecht moet hij nog naar de vader van iemand in Beilen. [174]
Om 21.01 uur vertrekt de auto vanaf de woning van [medeverdachte 3] . Om 21.08 uur stopt de auto bij de verblijfplaats van [medeverdachte 10] . [medeverdachte 12] is hier afgezet. [175]
Verdachte wordt om 21.05 uur gebeld door [naam ] . Verdachte zegt dat [medeverdachte 1] vandaag ver weg is. [176] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte weet waar [medeverdachte 1] is.
Om 22.23 uur belt [medeverdachte 10] met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] zitten samen in de auto [177] en rijden richting Soesterberg. Rond 23.15 uur gaan zij op de terugreis. [medeverdachte 7] wordt op 1 juni 2019 rond 00.13 uur afgezet bij zijn vriendin in Beilen. De auto arriveert op 1 juni 2019 om 00.36 uur bij de woning van verdachte. [medeverdachte 1] loopt naar de woning en komt twintig minuten later met verdachte naar buiten. [178]
[naam ]
De bestuurder van de Ford Fiësta, [naam ] , heeft verklaard dat hij bij iemand in Soesterberg was geweest. [179] Uit gegevens van één van zijn telefoons blijkt dat slechts één van zijn contacten een relatie heeft met Soesterberg, te weten [telefoonnummer] op naam van [naam ] , [adres] te Soesterberg. Op dit adres staat ingeschreven: [naam ] . [naam ] heeft contact gehad met diens nummer op 16 mei, 31 mei en 1 juni 2019.
De kennelijke connectie tussen [naam ] en verdachte is [naam ] . Op 20 januari 2019 wordt [naam ] immers gebeld door [naam ] (gebruik makend van [telefoonnummer] ). [180]
Op 17 mei 2019 omstreeks 16.54 uur zijn [medeverdachte 7] , [naam ] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] bij de woning van verdachte aan het Jardingapad. Om 17.28 uur komen twee mannen aan in een auto op naam van [naam ] . De twee mannen zijn zeer vermoedelijk [naam ] en [naam ] . Om 17.45 uur komt [naam ] met [naam ] naar buiten, gevolgd door verdachte. [181]
Op 20 mei 2019 komt [naam ] aan op het Jardingapad om 17.37 uur. Omstreeks 18.39 uur arriveert ook de auto op naam van [naam ] . De twee inzittenden zijn zeer vermoedelijk [naam ] en [naam ] . Omstreeks 19.20 uur vertrekken eerst de beide mannen; vervolgens vertrekt [naam ] ook. [182]
Op 31 mei 2019 om 18.33 uur belt [naam ] met [naam ] . [naam ] zegt dat hij er helemaal klaar mee is, dat de afspraak elke keer wordt verzet en dat hij het geld nooit van tevoren had moeten geven. Hij vraagt [naam ] om uit te zoeken wat er gaande is, want hij is via [naam ] bij hun gekomen. [183] Die dag om 18.33 uur belt [naam ] met [medeverdachte 1] . [naam ] vraagt of [medeverdachte 1] om 7 uur kan gaan rijden naar diegene. Diegene wordt ook aldoor gek gebeld door die mensen. [184]
Op 1 juni 2019 om 17.07 uur belt [naam ] met [naam ] . [naam ] klaagt dat zij pas om elf uur zijn gekomen, terwijl zij de hele dag de tijd hadden. Het is fucked up. Hij had al een slecht voorgevoel. Hij heeft de tas bekeken en aangeraakt. Toen is de ander [de rechtbank begrijpt: [naam ] ] weggegaan en gelijk boem [de rechtbank begrijpt: aan de kant gezet]. [185]
Op 1 juni 2019 om 23.25 uur belt [naam ] ook met [medeverdachte 1] . [naam ] zegt dat het fucking shit is, want één zit binnen [de rechtbank begrijpt: iemand is aangehouden]. [naam ] zegt ook dat hij die zak heeft aangeraakt. [186]
Op 3 juni 2019 om 19.45 uur belt verdachte met [naam ] . Verdachte vraagt hoe het gaat. Hij wist van niets en heeft het net gehoord. [naam ] stelt dat verdachte moet komen, maar verdachte zegt dat hij op de telex staat en thuis moet blijven. Als [naam ] hem wil zien, moet [naam ] maar naar verdachte komen. [naam ] zegt dat dat het nadeel is als je je om kwart voor elf of elf uur gaat bewegen. Dat kan eigenlijk niet. Verdachte zegt dat van tevoren gezegd moet worden dat je niet op dat soort tijden wilt afspreken, want ‘wij rijden 24 uur per dag’. [187]
Verklaringen medeverdachten
[medeverdachte 7] heeft verklaard dat hij het tasje met explosieven naar Soesterberg heeft gereden. Het tasje is overgedragen bij McDonald’s in Soesterberg. Hij wist dat dit niet ging werken met die ontsteker, omdat de maker, [medeverdachte 3] , hem dat voor de overdracht had verteld. [188]
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat de in Soesterberg aangetroffen telefoon van hem is en dat “
we de kopjes van de draadjes hebben gehaald.” [medeverdachte 12] verklaart dat hij de in Soesterberg aangetroffen explosieven in handen heeft gehad. De tas lag in de woning van verdachte. [medeverdachte 3] werkte in opdracht van verdachte. [189]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij verdachte al jaren kent, en dat verdachte slaafjes of loopjongens had die alles voor hem deden. Het initiatief om voor het eerst naar een wapen te kijken kwam van verdachte. [190] [medeverdachte 3] verklaart dat hij meestal naar Oosterwolde ging nadat verdachte hem appte. Dan vroeg verdachte hem ergens naar te kijken. Ook later bepaalde verdachte via welke app zij contact hebben. [medeverdachte 1] kwam bij [medeverdachte 3] (illegale) spullen brengen, omdat verdachte niet zo mobiel was. [191] Later appte ook [medeverdachte 1] met [medeverdachte 3] . [192] Verdachte [193] heeft [medeverdachte 3] gevraagd een afstandsbediening te maken. Verdachte had die nodig; het ging om explosieven. [medeverdachte 3] vond het niet prettig dat in die nacht vier mannen aan zijn deur kwamen; hij belde verdachte om te zeggen dat hij niet meer zoveel mensen op de stoep wilde hebben. [194] Uit het dossier volgt dat deze verklaring van [medeverdachte 3] ziet op de nacht van 1 april 2019, toen [medeverdachte 1] , [naam ] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] bij hem thuis kwamen met drie telefoons. [195]
[medeverdachte 3] verklaart dat hij de explosieven, aangetroffen in Soesterberg, heeft gezien. [medeverdachte 1] liet hem die zien. Hij heeft in de tas met explosieven gekeken en aan de buitenkant geknepen. [medeverdachte 7] was er ook bij. “Ze zeiden dat dit boem deed.” [196] [medeverdachte 3] is bezig geweest met de aangetroffen telefoon met draadjes en cilinder. De schakeling werkte niet en dat heeft hij hen ook verteld. [197]
De rechtbank acht deze verklaringen van [medeverdachte 3] betrouwbaar, omdat hij gedetailleerd heeft verklaard en hij daarbij ook belastend over zichzelf heeft verklaard.
Conclusie
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte kennelijk via [naam ] met [naam ] in contact is gekomen. Op 17 en 20 mei 2019 is [naam ] bij verdachte thuis geweest. Kennelijk heeft [naam ] betaald voor de levering van explosieven met ontsteker.
De rechtbank leidt uit de verklaringen af dat verdachte [medeverdachte 3] heeft gevraagd om de ontstekers te maken. Uit niets blijkt dat verdachte [medeverdachte 3] in contact heeft gebracht met een derde, voor wie die ontstekers moesten worden gemaakt. Vanaf 30 mei 2019 is druk uitgeoefend op [medeverdachte 3] om de ontstekers snel te maken. Zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 7] zijn op 31 mei 2019 druk bezig onderdelen voor [medeverdachte 3] te regelen: zij bezoeken hierbij ook de woningen van verdachte en [medeverdachte 3] . Vervolgens rijden zij naar Soesterberg om de tas met explosieven, telefoon en ontstekers af te geven aan [naam ] . Zij vertrekken rond 23.15 uur weer naar het noorden; dit komt overeen met het door [naam ] genoemde tijdstip van hun ontmoeting. [naam ] vertelt [naam ] en [medeverdachte 1] dat hij de tas heeft aangeraakt; dit strookt met het mogelijk van hem afkomstige vingerspoor. Uit het gesprek tussen [naam ] en verdachte na de aanhouding van [naam ] blijkt voorts dat verdachte de regie voert door te stellen dat ‘zij 24 uur per dag rijden’.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met anderen heeft samengewerkt om explosieven van categorie II en een ontsteker met Samsung-telefoon te verkopen aan [naam ] , waarbij de voorwerpen zijn afgeleverd aan [naam ] . Er is derhalve sprake van medeplegen van wapenhandel. De rechtbank acht feit 3, onderdeel Soesterberg, wettig en overtuigend bewezen.
Uit al het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank tevens dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen de explosieven met ontsteker heeft overgedragen. De rechtbank acht feit 4, onderdeel Soesterberg, eveneens wettig en overtuigend bewezen.

*Onderdeel Pseudokoop I

Pseudokoper S141 is via de zoekfunctie in de applicatie Telegram uitgekomen bij de chatgroep “Wapen groep 2.0”. Op 17 januari 2020 ziet S141 dat gebruiker “ [naam ] ” (verder ook: verdachte) op 16 januari 2020 omstreeks 19.11 uur een video heeft gepost [198] van een lange-afstandswapen, met de tekst: “Laatste zonder kijker 4200”. Desgevraagd geeft verdachte op 17 januari 2020 rond 10.37 uur aan dat hij er nog één heeft liggen met patronen. In het chatgesprek geeft verdachte aan dat na de eerste koop ook andere wapens geleverd kunnen worden. Hij stuurt een foto [199] van raketwerpers, AK47’s en handgranaten. Als wapens kapot zijn, kunnen zij die repareren. Er volgt een koopovereenkomst voor dit wapen (Steyr .308) met munitie voor € 3.900,00. [200] De levering zal plaatsvinden op 20 januari 2020 rond 20.30 uur bij een hotel in Drachten.
Blijkens camerabeelden komen op 20 januari 2020 om 18.53 uur twee personen, lijkend op [medeverdachte 4] en een vrouw, aanrijden bij de Kringloopwinkel in de VW T-ROC ( [kenteken] ). Omstreeks 19.05 uur lopen zij de Kringloopwinkel in. Vervolgens bekijken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] de Opel Combo ( [kenteken] ) met een zaklamp. [medeverdachte 4] rijdt de Opel Combo om 19.41 uur dichterbij de Kringloopwinkel en gaat de winkel weer in. [201]
Blijkens camerabeelden verlaten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] om 19.53 uur de Kringloopwinkel. [medeverdachte 4] draagt een langwerpig voorwerp van ongeveer 1,5 meter lengte, dat aan het zicht wordt onttrokken door een zwarte tas of doek. Het voorwerp wordt op de achterbank van de VW T-ROC gelegd. [medeverdachte 1] neemt plaats als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij verdachte, blijft in Oosterwolde. [202]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 4] straalt om 20.16 uur aan in Drachten. Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] straalt om 20.22 en 20.39 uur aan in Drachten.
Omstreeks 20.25 op 20 januari 2020 meldt verdachte dat hij ter plaatse is en geeft door: “Grijze vw e Tron”. Rond 20.34 uur geven pseudokopers S141 en S142 door aan verdachte dat zij ook ter plekke zijn. Daarop vraagt verdachte hen om een foto te sturen van de locatie. Pseudokoper S141 maakt twee foto’s en stuurt die via Telegram aan verdachte. Verdachte stuurt deze twee foto’s om 20.37 uur via WhatsApp door aan [medeverdachte 4] .
Na enkele minuten parkeert een grijze VW T-ROC naast de auto van de pseudokopers. De bestuurder, naar later blijkt [medeverdachte 1] , maakt contact. De bijrijder blijkt later [medeverdachte 4] te zijn. De pseudokopers zien dat [medeverdachte 1] op zijn mobiele telefoon een foto heeft die S141 eerder aan verdachte had gestuurd. [medeverdachte 1] geeft de telefoon aan [medeverdachte 4] . Op hun vraag wijst [medeverdachte 1] naar de achterbank, waar een lang voorwerp onder een deken ligt. Pseudokoper S142 ziet een voorwerp, gelijkend op een lange-afstandswapen. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij een demper en scope kan regelen, maar ook ‘appels’. [medeverdachte 4] overhandigt het wapen aan pseudokoper S141 [203] en [medeverdachte 1] telt het door S141 betaalde geld [204] . Tijdens het tellen verschijnt op het display een inkomende oproep met de naam “ [verdachte] ”. [medeverdachte 4] pakt zijn telefoon, reageert met “ja” en hangt weer op. [medeverdachte 1] vertelt dat het contact via Telegram niet via hem, maar via zijn broer verloopt. [205]
Om 20.57 stuurt verdachte via WhatsApp aan het nummer van [medeverdachte 4] : “
App me als je op terug weg bent”. [medeverdachte 4] reageert om 20.58 uur met: “
Ben op terugweg”. [206]
De telefoonnummers van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] stralen om 21.05 uur weer aan in Oosterwolde. Omstreeks 21.08 uur ontvangt verdachte blijkens camerabeelden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] weer in de Kringloopwinkel. [207]
Op de telefoon van verdachte is een foto aangetroffen van verscheurde bankbiljetten van 100 euro (nummers X06341496491, X06341496572 en X06341496707) en 50 euro (RC38977309289). Onder meer met deze vier bankbiljetten hebben de pseudokopers voor het vuurwapen betaald. [208] Twee van deze bankbiljetten (X06341496491 en X06341496707) zijn bij doorzoeking ook aangetroffen in de kluis van de Kringloopwinkel.
Het wapen blijkt bij onderzoek een geweer van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 Winchester inclusief magazijn. Dit is een vuurwapen van categorie III, dat Schengen-gesignaleerd is als een gestolen wapen. De munitie is van categorie III, namelijk 44 patronen Sellier & Bellot, full metal jacket, kaliber .308 Winchester. [209]
Op 27 februari 2020 zegt [medeverdachte 1] blijkens een afgeluisterd ovc-gesprek tegen [medeverdachte 2] dat “ [naam ] ” hem heeft vergezeld bij de eerdere ontmoeting op de parkeerplaats van het Van der Valk hotel in Drachten. [210]
Conclusies inzake pseudokoop I van 20 januari 2020
De rechtbank concludeert dat verdachte de koopovereenkomst voor het wapen met de munitie heeft gesloten met pseudokopers S141 en S142. Verdachte heeft vervolgens de levering geregeld. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] hebben de feitelijke overdracht van het wapen met munitie uitgevoerd. [medeverdachte 1] bestuurde de auto en telde het ontvangen geld. [medeverdachte 4] heeft het wapen vooraf op de achterbank van de auto gelegd en hij heeft het tijdens de levering aan de pseudokoper overhandigd. Een deel van het geld is nadien bij verdachte aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zo nauw en bewust met zijn medeverdachten samengewerkt bij het verhandelen van dit wapen met munitie, dat het medeplegen van feit 3, onderdeel pseudokoop I, wettig en overtuigend bewezen is.
Ook volgt uit de bewijsmiddelen een geslaagde levering. Verdachte kan als medepleger van deze overdracht aangemerkt worden. Feit 4, onderdeel pseudokoop II, is daarom ook wettig en overtuigend bewezen.

* Onderdeel Amersfoort.

Verdachte heeft vanaf 17 februari 2020 op het Telegram-account [naam ] contact met het account ‘Luciano Pavarotti’ (naar later blijkt: [naam ] [211] ). [212] Verdachte geeft aan dat hij in Oosterwolde woont. Vanaf 20 februari 2020 wordt onderhandeld over een aankoop op maandag [de rechtbank begrijpt: 24 februari 2020] door verdachte van een Uzi-machinepistool met demper en een TT33-pistool voor een prijs van 4400. [213] Op 23 februari 2020 wordt afgesproken dat verdachte de wapens de volgende dag komt ophalen bij [naam ] op het adres [adres] in Amersfoort. [214]
Op 24 februari 2020 om 13.58 uur komt de BMW aan op het Jardingapad. [215] Om 14.05 uur arriveert ook [medeverdachte 2] met de VW T-ROC bij verdachte op het Jardingapad. Om 14.27 uur vertrekken [medeverdachte 2] en verdachte in de VW T-ROC richting Amersfoort. [216] Twee minuten later vertrekt ook de BMW vanaf het Jardingapad. [217]
Om 14.30 uur zegt verdachte telefonisch tegen [naam ] dat hij er rond half vier is. [218]
Om 14.33 uur belt [medeverdachte 1] met [naam ] om hem op te halen. Om 15.05 uur staat [medeverdachte 1] bij [naam ] voor. [219]
Het is kennelijk druk op de weg en verdachte zegt om 15.14 uur dat “
we wat later zijn”. [220] Om 15.54 uur zegt verdachte dat hun chauffeur in de file staat. Op vraag van [naam ] of iemand hen komt ophalen, zegt verdachte: “
nee, dat ding”. [221]
Rond 16.00 uur zijn [medeverdachte 2] en verdachte met de VW T-ROC aan de Meerval. [222] Verdachte stuurt een foto van de garage aan de Meerval en vraagt of hij goed staat. [223] Van 16.03-16.25 uur blijft de VW T-ROC daar staan. [224]
Om 19.14 belt [medeverdachte 2] met zijn dochter. Hij zegt dat hij met verdachte is. [225]
Vervolgens blijkt dat de maat van verdachte nog in de file staat. Daarna zou ‘hij’ ook pech hebben gekregen. Verdachte stelt dat hij naar ‘hem’ rijdt om het geld op te halen.
Om 19.48 uur stelt verdachte dat hij er over 5 minuten is. [naam ] zegt dat hij alvast naar beneden loopt en “
Rij maar weer de garage in”. Verdachte geeft om 19.56 uur aan dat
hij zijn telefoon weer uit zet. [226]
Om 20.02 uur arriveert de VW T-ROC in de straat De Meerval. [227]
De telefoonnummers in gebruik bij verdachte ( [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) volgen exact de route van het peilbaken in de VW T-ROC. Ook het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer] ) is om 16.50 uur en 19.03 uur in Amersfoort. Om 20.02 uur zijn alle genoemde telefoons op dezelfde locatie in Amersfoort. [228]
Om 20.16 uur zegt [naam ] “
goed je te hebben gezien maat”. [229]
[naam ] heeft verklaard dat hij verdachte herkent als de persoon achter het Telegram-account [naam ] . Hij heeft verdachte op 24 februari 2020 twee keer gezien in de parkeergarage onder de flat van zijn oude adres [adres] . Verdachte was daar met een donkere jongen. [naam ] heeft verdachte een uzi met demper verkocht. In de parkeergarage is hij voor de overdracht bij verdachte in de auto gestapt; vermoedelijk was dat een VW Tiguan. [230]
[medeverdachte 1] belt om 21.25 uur naar verdachte en vraagt of hij bij de zaak moet wachten. Verdachte zegt dat [medeverdachte 1] naar zijn huis moet komen. [231] Om 21.35 uur komt de BMW aan op het Jardingapad, waarna de BMW om 21.38 uur weer vertrekt. Te zien is dat één persoon bij het hek van de hond bij de woning blijft staan. Een andere persoon stapt in de BMW en rijdt weg. [232] De rechtbank begrijpt hieruit dat [medeverdachte 1] is afgezet bij de woning van verdachte.
Om 21.39 uur komt de VW T-ROC ook terug aan het Jardingapad. Verdachte stapt uit.
Vervolgens rijdt de VW T-ROC om 22.36 uur weg. [233] Om 22.39 uur zegt [medeverdachte 2] in de chat tegen “NEEFI”: “
We hebben vandaag uzi met demper gehaald(…)
Echt mooi ding. [234]
Uit peilbakengegevens van de VW T-ROC blijkt dat deze op 24 februari 2020 vertrekt vanaf het adres van de vriendin van [medeverdachte 2] in Roden. Via de woning van verdachte in Oosterwolde rijdt de auto naar Amersfoort gereden, waar deze twee keer op het adres De Meerval staat. Vervolgens rijdt de auto weer naar de woning van verdachte, om kort voor middernacht terug te keren bij het adres van de vriendin van [medeverdachte 2] in Roden.
Gedurende de gehele dag volgen de telefoongegevens van [medeverdachte 2] het peilbaken van de VW T-ROC. [medeverdachte 2] stelt zelf drie kwartier voor de wapenhandel dat hij met verdachte is. Ook past [medeverdachte 2] in de omschrijving door [naam ] van de donkere man die verdachte vergezelde. Ten slotte heeft [medeverdachte 2] nadien tegen “NEEFI” gezegd dat zij vandaag een uzi met demper hebben gehaald. Dat [naam ] [medeverdachte 2] niet daadwerkelijk heeft herkend, doet aan al deze bewijsmiddelen niets af.
De rechtbank is van oordeel dat het, gelet op voornoemde bewijsmiddelen in hun onderlinge samenhang, niet anders kan zijn dan dat verdachte zich met anderen schuldig heeft gemaakt aan feit 3, onderdeel Amersfoort. Verdachte heeft zo nauw en bewust samengewerkt met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat sprake is van het medeplegen van wapenhandel.

*Onderdeel Pseudokoop II en Opel Combo.

Via Telegram krijgt de politie-pseudokoper met codenaam S141 [235] (gebruikersnaam: L0rD_L0rD) contact met verdachte. Verdachte stelt op 28 januari 2020 dat hij 5 leveranciers heeft. Van twee leveranciers zijn er volle auto’s op weg. De buizen [de rechtbank begrijpt: raketwerpers] komen van een andere leverancier. Er komen auto’s binnen met korte en lange [de rechtbank begrijpt: pistolen en geweren]. [236] Verdachte weet nooit van tevoren wat er precies in zit. [237]
Op vrijdag 21 februari 2020 deelt verdachte mee dat zij dinsdag [de rechtbank begrijpt: 25 februari 2020] misschien al dingen kunnen regelen. [238] Op maandag 24 februari 2020 vraagt verdachte wat pseudokoper S141 nodig heeft, zodat hij dat apart kan leggen. [239] Hij geeft aan dat hij een foto krijgt van een HK 180 shots. [240] Verdachte heeft aan pseudokoper S141 daadwerkelijk een foto gestuurd van de 180 shots. [241]
[medeverdachte 2] zegt diezelfde dag tegen “NEEFI” dat hij donderdag zijn CZ krijgt. Woensdag [de rechtbank begrijpt: 26 februari 2020] komt de eerste lading en dan krijgt “NEEFI” alvast zijn CZ. [242] [medeverdachte 2] stuurt een afbeelding van een wapen met 180 kogels in een trommel. [243] [medeverdachte 2] geeft ook aan dat hij met zijn maat, de wapenkenner, een buis [de rechtbank begrijpt: raketwerper] gaat kopen bij een oude Molukse man voor tweeduizend euro die daarna meteen wordt verkocht voor drieduizend achthonderd euro. [244]
Na onderhandelingen spreken verdachte en pseudokoper S141 af dat verdachte een buis, een AK en een 180-shots HK nieuw model met ssd demper zal leveren voor
€ 9.000,00. [245] Uit Telegram-chats tussen verdachte en pseudokoper S141 blijkt dat de wapens voor pseudokoper S141 in de nacht van 26 op 27 februari 2020 door een maat worden opgehaald. [246]
Op 27 februari 2020 om 00.07 uur komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 10] bij de Kringloopwinkel aan in de auto van vermoedelijk [medeverdachte 9] . Zij gaan samen de Kringloopwinkel in. Om 00.11 uur verlaten zij wederom samen de Kringloopwinkel. [247]
Om 9.34 uur spreken verdachte en pseudokoper S141 om 21.00 uur af op dezelfde plek als eerder: het Van der Valk Hotel in Drachten. [248]
Tussen 9.38 en 9.40 uur staat de VW T-ROC van [medeverdachte 2] naast de woning van verdachte aan het Jardingapad. [249]
Omstreeks 10.48 uur deelt [medeverdachte 2] mee aan “NEEFI” dat de CZ vannacht is opgehaald door [medeverdachte 1] . Zodra hij terug is, hebben zij contact. [medeverdachte 2] geeft voorts aan dat het wapen voor “NEEFI” apart is gelegd. [250]
Om 12.38 uur is [medeverdachte 1] in de Kringloopwinkel. [medeverdachte 4] zegt: “
Ik ga op vakantie en ik neem mee…”. Op een zeker moment belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat hij aan het rijden is. Het peilbaken van de VW T-ROC straalt dan aan in Groningen. [251] Het gesprek is onder meer als volgt:
[medeverdachte 2] zegt: “
He, maar er zijn grote drie en kleine drie?
[medeverdachte 1] reageert: “
Ja, vier grote en drie kleine”.
[medeverdachte 2] : “
Ja, en is een van die kleine echt mooi?
[medeverdachte 1] : “
Ja, die negen negen”.
[medeverdachte 2] stelt dat hij later naar de Kringloopwinkel komt. [252]
Diezelfde dag om 14.00 uur komt [medeverdachte 2] aan bij de Kringloopwinkel. [253]
Omstreeks 15.32 uur hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de Kringloop het volgende gesprek. [254] [medeverdachte 2] zegt: “
negen uur? niet hier komen ze he?(…)
Ze komen maar ergens anders hoor”. [medeverdachte 1] zegt daarop: “
die ene van laatst toch bij Van der Valk…(…)
daar was ik de laatste keer met [naam ] geweest.”. (…)
[medeverdachte 2] zegt: “
Who the fuck laat jullie bij Van der Valk afspreken? Wie heeft dat verteld dat jullie naar Van der Valk moeten? Wie heeft gezegd dat jullie daar moeten afspreken?(…)
Van der Valk? MacDonald kan nog, Van der Valk is nog erger. Van der Valk is kentekenregistratie die gelijk naar de hoofdkamer gaat van de politie. In elke kamer van een Van der Valk in heel Nederland zit een rechercheteam die alle hoofden die binnenkomt controleert. Als jij daar binnenkomt en ik kom daar binnen en wij zitten aan tafel dan is het klaar.(…)”
[medeverdachte 2] zegt dat hij echt boos was geworden als hij had gehoord dat ze naar Van der Valk moesten.
Om 16.14 uur is te horen dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] praten in de Kringloopwinkel terwijl het geluid van metaal op metaal te horen is. [medeverdachte 1] noemt: “save, doordrukken” en “double action.” [255] De rechtbank tekent aan dat uit openbare bronnen blijkt dat “double action” een werkingsprincipe van een vuurwapen is, waarbij de trekker zowel wordt gebruikt om de hamer te spannen als om af te vuren.
Om 17.45 uur verlaat [medeverdachte 2] de Kringloopwinkel en rijdt weg in de VW T-ROC. [256]
Om 18.26 uur hebben [medeverdachte 2] en verdachte contact via WhatsApp. [medeverdachte 2] zegt: “
Maar effe wat anders. Aub geen van der Valk.” Verdachte antwoordt dat dit al is afgesproken. [257]
Om 18.59 uur komt [medeverdachte 4] aan op het Jardingapad. Om 19.06 uur vertrekt hij weer, waarna hij om 19.09 uur met verdachte aankomt bij de Kringloopwinkel. Samen gaan zij de winkel in. [258]
Omstreeks 19.11 uur is verdachte met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] in de Kringloopwinkel. [259] Verdachte zegt: “
Wil je de spullen even uit de auto halen, [naam ] ?”. [medeverdachte 4] zegt: “
Ja…ntv… wil ik”.
Om 19.11 uur verlaat [medeverdachte 4] de Kringloopwinkel, waarna hij om 19.12 uur terug komt met een zwarte tas. Gelet op de wijze van tillen is deze tas vermoedelijk zwaar. [260]
Verdachte zegt: “
Ik heb niks tegen die jongen gezegd. Ga zo maar gewoon rijden en dat zeg je van euh…voor buis moeten we het geld thuis hebben. Kan je morgen ophalen. Ja?(…)
Echt kutzooi jongen, echt waar. Die stink Molukker, of niet?”.
[medeverdachte 1] zegt: “
Brengen terug”.Verdachte:
“Dan gaan we gewoon zeggen”. [medeverdachte 1] : “
en euh…euh… verroest alles”.Verdachte:
“Nee…hoe… wat slecht is, is slecht”.[medeverdachte 1] : “
Zeg je stuur ik fotootje(…)
nou werkt het redelijk, maar ook één keer was die loop helemaal verroest, ja.”
Verdachte: “
Waar is handschoenen.
[medeverdachte 4] : “
Ja dat is ook een apart verhaal ja”.
[medeverdachte 1] vervolgt daarop: “
[naam ] die wil eh die euh CZ één”.
Verdachte: “
waarvoor(…)
die hebben we al verkocht he(…)
die heb ik al verkocht he”.
[medeverdachte 1] :
Oh wil net zeggen hij wil die betalen gewoon voor zichzelf.”
Verdachte: “
Jongen die heb ik al verkocht jongen
[medeverdachte 1] : “
oh dat is wel jammer”. [261]
Vanaf 19.17 uur vervolgt het gesprek. [262]
Verdachte: “
Dit is niet transport… bullshit…er zit toch een zak om heen? Zit vol zand jongen…hier! Hier zelfs de buitenkant zit onder het zand…hier…ntv…puinzooi betaald…dat kan niet. Zit vol modder gek.(…)
Goede foto’s maken.(…)
Ja maar hij moet wel naar de loods…ntv… zet er gewoon maar bij.”
[medeverdachte 4] : “
Je kunt wel mooi de winkel in kijken maar je ziet niks. Wel een klein beetje schimmen hier maar je ziet verder niks. Je hebt gelijk met die lamp, ik ga een mooi lampje van maken op zoek naar weet ik veel wat want dat is echt perfect dit joh. Ik wil het ook gewoon goed.
[medeverdachte 4] verlaat om 19.18 uur de Kringloop. [263]
Op de iPhone X van verdachte zijn foto’s aangetroffen van 27 februari 2020 tussen 19.16-19.18 uur. Dit zijn detailopnames van twee machinegeweren en twee pistolen. [264]
Vervolgens om 19.23 uur. [265]
Verdachte: “
Laat eens zien. Oh daar heb je helemaal geen foto gestuurd van die?
[medeverdachte 1] : “
Nee…ntv…gek…die derde heb ik geen foto van kunnen maken
Verdachte: “..
ntv…langste…dus ook voor meer wg. Deze gaan niet weg… moet deze dan ook terug? (…) Deze moet ook terug…ntv…deze is ook goed… Éen AK terug en deze gaat zo weg. Deze gaat zo weg?
[medeverdachte 1] : “
Van die AK kunnen we goeie foto van maken
Verdachte: “
Je hebt goeie foto’s en filmpjes gemaakt.(…)
Om negen uur staan die jongens daar he
Verdachte: “
Dat doe ik toch. Hij laat[de rechtbank leest: laadt]
toch niet door. Hij doet het niet.(…)
Deze is stuk…laad niet door…
[medeverdachte 1] : “
Jawel! …je moet toch op FIRE zetten” (…)
Er zijn handelingen met een wapen te horen. (…)
Verdachte: “
maar deze is ook mooi hoor…ntv…magazijn(…)
Oke...breng zo deze mooie. Ja? Ze moeten wel wat moois hebben anders betaal ik niks. Niks betaald…ntv. Ze betalen even zien negen duizend euro zometeen. Voor deze twee en morgen die buis ophalen. Ja?
[medeverdachte 1] : “
Maar dan moet jij morgen die buis naartoe brengen ja?
Verdachte: “
Nee…ntv… waar is die Glock dan?
[medeverdachte 1] : “
Die moet daar zijn(…)
Jawel…in die…kijk…
Verdachte: “
Deze deze gaan we niet betalen, stuur die gewoon terug.”
[medeverdachte 1] : “
gewoon zeggen, deze moeten ze gewoon terug hebben ja
Verdachte: “
Helemaal verroest, deze sturen we gewoon terug, die hoeven we niet(…)
Zelfs hier is hij helemaal verroest. Luister, het moet gewoon beter hoor. Anders haal ik wel bij die andere.
Om 19.29 uur stuurt verdachte een bericht aan de pseudokopers via Telegram: “
Men maat komt weer, ben er zelf niet”. [266]
Het gesprek gaat vervolgens nog verder en vanaf 19.29 uur is het volgende te horen. [267]
Verdachte: “
Die dubbele beveiliging die achterste pakt ie ook niet.(…)
180 shots
[medeverdachte 1] : “
250 shots moet het wezen
Verdachte: “
Bij die andere zat een klapkolf op
Later zegt verdachte: “
Van wie is dat bord hier
[medeverdachte 9] : “
Oh van [naam ]
Verdachte: “
Moet ie niet een klap op zijn bek hebben want [naam ] zou eigenlijk mee. Maar ik dacht hee die wapens zijn er
[medeverdachte 9] : “
Dat heb ik nou al een paar keer gezegd als je gebruikt direct weg leggen.”
Verdachte: “
Oke euh… [naam ] neem je straks die euh…ntv…staat daar…neem twee losse magazijnen mee ja, volle magazijnen. Ja?
[medeverdachte 1] : “
Dus die ronde, die 180 en de bruine
Om 19.37 uur verlaat [medeverdachte 1] de Kringloopwinkel met een zwarte tas. Een minuut later komt [medeverdachte 1] de Kringloop weer binnen, maar zonder tas. [268]
Omstreeks 19.45 uur verlaat verdachte de Kringloopwinkel en geeft [medeverdachte 1] een zoen op het voorhoofd. Omstreeks 19.50 uur is verdachte op het Jardingapad afgezet. [269]
Omstreeks 19.57 uur arriveert [medeverdachte 10] in de BMW ( [kenteken] ) bij de Kringloop. [270]
Om 20.20 uur maakt [medeverdachte 2] met de VW T-ROC een korte stop in de Merelstraat ter hoogte van nummer 4 in Marum. [271] Om 20.40 uur stuurt [medeverdachte 2] aan “NEEFI” een foto met daarna de tekst: “
Ppsst (…) jou wapen”. “NEEFI” vraagt: “
waar moet ie gehaald worden. Dan stuur ik iemand morgen”. [medeverdachte 2] antwoordt: “
Marum”. [272]
Omstreeks 20.34 uur komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 10] uit de Kringloopwinkel lopen. [medeverdachte 1] draagt een langwerpige tas. Vervolgens wordt iets op de achterbank van de BMW gelegd. [273]
De VW T-ROC vertrekt om 20.47 uur vanaf Marum en parkeert om 20.58 uur op de Tjaarda te Drachten. [medeverdachte 2] zit alleen in het voertuig. [274]
Omstreeks 20.58 uur zijn pseudokopers S141 en S142 op de afgesproken locatie. In de Telegram-chat met verdachte wordt bericht: “Bro k ben. Daar (…) Net vorig keer”. [275]
Om 21.00 uur parkeert de BMW ook aan de Tjaarda in Drachten. Na enkele minuten stapt [medeverdachte 1] als bijrijder bij [medeverdachte 2] in de VW T-ROC. [276] Om 21.05 uur rijdt de VW T-ROC de parkeerplaats op van Hotel Van der Valk, [adres] te Drachten. [277]
De pseudokopers S141 en S142 herkennen in de VW T-ROC de bijrijder als [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] is de bestuurder. Hij zegt: “stap in”, waarna hij dit verzoek later herhaalt. Pseudokoper S141 vraagt of de spullen achter in de auto liggen. [medeverdachte 2] zegt dat de spullen op een andere parkeerplaats liggen. Volgens [medeverdachte 2] is de locatie niet goed, vanwege camera’s en politie. Daarna zegt [medeverdachte 1] dat hij de buis niet bij zich heeft en dat die in Deventer ligt. Volgens [medeverdachte 1] wilde de man de buis niet meegeven voordat hij geld had. [medeverdachte 2] zegt dat de pseudokopers achter hen aan kunnen rijden om het op te halen. Op vraag van pseudokoper S141 stelt [medeverdachte 1] dat de volautomatische vuurwapens verderop liggen en wijst met zijn hand in de richting van een andere parkeerplaats. Pseudokoper S141 zegt daarop dat ze die dingen moeten halen en ze later naar de buis zouden kijken. Daarna vertrekken [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (om 21.08 uur [278] ) in de VW T-ROC. [279]
Vervolgens rijdt [medeverdachte 2] naar de Tjaarda te Drachten. [medeverdachte 1] stapt vervolgens weer in de BMW en rijdt weg. Om 21.11 uur rijdt de BMW weer het parkeerterrein van Van der Valk op. [280] De BMW stopt naast de auto van de pseudokopers. [medeverdachte 1] opent de deur achter de bijrijder en zegt: “het ligt daar”. Hij wijst naar de grond achter de bijrijdersstoel. De pseudokopers zien twee donkere zakken liggen. [medeverdachte 1] maakt een zak open en toont een langwerpig apparaat, gelijkend op een AK-47. Uit diezelfde zak haalt [medeverdachte 1] ook een magazijn. [281]
Vervolgens zijn [medeverdachte 1] [282] en [medeverdachte 10] [283] ter plaatse aangehouden. [medeverdachte 2] [284] is op de Tjaarda in Drachten aangehouden.
De BMW is in beslag genomen. Op de achterbank van BMW zijn twee vuilniszakken aangetroffen. In vuilniszak 1 zit een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een machinepistool Gorenje MGV-176 met demper en een 161-schots trommelmagazijn, .22 LR. [285] In vuilniszak 2 zit ook een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco 56-1, 7.62 mm, met 30-schots magazijn. [286] . In de bagageruimte ligt een C1000-tas [287] met daarin een knalpatroon van het merk Geco, 9mm PA Blanc, en een huls van het merk Igman, 9 mm, beide munitie van categorie III. [288]
In de woning van [medeverdachte 2] in Marum is op 27 februari 2020 een pistool CZ99, 9mm para, met magazijn en munitie aangetroffen. [289] Na onderzoek blijkt dit vuurwapen van categorie III te zijn. [290]
Op het patroonmagazijn is een mengprofiel DNA aangetroffen, gelabeld AANS0278NL#01, van minimaal vier personen, waaronder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en minimaal twee onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 1] en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 2] en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 280 duizend keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden.
Op ruwe delen van het wapen is een mengprofiel DNA aangetroffen, gelabeld AANS0279NL#01, van minimaal drie personen, waaronder verdachte, [medeverdachte 2] en minimaal één onbekende. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van verdachte en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 10 miljoen keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 2] en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. [291]
Op 28 februari 2020 is voor de Kringloopwinkel een Opel Combo ( [kenteken] ) in beslag genomen. [292] In een zwarte sporttas in de laadruimte van de Opel Combo [293] zijn in beslag genomen:
1) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie III, onbekend merk, 7,62 mm Tokarev [294] )
2) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie II, Zoraki 917-T, .380 ACP [295] )
3) een kogelgeweer met magazijn (aanvalsgeweer, Zastava M70-AB2, 7,62 mm, 30 shots [296] )
4) een kogelgeweer met magazijn met 4 patronen (aanvalsgeweer, Zastava M70-AB2, 7,62 mm, met magazijn van categorie II, geschikt voor aanvalsgeweren van Zastava, en vier kogelpatronen van categorie III [297] )
5) een zwarte plastic zak met drie dubbel gesealde plastic pakketten, in elk pakket een crèmekleurige substantie, netto 2888,66 gram, bevattende amfetamine.
Op het onder 1 genoemde wapen is DNA aangetroffen van minimaal 2 personen, waaronder [medeverdachte 1] . Voor DNA-mengprofiel AANS0308NL#01 geldt dat het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dat het mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte 1] en een willekeurige onbekende dan dat het mengprofiel bevat van twee willekeurige onbekenden. [298]
Het onder 3 genoemde kogelgeweer Zastava M70 met magazijn is vergeleken met de op 27 februari 2020 om 19.17 uur gemaakte foto [299] , aangetroffen op de iPhone X verdachte. Verbalisant [verbalisant] concludeert op basis van meerdere unieke kenmerken dat het gaat om het hetzelfde wapen.
Conclusie
Uit de chats van verdachte met pseudokoper S141 en van [medeverdachte 2] met “NEEFI” blijkt dat verdachte en [medeverdachte 2] samenwerken in de wapenhandel. Beide weten van de aanstaande leveringen en spreken over wat zij met die wapens gaan doen: verkopen of ruilen voor drugs. Verdachte en [medeverdachte 2] inventariseren vanaf 24 februari 2020 welke wapens zij apart kunnen leggen voor hun contacten; zij voeren gesprekken over raketwerpers en ‘180 shots’. Zij versturen ook allebei een foto van een ‘180 shots’, die overeenkomt met het in de BMW aangetroffen machinegeweer Gorenje met 161-schots trommelmagazijn. Zowel uit de chats van [medeverdachte 2] als van verdachte blijkt dat [medeverdachte 1] de wapens heeft opgehaald in de nacht van 26 op 27 februari 2020. Verder blijkt in de voorbereiding dat de raketwerpers niet tegelijkertijd met de wapens worden geleverd. [medeverdachte 2] zou een raketwerper ophalen bij een oude Molukse man, maar uit de woorden van verdachte in de Kringloopwinkel kan worden opgemaakt dat deze levering niet is geslaagd.
Vervolgens blijkt uit afgeluisterde gesprekken in de Kringloopwinkel dat zeven wapens zijn aangeleverd, te weten drie ‘kleine’ (pistolen) en vier ‘grote’ (geweren). Dit komt qua aantal en formaat overeen met de wapens uit de Opel Combo (twee geweren en twee pistolen), in de BMW (twee geweren) en in de woning in Marum (één pistool). Verdachte geeft [medeverdachte 1] opdracht om foto’s te maken van de wapens. Die foto’s zijn aangetroffen op de iPhone X van verdachte (twee grote en twee kleine). Ook de foto’s komen qua aantal en formaat overeen met de wapens uit de Opel Combo, en een geweer op de foto’s is specifiek herkend als een geweer uit de Opel Combo. De in beslag genomen wapens en de foto’s passen naadloos bij de discussies in de Kringloopwinkel over de kwaliteit van de wapens en bij [medeverdachte 2] ’s chats met NEEFI over het CZ99-pistool.
Uit al het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte met zijn medeverdachten het plan had om op 27 februari 2020 in Drachten wapens te verkopen en over te dragen aan de pseudokopers. Verdachte heeft met zijn medeverdachten zodanig nauw en bewust samengewerkt dat sprake is van medeplegen van wapenhandel. De rechtbank acht feit 3, onderdeel pseudokoop II, wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank kan echter niet vaststellen dat op enig moment een overdracht van wapens en munitie heeft plaatsgevonden in de zin van artikel 31 WWM. Het enkele tonen van wapens en munitie aan de pseudokopers vormt immers nog geen overdracht van de feitelijke macht. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van feit 4, onderdeel pseudokoop II.

Feit 5 – voorhanden hebben van wapens

Voor een bewezenverklaring ter zake van het voorhanden hebben van wapens en munitie in de zin van artikel 26 Wwm is vereist dat sprake is geweest van de aanwezigheid van de wapens en munitie, van een meer of mindere mate van bewustheid bij verdachte van die aanwezigheid, en van een zekere beschikkingsmacht hierover.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte wist van de inkomende levering van deze wapens, dat hij deze in aanwezigheid van anderen heeft beoordeeld in de Kringloopwinkel en heeft bepaald wat met welke wapens zou moeten gebeuren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat is voldaan aan de vereisten van aanwezigheid, bewustheid en beschikkingsmacht. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in feit 5, onderdelen pseudokoop II en Opel Combo, ten laste gelegde wapens voorhanden heeft gehad.

Handelen ‘in de uitoefening van een bedrijf’ – uit ‘beroep of gewoonte’

Uit het arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1693) volgt dat handelen ‘in de uitoefening van een bedrijf’ in de zin van artikel 9, eerste lid, WWM zowel door natuurlijke personen als rechtspersonen kan worden verricht. De rechtbank gaat uit van een ruime interpretatie van ‘handelen’. Onder ‘handelen’ vallen zowel de activiteiten van de wapenhandelaar die wapens in bezit heeft, als de activiteiten van de wapenmakelaar die geen wapens bezit (Richtlijn (EU) 2017/85322 en MvT bij de Wijziging van de Wet wapens en munitie etc.; Kamerstukken II 2017-18, 34 984, nr. 3). Verder duidt de HR in zijn arrest van 3 juli 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA5040) het begrip ‘beroep’ als de wil om eenzelfde feit stelselmatig te begaan uit winstbejag. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze daad wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin. Het vaste voornemen kan blijken uit de gehele context: het algehele handelen van verdachte, zijn uitlatingen, (Hof Arnhem-Leeuwarden, 26 oktober 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9295), de aard en hoeveelheid wapens, de duur en intensiteit (Hof Den Haag 25 januari 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6560), de variëteit in het aanbod, de periode, het gebruik van een vast netwerk of vaste patronen, en de aanwezige expertise (conclusie AG De Meijer , 8 september 2020, ECLI:NL:PHR:2020:755).
Tegen de achtergrond van dit toetsingskader overweegt de rechtbank dat de handelingen en uitlatingen van verdachte, omschreven in de bewijsmiddelen, getuigen van wapenhandel zonder erkenning, en ook van zijn vaste voornemen om in de toekomst vaker wapens te verkopen en over te dragen met het oog op financieel gewin. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat telkens sprake is van handelen in het kader van beroep of bedrijf, en dat verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt als bedoeld in art. 55, vierde lid, WWM.

*Onderdeel Jardingapad

Op 27 februari 2020 is de woning van verdachte aan het Jardingapad doorzocht. Uit het proces-verbaal van binnentreden in woning [300] met bijgevoegd overzicht van goederen [301] , de kennisgevingen van inbeslagneming van wapens en munitie [302] , het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [303] , het proces-verbaal van onderzoek wapens [304] met foto’s, en de processen-verbaal van vooronderzoek laboratorium [305] , in onderlinge samenhang, volgt dat de volgende wapens zijn gevonden:
- achter een houten wandoverkapping een semi-automatisch
pistool Zastava M57, kaliber 7,62, goednummer 1244537, spooridentificatienummer (verder: SIN) AANO4530NL. Dit wapen is doorgeladen aangetroffen met een geplaatst magazijn met 7 kogelpatronen (SIN AANO4531NL). De hamer was gespannen, dus het wapen was voor direct gebruik gereed. Bij onderzoek blijkt dit een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM. Bij onderzoek van het wapen blijkt dat spoor SIN AANO4530NL (later aangeduid als spoor SIN AANS0296NL) een DNA-profiel bevat dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte 1] , verdachte en een onbekende. De onderzoekshypothese dat dit DNA van [medeverdachte 1] en verdachte is, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de hypothese dat dit DNA niet van hen is [306] . Ook de patroonhouder met 7 patronen met goednummer 1244538 is onderzocht; het DNA-spoor SIN AANO4531NL, later aangeduid als SIN AANO2013NL, matcht met het DNA-profiel van verdachte. De kans dat dit DNA toebehoort aan een willekeurige onbekende is kleiner dan 1 op 1 miljard. [307]
- een
zelfbouw pistoolin een vuilniszak, enkelschots, kaliber .22, met goednummer 1244548, SIN AANO4538NL. Het pistool functioneert goed en blijkt bij onderzoek een vuurwapen te zijn in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM. Bij onderzoek blijkt dat spoor SIN AANO4538NL, later aangeduid als SIN AANS0297NL, een mengprofiel DNA bevat dat afkomstig kan zijn van minimaal 2 personen. Het mengprofiel kan passen bij [medeverdachte 1] en verdachte. De onderzoekshypothese dat het DNA toebehoort aan verdachte is circa 600 miljoen keer waarschijnlijker dan de hypothese dat het niet zijn DNA is. De onderzoekshypothese dat het DNA toebehoort aan [medeverdachte 1] is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de hypothese dat niet zijn DNA is. [308]
  • achter het hout een lege
  • uit een grijze kast in de schuur een
- munitie uit doosjes met goednummer 1244561, SIN AANO4544NL, te weten 217 kogel- en knalpatronen van diverse merken en kalibers, en 50 knalpatronen, en 1 huls van een kogelpatroon. Dit blijkt bij onderzoek munitie te zijn in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III WWM.
Ook is aangetroffen - maar niet ten laste gelegd - een leeg magazijn voor een Zastava M57 pistool, goednummer 1244558, SIN AANO4542NL, later aangeduid als AANO2011NL. Hierop is een match gevonden met het DNA-profiel van verdachte en een onbekende. [310] Evenmin is ten laste gelegd een aanzienlijke variëteit aan munitie, waaronder een doos 9 mm Luger-munitie, (1244541, SIN AANO4534NL), een doos 9 mm Walther-munitie (1244542, SIN AANO4535NL) en een doos 6,35 mm Browning-munitie (1244553, SIN AANO4539NL). Op de beslaglijst [311] prijkt verder nog een klein arsenaal handwapens dat ook niet is tenlastegelegd: een ploertendoder, 22 nitraatbommen, een werpmes, een boksbeugel, 5 messen, een steekwerend vest, 3 machetes, een bijl, pepperspray, en een taser.
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van deze wapens en munitie gelden - zoals genoemd - de eisen van aanwezigheid van de wapens en munitie, bewustheid van verdachte en een zekere beschikkingsmacht. De aanwezigheid van wapens en munitie staat vast. Deze wapens en munitie bevonden zich in en rond de woning van verdachte, binnen zijn onmiddellijke bereik, terwijl verdachte een leidende rol had in een groep die zich ook vanuit die woning bezighield met wapens. Verdachte had dus de nodige beschikkingsmacht. Dat verdachte zich van de aanwezigheid van de wapens en munitie bewust was, volgt daaruit dat op die wapens en magazijnen de DNA-profielen van verdachte en [medeverdachte 1] meermalen zijn aangetoond c.q. hoogstwaarschijnlijk aanwezig zijn geacht. Het voorhanden hebben van de wapens is ook in lijn met de hiervoor bewezenverklaarde feiten, en met het aantreffen van het kleine arsenaal handwapens.
De verdediging heeft benadrukt dat de wapens toebehoorden aan [naam ] , die enige weken voor zijn dood bij verdachte thuis ernstig in de war was. [naam ] had spullen in een tasje dat kapot ging. Verdachte heeft [naam ] toen geholpen die spullen in een zakje en een vuilniszak te doen; daarbij waren ook 3 pistolen en munitie. [naam ] moet die wapens daarna bij verdachte thuis hebben verstopt. Het zelfbouwpistool was van [naam ] , aldus verdachte.
De rechtbank zal dit verweer als onaannemelijk passeren nu het verstoppen van wapens door [naam ] geen steun vindt in het dossier. Tegen de lezing van verdachte pleit ook dat [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij voor verdachte naar een ‘zelfgebakken’ pistool moest kijken waar een klein patroontje in ging [de rechtbank begrijpt: enkelschots]. [medeverdachte 3] heeft verdachte gevraagd dit pistool naar zijn huis te brengen, waarna [medeverdachte 1] het heeft thuisbezorgd. [medeverdachte 3] heeft voor dat pistool een demper gemaakt. Op de foto van het zelfbouwpistool in het dossier ziet de rechtbank een externe schroefdraad aan de monding van de loop, waarop een demper kan worden geschroefd.
Ook het verweer dat het in de Kringloopwinkel en aan het Jardingapad altijd ging om airsoft- of imitatiewapens of onklare wapens, wordt gelogenstraft door het onderzoek aan de ten laste gelegde wapens. De rechtbank acht daarom het voorhanden hebben van de ten laste gelegde wapens wettig en overtuigend bewezen.

Feit 6: mishandeling en/of bedreiging [slachtoffer 1]

Aangever [slachtoffer 1] , wonende [adres] te Appelscha, is op 20 augustus 2018 in zijn woning. Omstreeks 17.15 uur doet aangever de deur open en ziet verdachte en [medeverdachte 1] staan. Aangever krijgt direct van beide mannen vuistslagen op zijn hoofd en schoppen tegen het hoofd en been. Verdachte loopt daarna naar de auto en komt daarna teruglopen met een vuurwapen in zijn hand. Tijdens het lopen laadt verdachte het wapen door en roept meerdere keren: “ik maak je dood”. Daarna richt verdachte het vuurwapen op aangevers buik en zegt weer: “ik maak je dood”. Verdachte zegt ook nog dat aangever iets met die pas moet regelen. Daarmee doelt verdachte op de tankpas die hij aan aangever te leen heeft gegeven. [312]
Een dag later legt aangever een gedetailleerdere verklaring af. Aangever zegt dat hij meteen bij het naar buiten stappen klappen krijgt van verdachte, namelijk twee vuistslagen in het gezicht. [medeverdachte 1] slaat hem drie of vier keer met de vuist in het gezicht. Dit doet aangever pijn en boven het linker oog heeft hij een bult. Verbalisant ziet deze bult ook. [medeverdachte 1] trapt vervolgens tegen het linker scheenbeen van aangever. Verbalisant constateert een verwonding aan dat scheenbeen. Aangever herhaalt dat verdachte een vuurwapen uit de auto pakt en dit tijdens het lopen doorlaadde. Verdachte staat voor aangever en richt het op de buik van aangever en roept meermalen: “Ik maak je dood”. Aangever is erg bang. [313]
Getuige [getuige 5] ziet op 20 augustus 2018 omstreeks 17.15 uur, een fysieke interactie als hij langs de woning van aangever rijdt. Hij ziet dat verdachte en een andere man aangever slaan en schoppen. De mannen nemen een dreigende houding aan tegenover aangever. Aangever is zeker zes keer geslagen en geschopt door beide mannen. [314]
Getuige [getuige 6] ziet op 20 augustus 2018 een auto bij aangever de oprit op rijden. Uit de auto stappen twee kale brede mannen. De mannen praten bij de voordeur met aangever. [315]
Op de camerabeelden is te zien dat een auto op de oprit van aangever staat geparkeerd. [medeverdachte 1] staat buiten en steekt een sigaret op. Verdachte lijkt iets uit de auto te pakken en loopt richting aangevers voordeur. Daarna maakt [medeverdachte 1] een schoppende beweging richting de woning, wat klinkt alsof hij tegen de voordeur schopt. Daarna maakt [medeverdachte 1] een slaande beweging in diezelfde richting. Daarna zegt verdachte (meermalen [316] ): “Luister, ik maak je dood”. [medeverdachte 1] wijst naar de camera en zegt: “Bel de politie en je gaat er aan”. [317]
Uit het voorgaande blijkt dat de verklaring van aangever consistent is [318] en ondersteuning vindt in de getuigenverklaring, het geconstateerde letsel en de camerabeelden. De rechtbank acht de verklaring van aangever derhalve betrouwbaar. Hieruit volgt dat verdachte met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] nauw en bewust heeft samengewerkt tijdens de mishandeling en bedreiging, zodat sprake is van medeplegen. De rechtbank acht de mishandeling en bedreiging wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank verwerpt het verweer dat sprake is geweest van noodweer. De verklaring van verdachte dat aangever hem met een mes bedreigde, vindt geen ondersteuning in het dossier. De verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1] ziet de rechtbank niet als onafhankelijk en betrouwbaar. Een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding waartegen verdachte zich mocht verdedigen is dus niet aannemelijk geworden. Bovendien is verdachte zelf met [medeverdachte 1] naar de woning van aangever gegaan en hebben zij de confrontatie opgezocht. Ook dat staat in de weg aan een geslaagd beroep op noodweer.

Feit 7: geweld [slachtoffer 2]

Aangever [slachtoffer 2] , wonende [adres] te Fochteloo met zijn zoon [naam ] , komt op 19 oktober 2018 thuis. De woonkamer heeft een raam voor de bank en een raam tussen de bank en de televisie. Aangever gaat op de bank liggen. Omstreeks 22.00 uur hoort hij een harde knal en ziet in het midden van de woonkamer een grote bijl liggen met daaromheen glasscherven. Er zit een groot gat in het voorraam. Aangever kijkt direct naar buiten en ziet een donkere auto, model station, wegrijden.
Aangever geeft direct op dat hij vermoedt dat verdachte de dader is, omdat zijn zoon een conflict heeft met verdachte. [319]
De bijl met houten handvat is door de politie in beslag genomen. [320] De steel van de bijl is bemonsterd: SIN AANLH0860NL. [321] Het monster bevat een DNA-mengprofiel van minimaal vier personen, waaronder verdachte. Het DNA-mengprofiel is circa 47 duizend keer waarschijnlijker indien wordt aangenomen dat het mengprofiel DNA bevat van verdachte en drie willekeurige onbekenden, dan wanneer wordt aangenomen dat het mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden. [322]
[naam ] verklaart op 19 oktober 2018 omstreeks 22.30 uur dat hij vermoedt dat verdachte achter het gooien van de bijl door de ruit zit. Hij verklaart, kort gezegd, dat verdachte hem beschuldigt van overmatig tanken met tankpassen van verdachte. [323]
Op camerabeelden van 19 oktober 2018 rond 14.15 uur is te zien dat een Audi met kenteken [kenteken] (hierna: de Audi A4) de oprit van aangever oprijdt. [324] Deze Audi staat op naam van [bedrijfsnaam 4] , een bedrijf op naam van verdachte [325] .
De rechtbank merkt op dat verdachte aanvankelijk heeft ontkend, en dat hij niet weet hoe en door wie de bijl is gegooid. Daarna stelt hij dat [medeverdachte 12] heeft gezegd dat hij de bijl heeft gegooid. Volgens verdachte zegt [medeverdachte 12] (TA012, sessie 2374) onder meer: “
na zo’n gast moet nog betalen toch maar die woont euh… zijn vader… of zijn ouders wonen hier aan de weg, wij parkeren BATSCHE zo’n kloofbijl door het RAAM heen! Wij bier halen ik zoek die gast HIER vlogen”. De rechtbank kan uit dit citaat echter niet opmaken dat [medeverdachte 12] bekent dat hij de bijl door de ruit heeft gegooid. Uit het citaat blijkt wel dat hij daarbij aanwezig was.
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij overdag met de auto naar aangever is gereden. Daar zagen zij de camera op de oprit. Toen zijn zij weggegaan, en teruggekomen in het donker. Verdachte heeft toen de bijl door de ruit gegooid, terwijl een man daar op de bank lag. Verdachte had gedoe met [slachtoffer 1] vanwege tankpassen. [slachtoffer 1] had een tankpas gekregen van [naam ] en daar was verdachte boos over. [326]
De verklaring van [medeverdachte 12] en [naam ] worden ook ondersteund door [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij geld kreeg van verdachte en dat [naam ] hem toen een tankpas van verdachte had gegeven. [327]
De verklaringen van aangever, [naam ] , [slachtoffer 1] en [medeverdachte 12] komen allemaal overeen op het punt dat verdachte ruzie had met [naam ] en [slachtoffer 1] over tankpassen. [medeverdachte 12] heeft verklaard dat verdachte de bijl heeft gegooid; op de bijl is een DNA-mengprofiel aangetroffen dat eveneens wijst richting verdachte. Voorts overweegt de rechtbank dat verdachte op 20 augustus 2018 jegens diezelfde [slachtoffer 1] ook is overgegaan tot het gebruik van geweld (
feit 6).
Uit het voorgaande volgt dat verdachte op 19 oktober 2018 een bijl door het voorraam van de woning van aangever heeft gegooid. Uit het dossier is onvoldoende duidelijk geworden op welke afstand van aangever de bijl door het voorraam is gegaan. De grond van de woning lag bezaaid met [naam ] , maar dit gegeven is te summier voor het aannemen van een aanmerkelijke kans op de dood of op zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal verdachte dus vrijspreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
Door het handelen van verdachte kon in redelijkheid bij aangever wel de vrees ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De rechtbank acht de meer subsidiair ten laste gelegde bedreiging met zware mishandeling daarom wettig en overtuigend bewezen.

Feit 8: oplichting Rabobank en ABN AMRO

*Onderdeel Rabobank
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel (verder: KvK) blijkt dat [bedrijfsnaam 1] een eenmanszaak is op naam van medeverdachte [medeverdachte 12] . Het bedrijf is in de ten laste gelegde periode ingeschreven op het BRP-adres van verdachte en [medeverdachte 12] , [adres] te Bovensmilde [328] De contactgegevens zijn: [telefoonnummer] en [e-mailadres] . [329]
Voor de inschrijving in het Handelsregister is € 65,00 betaald van rekening [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 12] . Op 3 juli 2018 is van het rekeningnummer van verdachte van € 75,00 gestort op het rekeningnummer van [medeverdachte 12] . [330] Het bedrijf is geregistreerd op 4 juli 2018 en opgericht op 6 juli 2018.
[naam ] heeft op 5 november 2018 en 15 mei 2019 namens Rabobank Assen aangifte [331] gedaan van oplichting, valsheid in geschrift en/of gekwalificeerde diefstal. [bedrijfsnaam 1] heeft op 27 juli 2018 een zakelijke rekening geopend met nummer [rekeningnummer] . [332] Op 28 augustus 2018 heeft [medeverdachte 12] bij de Rabobank een incassocontract afgesloten. [333] In september 2018 is door middel van valse incassobatches
€ 88.012,95 geïncasseerd van 20 rekeninghouders [334] . Daarna zijn van de rekening van [bedrijfsnaam 1] contante geldopnames gedaan en Bitcoins aangekocht. Doordat de meeste geïncasseerde bedragen zijn teruggeboekt, is op rekening van [bedrijfsnaam 1] een ongeoorloofde debetstand ontstaan van € 48.248,96 [335] . [medeverdachte 12] is aangeschreven om dit aan te zuiveren, maar hij bleek onvindbaar.
Uit beveiligingsbeelden van pinautomaten blijkt dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 8]
€ 10.800,00 [336] contant hebben opgenomen van de rekening van [bedrijfsnaam 1] . [337] Uit de rekeningafschriften blijkt verder dat: [338]
a. a) voor € 31.400,00 [339] aan Bitcoins is gekocht bij Bitonic.nl;
b) PayPal is opgewaardeerd met € 288,25;
d) op 21-9-2018 € 5.000,00 is overgeboekt naar [rekeningnummer] [340] ten name van CPS 82, en € 50,00 is overgeboekt naar [rekeningnummer] ten name van [naam ] .
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij verdachte in juni 2018 leerde kennen. Verdachte vertelde hem dat hij een bedrijf op naam kon zetten. Dit heeft [medeverdachte 12] gedaan onder de naam [bedrijfsnaam 1] . Voorafgaand aan de inschrijving bij de KvK werd hij gedrild door verdachte over wat hij moest zeggen. Vooraf kreeg hij geld van verdachte voor die inschrijving. Verdachte had bedacht om incasso’s te sturen naar bedrijven. [medeverdachte 12] heeft toen de Rabobank gebeld voor een incasso-overeenkomst. Verdachte instrueerde hem over het geschatte jaarinkomen van het bedrijf, te weten € 240.000,00. [medeverdachte 12] heeft de incasso-overeenkomst ondertekend en vervolgens incasso’s verstuurd. Via Google heeft hij gezocht naar bedrijven en hun IBAN-nummer. Hij heeft daarvoor gebruik gemaakt van een geprepareerde laptop van verdachte. [341] Het geld zou worden betaald, en zou daarna worden opgenomen bij de bank. Als het bedrijf het er niet mee eens was, zou de bank dit geld aan het bedrijf terugbetalen. Zij spraken af dat het geld zou worden gedeeld. [medeverdachte 12] heeft op die manier tussen de 20.000 en 30.000 euro gepind en afgedragen aan verdachte. [342]
*Onderdeel ABN AMRO
[medeverdachte 7] staat sinds 8 januari 2019 ingeschreven op het adres [adres] te Stadskanaal. Op dat adres staat ook [naam ] ingeschreven. [343] [bedrijfsnaam 2] is op 31 januari 2019 opgericht met de contactgegevens: [adres] te Stadskanaal. [344]
[naam ] heeft op 24 april 2020 namens ABN AMRO Bank N.V. aangifte [345] gedaan van oplichting gepleegd op 23 oktober 2019 en 1 november 2019. Op of omstreeks 23 april 2019 heeft [bedrijfsnaam 2] (vertegenwoordigd door [medeverdachte 7] ) bij de ABNA AMRO Bank N.V. de zakelijke rekening [rekeningnummer] geopend [346] . Op 1 augustus 2019 is met [medeverdachte 7] gesproken over de mogelijkheden voor een incasso-overeenkomst. [medeverdachte 7] heeft gesteld dat de omzet in 2018 een bedrag van € 250.0000,00 bedroeg en de verwachting voor 2019 is circa € 300.000,00. De verwachting is 30 klanten per maand, die gemiddeld tussen de 1.000 en 5.000 euro besteden. Op 26 augustus 2019 is een SEPA-overeenkomst ondertekend, waarna de incasso-overeenkomst tot stand is gekomen.
Op 23 oktober 2019 is een incassobatch met 1 incasso-opdracht aangeleverd van € 3.699,80. Diezelfde dag hebben twee geldopnames plaatsgevonden voor in totaal € 3.500,00.
De incassobatch is afgekeurd, waardoor een debetstand op de rekening is ontstaan.
Op 1 november 2019 is de paslimiet verhoogd van € 5.000,00 naar € 9.000,00.
Diezelfde dag is een incassobatch met 4 incasso-opdrachten aangeleverd van in totaal
€ 11.907,63. Diezelfde dag hebben er zes geldopnames plaatsgevonden voor in totaal
€ 8.480,00. Ook deze incassobatch is geheel afgekeurd, waardoor opnieuw een debetstand is ontstaan.
Uit de verklaringen van [medeverdachte 7] blijkt dat het bedrijf enkel zou worden gebruikt voor criminele doeleinden. Hij heeft [bedrijfsnaam 2] op naam genomen en bij de ABN AMRO Bank een zakelijke rekening geopend. Voorafgaand aan zijn detentie in Lelystad heeft [medeverdachte 7] met verdachte gesproken over oprichten van een bedrijf. [347] [medeverdachte 7] heeft ontkend dat hij de SEPA incasso-overeenkomst heeft ondertekend, dat hij de incassobatches heeft aangeleverd en nadien het geld heeft gepind. Hij heeft ook geen pasjes van de ABN AMRO-rekening. Hij weet niets van de jaarrekening over 2017.
*Overige bewijsmiddelen en overwegingen
Op 8 februari 2019 maakt [medeverdachte 1] een afspraak met [naam ] over het betalen van huur voor [medeverdachte 7] en het ophalen van de post. [348] Ook verdachte heeft die dag contact met [naam ] over de huur en de post. [349] Uit afgeluisterde gesprekken op 2 september 2019 blijkt dat [medeverdachte 5] naar Stadskanaal is gegaan om post op te halen. De rechtbank leidt hieruit af dat [medeverdachte 5] post moest ophalen voor [bedrijfsnaam 2] [350] Na de aanhouding van verdachte is op het adres in Stadskanaal eveneens ongeopende post aangetroffen op naam van [medeverdachte 7] en [bedrijfsnaam 2] [351] De rechtbank leidt hieruit af dat anderen betrokkenheid hadden bij [bedrijfsnaam 2]
Op 23 februari 2019 haalt [medeverdachte 12] met [medeverdachte 1] de nieuw ingetreden deelnemer [medeverdachte 7] op uit PI Lelystad. [352] Op 25 februari 2019 vanaf 13.01 uur instrueert [medeverdachte 12] [medeverdachte 7] over het plegen van fraude. [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] bespreken de zakelijke aanvragen bij banken.
[medeverdachte 7] : “Ik heb dus straks meerdere pasjes. Houden jullie die of hoe gaat dat?”
[medeverdachte 12] : “Die pasjes bewaar ik waarschijnlijk. Er als er geld komt dan is het gedeeldheid. (…) En dan worden dingen omgezet in Bitcoin. (…) Je kan maar zoveel duizend per dag pinnen.” [353]
De rechtbank begrijpt hieruit dat [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] nog met een ander samenwerken, aangezien [medeverdachte 7] spreekt over “jullie”.
Omstreeks 14.48 uur belt [medeverdachte 12] met verdachte en koppelt terug wat hij en [medeverdachte 7] hebben gedaan in Stadskanaal en welke post er was. De laatste KvK-papieren waren vorige week al gekomen. [354] Later die dag vertelt [medeverdachte 12] dat eerst een zakelijke rekening geopend moet worden, daarna is een SEPA-machtiging nodig, en dan kunnen er zelf incasso’s worden verzonnen. Je doet dat in één keer 10 keer tussen de 3.000 en 4.000 per batch. Overmorgen is het geld dan gestort. [medeverdachte 12] zegt: “We hebben het een paar weken gedaan. En het was zo dat op een gegeven moment [verdachte] zei dat we er mee gingen stoppen. Maar we gaan het zo aanpakken nu, in plaats van die kleine beetjes dat we in 1 keer kanker veel kunnen pakken.” [355]
Op 25 februari 2019 spreekt [medeverdachte 7] met [naam ] . [medeverdachte 7] heeft de volgende dag een afspraak bij de bank. [medeverdachte 7] vertelt dat [verdachte] heeft gezegd dat ze € 10.000,00 per week kunnen pinnen en dat ze dit doen totdat ze erachter komen (3-5 maanden). [356]
Op 28 augustus 2019 omstreeks 14.30 uur is medeverdachte [medeverdachte 5] in Bunde (Duitsland) gecontroleerd als bestuurder van zijn Audi A4. Vanuit die auto neemt de politie een schoudertas in beslag met onder meer een laptop (Acer), een telefoon (Alcatel) en diverse administratie en bankpassen, die onder meer op naam staan van [medeverdachte 7] en [bedrijfsnaam 2] . [357] Op de laptop zijn foto’s aangetroffen van identiteitsbewijzen van [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] en [naam ] , en een rapport jaarrekening 2017 [bedrijfsnaam 2] [358] In de administratie is een envelop aangetroffen met de SEPA incasso-overeenkomst tussen [bedrijfsnaam 2] en ABN AMRO Bank. Op de envelop is geoefend voor het plaatsen van de handtekening van [medeverdachte 7] . [359]
[medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij deze laptop moest gebruiken voor fraudedelicten. [360] Op de mobiele telefoon is onder ‘Passwords” aangetroffen: WIFI Account: [naam ] . [361] [362]
Op 28 augustus 2019 omstreeks 18.19 uur belt [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] . Omstreeks 19.55 uur belt [medeverdachte 5] weer met [medeverdachte 1] . [363] Omstreeks 20.46 uur belt verdachte met [medeverdachte 5] . De strekking van hun gesprekken is dat de politie “dat” in beslag heeft genomen, dat die laptop terug moet komen, maar dat zij bij de politie niet kunnen gaan aantonen van wie die laptop is. [364]
Uit het strafblad van [medeverdachte 7] blijkt dat hij gedetineerd was van 20 augustus 2019 tot en met 2 december 2019. [medeverdachte 7] heeft verklaard dat hij op 1 november 2019 gedetineerd was; [medeverdachte 12] was toen al weg. [365]
Uit OVC-gesprekken in de Kringloop op 19 februari 2020 blijkt dat verdachte aan [medeverdachte 6] instructies geeft over het plegen van fraude. Verdachte stelt dat [medeverdachte 6] vandaag moet doen alsof hij [naam ] is en dat hij in Purmerend woont. [366] [medeverdachte 6] krijgt vervolgens opdracht om in te loggen, waarbij verdachte zegt dat de code hetzelfde is. Voor [naam ] hebben zij ING. [medeverdachte 6] moet alle banken afgaan. Verdachte instrueert dat [medeverdachte 6] zich moet voordoen als Pascal [naam ] van [naam ] . [367] Verdachte legt uit welke telefoons gebruikt kunnen worden voor bellen, appen en mailen. Verdachte benadrukt dat zoveel mogelijk gebeld moet worden en “als dit goed gaat, dan kun je met die anderen meelopen en kun je veel geld verdienen. (…) Leer alles uit je hoofd, ik maak een briefje voor je van zijn geboortedatum, alles, en morgen overmorgen weet je dit. Niet kwijtraken en alles bij elkaar houden. Zit een pasje in, maar raak het niet kwijt. (…) Heb je weleens een ton verdiend in een jaar? (…) Dat ga ik je laten verdienen, maak geen grapje. Als je je best doet. Ik leg deze laptop op (…) Alleen jij en [naam ] mogen daar aan komen, verder mag niemand eraan zitten. Ja, [naam ] ofzo.” [368]
Verdachte legt nog meer uit over contact opnemen met banken. Verdachte benadrukt dat [medeverdachte 6] zich goed moet inlezen in Europese incassocontracten. Hij heeft liever dat het een week langer duurt, maar dat het goed gebeurt. [369]
[naam ] is ook als verdachte gehoord. Hij heeft verklaard dat hij verdachte leerde kennen via [naam ] . [naam ] heeft bekend dat hij [naam ] heeft opgericht. De bankpas van BUNQ bank op naam van [naam ] is aangetroffen in de Kringloophal. [naam ] heeft de bankpas aan [medeverdachte 1] of verdachte afgegeven. [370]
In chatgesprekken met het Telegram-account [naam ] (tussen 16 en 29 januari 2020) vertelt verdachte dat hij zakelijke passen heeft waarmee hij fraude laat doen en dat alles is gekoppeld aan Bitcoin-accounts. Op 25 januari 2020 stuurt verdachte een audiobericht: “
Deze passen zijn nog helemaal schoon. Er is nog niks mee gedaan Die BV is ook nog schoon. Die BV ploft straks. Dat duurt een paar maand. In de tussentijd heb ik een paar passen over, ik gebruik zelf altijd maar 1 of 2 passen. Daarmee doe ik incassofraude. Die komen ook terug. Die andere passen zijn nog schoon. 100 procent schoon. [371]
Ook in gesprekken tussen verdachte en het Telegram-account [naam ] geeft verdachte aan dat hij passen heeft van verschillende banken op naam van verschillende bedrijven. Verdachte doet dit al lang en heeft tonnen op zijn “btc” [de rechtbank begrijpt: Bitcoin account]. [372]
In het gesprek tussen verdachte en Telegram-account [naam ] Hogerop komt ook naar voren dat verdachte passen heeft van Rabo, ING, ABN en Bunq. Zij spreken over ‘bonken’ [373] : in de phishingwereld de term voor het aanvragen van een bankpas op naam van iemand anders, of het gebruikmaken van de rekening van een katvanger, door daarop geld te laten storten door een onbekende en dit te laten afstaan.
Ook uit de chat tussen [medeverdachte 2] en “NEEFI” op de BQ Aquarius blijkt dat de politie zijn Hollandse compagnon [de rechtbank begrijpt: verdachte] nooit voor BV-shit heeft kunnen pakken. [374]
Getuige [getuige 7] heeft verklaard dat verdachte zich tegenover hem heeft voorgedaan als [medeverdachte 7] van [bedrijfsnaam 2] om een auto te huren. [375] De rechtbank concludeert dat verdachte zich onbevoegd heeft voorgedaan als eigenaar van [bedrijfsnaam 2]
Verdachte zegt op 19 februari 2019 dat hij nog niet naar binnen gaat. Als hij op de telex komt, vlucht hij. Normaal vlucht hij niet, maar het gaat om 160-170 duizend euro; er staat zoveel geld op het spel. [376]
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte anderen heeft bewogen om bedrijven op te richten dan wel op naam te nemen. Vervolgens heeft hij anderen geïnstrueerd over de feitelijk te plegen fraude, waarbij een verdeling van de opbrengsten is voorgespiegeld. De instructies van verdachte aan [medeverdachte 6] passen geheel bij de aangiftes van de Rabobank en ABN AMRO, bij de OVC-gesprekken tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] en [naam ] , en bij de verklaringen van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] .
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zo nauw met anderen heeft samengewerkt dat hij telkens als medepleger kan worden aangemerkt. Verdachte heeft op slinkse wijze anderen naar voren geschoven opdat hij zelf op papier niet traceerbaar zou zijn voor de benadeelden, in casu de Rabobank en ABN AMRO Bank. De rechtbank acht feit 8 dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Feit 9 en 10: uitbuiting [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7]

Het juridisch kader
Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Sr als misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Voorop staat hierbij het belang van het individu om zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid te behouden. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen tasten de vrijwilligheid en de keuzevrijheid van het individu aan. Bij uitbuiting gaat het voor zover hier van belang - om moderne vormen van slavernij, waarbij moet worden gedacht aan het misbruiken van de afhankelijke positie van een persoon die redelijkerwijs geen andere keuze heeft. Als voorbeeld wordt genoemd slavernij, tewerkstelling onder dwang, een extreem lange werkweek tegen zeer lage betaling onder slechte werkomstandigheden, verplichte arbeid of diensten met inbegrip van bedelarij, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten.
De vraag of sprake is van 'uitbuiting' is sterk verweven met de omstandigheden, waaronder de aard en duur van de tewerkstelling of de activiteit, de mate van onvrijwilligheid of onderwerping die de betrokkene ondervindt en het economisch voordeel dat de verdachte hiermee behaalt.
In artikel 273f Sr. is telkens een
gedragingbeschreven (bij sub 1 onder andere werven, bij sub 4 het dwingen/bewegen zich beschikbaar stellen voor het verrichten van arbeid of diensten, bij sub 6 voordeel trekken). Tevens is vereist dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een
dwangmiddel(dwang, dreiging, geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik van overwicht en/of van een kwetsbare positie). Er dient een causaal verband te bestaan tussen het dwangmiddel en de gedraging; er dient sprake te zijn van een
(oogmerk van) uitbuiting. [377] [378]
[medeverdachte 12]
[379] heeft onder meer verklaard dat hij verdachte in juni 2018 leerde kennen toen hij dakloos was en veel dronk. Dit blijkt ook uit de politiesystemen; op 3 juli 2018 is [medeverdachte 12] nog aangehouden voor het rijden in invloed van cannabis. [380] heeft enkel de basisschool afgemaakt.
[medeverdachte 12] staat vanaf 28 juni 2018 ingeschreven op het adres [adres] in Smilde. Daar verbleven [medeverdachte 1] en verdachte ook. [381]
Verdachte heeft [medeverdachte 12] voorgehouden dat [medeverdachte 12] een bedrijf op diens naam kon zetten. Dat heeft hij gedaan onder de naam [bedrijfsnaam 1] . Van tevoren heeft verdachte hem geïnstrueerd over wat te zeggen bij de Kamer van Koophandel (KvK). Verdachte heeft hem naar de KvK gebracht. Vooraf heeft verdachte geld naar [medeverdachte 12] overgemaakt om het inschrijfgeld bij de KvK te betalen. [382]
Het uittreksel KvK heeft [medeverdachte 12] direct aan verdachte afgegeven.
[medeverdachte 12] heeft een zakelijke rekening bij de Rabobank geopend [383] en vervolgens met de bank gebeld voor het afsluiten van een incassocontract. [384] Verdachte heeft instructies gegeven over wat [medeverdachte 12] moest zeggen, onder meer dat het bedrijf een geschat jaarinkomen heeft van € 240.000,00. Na ondertekening van het incassocontract heeft [medeverdachte 12] op vijf momenten in september 2018 Zwaag valse incassobatches bij de bank aangeleverd. Via Google heeft hij naar IBAN-nummers van bedrijven gezocht op een geprepareerde laptop van verdachte. [medeverdachte 12] moest de hele dag met deze laptop lopen, anders kreeg hij klappen.
Het overgemaakte geld heeft [medeverdachte 12] direct opgenomen. Hij heeft 20.000-30.000 euro gepind en afgedragen aan verdachte, maar hij kreeg zelf zo goed als niets van het geld. Hoogstens kreeg hij soms een beetje wiet. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben hem telkens opgehaald om langs pinautomaten te gaan. De afspraak tussen verdachte en [medeverdachte 12] was dat het geld eerlijk verdeeld zou worden. Verdachte heeft in die tijd een Audi gekocht.
[medeverdachte 12] heeft ontkend dat hij een salaris van € 1.600 per maand van verdachte kreeg. [medeverdachte 12] heeft verklaard dat [medeverdachte 7] in hetzelfde schuitje zat als hij, en dat [medeverdachte 7] ook een plek nodig had. Volgens [medeverdachte 12] ben je dan dankbaar en toon je dat je je wilt inzetten; vervolgens ging het van kwaad tot erger.
[medeverdachte 12] woonde in die tijd nergens. Hij sliep in Smilde en Leeuwarden, Groningen en Beerta, soms ook in de woning van verdachte aan het Jardingapad in Oosterwolde. Vanaf die plekken gingen zij elke dag eerst naar de woning van verdachte. Bij aankomst kreeg verdachte direct opdrachten: poep scheppen, harken, afwassen, de was ophangen en op de laptop aan de slag. Anderen gingen vaak weg, maar [medeverdachte 12] heeft daar 14 tot 16 uur per dag verbleven. [medeverdachte 12] heeft ook opdracht gekregen om met [medeverdachte 1] mee te gaan in de auto om [medeverdachte 1] wakker te houden. Een weerwoord geven betekende volgens [medeverdachte 12] klappen vangen. Hij maakte eens een nare opmerking naar zijn vriendin in bijzijn van verdachte. Daarop sloeg verdachte hem een klaplong. Verdachte gaf [medeverdachte 12] deadlines voor de dag. [medeverdachte 12] kreeg klappen als hij niet aan de deadlines voldeed. Verdachte kleineerde hem ook door hem de hele tijd ezel en mongool te noemen. Verdachte heeft hem in zijn ribben gestompt of op zijn hand geslagen met een voorwerp dat lijkt op een ijzeren schoenlepel. [medeverdachte 12] kreeg overal klappen, behalve in het gezicht of op de vingers. Verdachte heeft hem met de platte hand in het gezicht geslagen. Verdachte heeft [medeverdachte 12] vrijwel dagelijks geslagen. [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 12] ook wel geslagen. Verdachte heeft hem gecommandeerd. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben ook op [medeverdachte 12] geschoten met een balletjespistool.
[medeverdachte 12] heeft geen rijbewijs en staat bij de RDW bekend als fiscale wanbetaler. [medeverdachte 12] heeft echter kort na kennismaking met verdachte op 2 juli 2018 twee auto’s op naam gekregen en op 1 augustus 2018 nog een auto. [385] [medeverdachte 12] heeft een onverzekerde Volvo V40 op zijn naam gehad. [386] Verdachte heeft een boete betaald voor deze onverzekerde auto. [387]
[medeverdachte 12] verklaart dat hij door intimidatie en dwang is gebleven, maar dat hij uiteindelijk is weggegaan nadat hij werd beschoten. [medeverdachte 12] heeft aan verbalisanten littekens getoond [388] op zijn been, romp en de rechter zijkant van zijn gezicht ter hoogte van de slaap. Volgens [medeverdachte 12] zijn dit afdrukken van het airsoftwapen waarmee hij door verdachte werd beschoten.
Op 12 augustus 2019, nadat [medeverdachte 12] is weggegaan, volgt het volgende gesprek met verdachte. [389]
Verdachte: “Waar ben je?”
[medeverdachte 12] : “Hallo?”
Verdachte: Waar ben je?”
[medeverdachte 12] : “ik euh…ik kan dit niet meer man”
Verdachte: “Waar ben je? (…) Ik vraag je één keer waar je bent (…)”
[medeverdachte 12] : “(….) nee ik kan dit niet meer man het is constant dreigementen, ik leef in angst…ik kan het niet meer”
Verdachte: “Luister goed wat ik zeg (…) als je nu niet zegt waar je bent dan heb je een probleem, echt een probleem. (…) ik vraag je één keer…ik vraag het je één keer (…) stuur nu je locatie”.
[medeverdachte 12] : “(…) gun mij…gun mij mijn leven gewoon terug…ik kan dit niet”
Verdachte: “Geloof mij…Geloof mij anders zoek ik HAAR op…ik vraag het je nog één keer”
Verdachte blijft herhalen dat [medeverdachte 12] moet zeggen wij hij is.
[medeverdachte 12] : “Kun je me niet gewoon laten gaan, ik kan dit niet meer (…) Ik ga geestelijk helemaal kapot, elke dag klappen, elke dag dreigementen.”
Verdachte: “Geen woord meer over deze telefoon, waar ben je?”
Verdachte blijft herhalen dat [medeverdachte 12] moet zeggen waar hij is en niet verder over de telefoon moet praten. Ook [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 12] om met hen te praten. [medeverdachte 1] zegt ook dat [medeverdachte 12] geen klappen zal krijgen. Verdachte zegt ook nog dat hij naar de moeder van [medeverdachte 12] gaat om te praten.
[medeverdachte 7]
staat sinds 8 januari 2019 ingeschreven op het adres [adres] te Stadskanaal. Op dat adres staat ook [naam ] ingeschreven. [390]
[bedrijfsnaam 2] is op 31 januari 2019 opgericht met de contactgegevens: [adres] te Stadskanaal. [391]
Uit de verklaringen van [medeverdachte 7] blijkt dat het bedrijf enkel zou worden gebruikt voor criminele doeleinden. Hij heeft [bedrijfsnaam 2] op naam genomen en bij de ABN AMRO Bank een zakelijke rekening geopend. Voorafgaand aan zijn detentie in Lelystad heeft [medeverdachte 7] met verdachte gesproken over oprichten van een bedrijf. Het was niet alleen een vriendendienst, want [medeverdachte 7] zou er geld aan overhouden. Dit is uiteindelijk niet gebeurd. [medeverdachte 7] had geen inkomen. Als hij iets nodig had dan vroeg hij het aan verdachte; dan kreeg hij kleren of shag. [medeverdachte 7] was chauffeur en reed mensen heen en weer. Hij was niet gelijkwaardig aan verdachte. Hij zorgde ook voor het huishouden en kookte bij verdachte thuis. [medeverdachte 7] herkent zich wel in de gezagsverhouding van verdachte en [medeverdachte 1] aan de ene kant en hij en [medeverdachte 12] als loopjongens. [medeverdachte 7] heeft wel gezien dat verdachte en [medeverdachte 1] [medeverdachte 12] een tik gaven. [392]
Uit het dossier blijkt dat [bedrijfsnaam 2] is gebruikt voor het afsluiten van telefoonabonnementen [393] , het leasen van auto’s [394] , verduistering van brandstof door middel van tankpassen [395] , aankoop van portofoons [396] en de verduistering van de jacuzzi [397] en het springkussen [398] .
Ondersteunende verklaringen
[naam ] [399] , de vriendin van [medeverdachte 12] , heeft verklaard dat [medeverdachte 12] nooit geld had, zodat zij alles betaalde. [medeverdachte 12] verbleef tot mei 2018 in Smilde, maar zij gingen vaak naar Oosterwolde. Verdachte was de baas. [medeverdachte 12] moest veel achter de laptop zitten, maar zij mocht niet weten wat hij deed. [medeverdachte 12] heeft ook met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in Groningen gewoond. [medeverdachte 12] ontving geen loon van verdachte, maar zij kregen beltegoed, eten en sigaretten als zij daar om vroegen. Verdachte en [medeverdachte 1] hadden altijd geld; zij stonden gelijk aan elkaar. [naam ] heeft gezien dat verdachte voor de grap [medeverdachte 12] sloeg, maar zij vond het niet grappig. De klappen waren hard; dat kon zij zien aan het gezicht van [medeverdachte 12] . Dit gebeurde vijf van de zeven dagen. Zij heeft bevestigd dat verdachte geweld toepaste jegens [medeverdachte 12] nadat [medeverdachte 12] een opmerking tegen haar maakte. [medeverdachte 12] deed wat hem werd bevolen. [medeverdachte 12] vertelde dat hij niet zomaar weg kon gaan, want dan had hij geen slaapplek en eten meer. Hij was afhankelijk van verdachte. Verdachte en [medeverdachte 1] schoten allebei op [medeverdachte 12] met een balletjespistool, waardoor [medeverdachte 12] plekken op zijn lichaam had. Verdachte belde iedereen om hen te sommeren zich bij hem te melden.
[naam ] heeft, nadat [medeverdachte 12] in augustus 2019 vertrok, via Facebook dreigende berichten van [medeverdachte 12] ontvangen. [medeverdachte 12] was toen echter bij haar, dus zij vermoedt dat verdachte of [medeverdachte 1] deze berichten verstuurden via het account van [medeverdachte 12] . [naam ] heeft ook verklaard dat zij heeft gezien dat [medeverdachte 7] klappen kreeg van verdachte en [medeverdachte 1] . [400] [401]
[naam ] [402] , de vriendin van [medeverdachte 7] , heeft verklaard dat zij vanaf 17 april 2020 bijna een jaar een relatie met [medeverdachte 7] heeft gehad. Zij wist niet waar [medeverdachte 7] destijds woonde en hij had geen inkomen. Zij betaalde veel, omdat [medeverdachte 7] weinig geld had. In het begin van de relatie haalde zij [medeverdachte 7] bij verdachte op. [medeverdachte 7] was daar en moest dan koken voor het gezin of klusjes doen. Zij heeft nooit gezien dat [medeverdachte 7] geld kreeg. [medeverdachte 7] werd door verdachte afgescheept met een klein beetje geld. [medeverdachte 7] dacht dat hij met zijn manier van leven veel geld kon verdienen. Nadat [medeverdachte 7] het contact met de groep verbrak, werd het spannend. Zij kregen toen hatelijke berichten van verdachte over loyaliteit en respect. Uit angst hebben zij toen een camera in de achtertuin gehangen.
[naam ] heeft verklaard dat zij het idee had dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] onder druk werden gezet door verdachte. Op vakantie naar Italië moesten zij de kutklusjes oplossen. Zij heeft achteraf het idee dat verdachte zijn personeel mee had op vakantie, hoewel zij samen wel leuke dingen deden. Op vakantie zag zij dat verdachte [medeverdachte 12] regelmatig een klap op het achterhoofd gaf. [medeverdachte 12] werd dan stil en trok zich terug. [medeverdachte 7] vertelde haar hierover dat het rustiger was nu zij erbij was. [naam ] heeft letsel gezien bij [medeverdachte 7] ; zeker vijf littekens op zijn benen en letsel op zijn penis. Dat letsel is opgelopen bij verdachte thuis. [403]
[medeverdachte 3] [404] heeft verklaard dat verdachte allemaal slaafjes of loopjongens om zich heen had die van alles voor hem deden. Het zijn geen vrienden; het lijkt werkgerelateerd. Verdachte was de dirigent en hij bekte die jongens af; zij pikten dat ook. Verdachte heeft hem eens gezegd dat je het moet verdienen om erbij te horen. [medeverdachte 12] was een ‘loopjongen-plus. [medeverdachte 3] heeft gezien dat verdachte en [medeverdachte 1] [medeverdachte 12] beschoten met een BB-gun. [medeverdachte 7] had volgens [medeverdachte 3] eenzelfde positie als [medeverdachte 12] .
[medeverdachte 12] heeft over [medeverdachte 7] verklaard dat die in hetzelfde schuitje zat als hijzelf. [medeverdachte 7] heeft minder op zijn flikker gekregen want hij was vaker weg. [medeverdachte 12] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] woonden op hetzelfde adres. Zij verbleven in Smilde, Leeuwarden, Beerta en Groningen. [medeverdachte 7] was vrijwel constant met [medeverdachte 1] op pad. [405]
Uit in de P.I. opgenomen gesprekken tussen [medeverdachte 7] en [naam ] blijkt onder meer dat [medeverdachte 7] stelt dat hij na detentie om het weekend vrij wil. Hij wil dan niet naar de jongens. [medeverdachte 7] klaagt dat hij steeds extra moet werken omdat [medeverdachte 12] weg is. Aanvankelijk wil [medeverdachte 7] nog dik geld verdienen bij de jongens. Hij wil nog een half jaar geld pakken en daarna kappen. [naam ] stelt dat [medeverdachte 7] elke keer zijn hand moet ophouden en kennelijk niet veel geld verdient. [medeverdachte 7] is bang dat hij weer voor het gezin van verdachte moet koken. Op 3 oktober 2019 heeft [medeverdachte 7] te kennen dat hij wil stoppen met de jongens en dat tegen verdachte gaat zeggen. Hij wil ook stoppen met de BV en afstand nemen. [406] Daarna heeft hij dat ook daadwerkelijk gedaan.
Camerabeelden en geluidsfragmenten.
Uit de camerabeelden van het Jardingapad blijkt dat [medeverdachte 12] dagelijks bij verdachte is. Hij komt meestal in het begin of halverwege de middag bij de woning. Hij draagt vaak een laptoptas bij aankomst en vertrek. In het begin gaat [medeverdachte 12] nog regelmatig met anderen ( [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] ) op pad, maar later blijkt hij bijna dagelijks bij de woning terwijl de anderen op pad gaan. Verder is te zien dat [medeverdachte 12] vaak dingen om het huis moet doen, zoals opruimen. [medeverdachte 7] komt ook bijna dagelijks bij de woning van verdachte. [407]
Verdachte belt [medeverdachte 12] op 27 oktober 2018. Verdachte vraagt waarom [medeverdachte 12] zijn telefoon niet opneemt, want hij belt al de hele ochtend, en noemt hem “imbeciel” en “malloot”. [medeverdachte 12] krijgt opdrachten, waaronder kamers opruimen. Verdachte vervolgt daarop: “Ik controleer, als het niet schoon is, krijg je een draai om de oren.” [408]
Op 3 november 2018 belt verdachte met [medeverdachte 12] . Hij vraagt waar ze blijven en vloekt. [medeverdachte 12] wil gaan slapen, maar verdachte zegt: “ga zo pitten. Ik zeg je moet hier heenkomen, hond. Dikke dooie rat.” [medeverdachte 12] : “Oh, ik moest ook?” Verdachte: “Ja mongool.” [medeverdachte 12] : “Oh ja. Ik heb amper geslapen. Ik ben vannacht ook al voor niets helemaal daarheen geweest. Ik was helemaal niet nodig.” Verdachte: “Ach, hou je bek, vent. Je moet gewoon doen wat ik zeg.” [409]
Een dag later, 4 november 2018, noemt verdachte [medeverdachte 12] een “mongool” en “idioot”. Verdachte is kennelijk boos omdat hij [medeverdachte 12] probeerde te bellen, maar die nam niet op. [410]
Uit gesprekken op 19 februari 2019 blijkt dat verdachte aan [medeverdachte 1] de opdracht geeft om [medeverdachte 12] de auto te laten schoonmaken. [411]
Op 25 februari 2019 stelt [medeverdachte 7] dat verdachte hem heeft geslagen en dat hij daarna twee uur tintelingen voelde. [medeverdachte 12] lijkt te stellen dat hij en dikke rode plek zag, maar zij mogen niet klagen want verdachte had laatst een stuk lip van een ander afgeslagen. De rechtbank begrijpt dat dit ziet op een incident tussen verdachte en [naam ] . [412]
Op 26 februari 2019 zegt verdachte dat [medeverdachte 12] nu beltegoed moet ophalen en zegt daarbij ‘ezel’. [413]
Op 19 maart 2019 zegt [medeverdachte 8] dat [medeverdachte 1] hem een tik gaf. [medeverdachte 7] zegt dat zij geluk hebben, want de tikken die zij krijgen zijn niet hard. [medeverdachte 8] bevestigt dat er voor anderen geen genade is. [414]
Uit het afgeluisterde gesprek op 21 maart 2019 kan worden afgeleid dat verdachte op [medeverdachte 12] schiet met een balletjespistool. [medeverdachte 1] is hierbij aanwezig en lacht. [415]
Uit het gesprek tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] op 25 maart 2019 kan worden afgeleid dat zij allebei zijn beschoten. [416]
Op 4 april 2019 stelt [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 8] samen elke twee dagen vijftien euro krijgen. [417]
Op 21 april 2019 belt verdachte met [medeverdachte 12] om te vragen hoe het gaat. [verdachte] denkt dat [medeverdachte 12] misschien teveel stress heeft en geeft aan met hem over alles gepraat kan worden. Ze sluiten af door te zeggen dat zij van elkaar houden. [418]
Uit camerabeelden van 28 mei 2019 is afgeleid dat zowel verdachte als [medeverdachte 1] op [medeverdachte 12] schieten. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben allebei een arm omhoog gebracht. [medeverdachte 1] richt op [medeverdachte 12] . [medeverdachte 12] maakt telkens een beweging die doet vermoeden dat hij is geraakt. Nadat [medeverdachte 12] zou zijn beschoten door verdachte maakt hij wrijvende bewegingen met zijn handen op zijn onderrug. [419]
Op de iPhone van verdachte staat een film, gemaakt op 12 juli 2019, waaruit blijkt dat verdachte een gat in de penis van [medeverdachte 7] heeft geschoten. [420] Op 19 juli 2019 vertelt [medeverdachte 7] dat zijn penis blauw is en er een korstje op zit. [421]
Ook uit geluidsfragmenten van 27 juli 2019 kan afgeleid worden dat verdachte meermalen op [medeverdachte 12] schiet. [medeverdachte 1] lacht erbij en benoemt dat [medeverdachte 7] weet hoe het voelt om op je penis geschoten te worden. [422]
Uit camerabeelden van 28 juli 2019 blijkt dat verdachte aan komt lopen en de bestuurder van een auto, vermoedelijk [medeverdachte 12] , met vlakke hand tegen het gezicht slaat. [423]
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen komt het beeld naar voren dat zowel [medeverdachte 12] als [medeverdachte 7] kwetsbare personen zijn die ‘bevriend’ raken met verdachte. Beiden zijn alleenstaand, dakloos en verslaafd. Zij worden door verdachte opgenomen in zijn groep. Verdachte zorgt daarna met [medeverdachte 1] voor de basisbehoeften: wonen, eten en ‘werk’.
[medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] hebben voor hun werkzaamheden geen loon ontvangen, maar kregen enkel onderdak, eten, sigaretten en - in het geval van [medeverdachte 7] - ook drugs. Er is hen voorgespiegeld dat zij veel geld kunnen verdienen met fraude, maar uiteindelijk blijkt enkel verdachte te profiteren van de illegale opbrengsten. Beiden hebben grote schulden op naam gekregen, terwijl degenen die hebben geprofiteerd formeel buiten beeld zijn gebleven bij de schuldeisers.
Voorts is er sprake van geweld, belediging, intimidatie en bedreigingen door verdachte en [medeverdachte 1] . [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] zijn daardoor beiden aangetast in hun lichamelijke en geestelijke integriteit.
Opvallend is dat zowel [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] beiden weggaan op het moment dat zij een vriendin hebben met eigen woonruimte. De rechtbank concludeert hieruit dat zij beiden op dat moment enige zelfstandigheid hadden herwonnen en niet meer hoefden te accepteren hoe zij werden behandeld door verdachte en [medeverdachte 1] .
De rechtbank passeert verweren die zien op de door verdachte gestelde vriendschappelijke relatie met [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] , aangezien zij die aanmerkt als het voorwenden van affectie met het oog op de uitbuiting.
Gelet op het geschetste juridische kader concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] en verdachte samen [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] hebben uitgebuit, op de wijze zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring.

Feit 1: criminele organisatie

Van deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband (artikel 140 Sr.) kan slechts sprake zijn, indien de verdachte behoort tot dat samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt in, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk tot het plegen van misdrijven. [424] Het is niet vereist dat reeds een aanvang is gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan. Het leveren van een bijdrage is ook mogelijk door het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, mits de verdachte weet heeft van het criminele oogmerk van de organisatie.
Het samenwerkingsverband - tussen de verdachte en ten minste één andere persoon - moet een zekere duurzaamheid en structuur hebben. Het is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt met, of bekend was met, alle andere deelnemers of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Voor het bewijs komt onder meer betekenis toe aan: de hiërarchie, de taakverdeling, de afstemming van planmatige activiteiten, en aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd. Het - ook in casu - veel gehoorde verweer van een langer bestaande vriendengroep doet niet af aan het bestaan van een criminele organisatie. Die sociale relaties vormen in feite het smeermiddel voor een criminele samenwerking. [425]
Uit het strafdossier [426] blijkt dat rond verdachte en [medeverdachte 1] gedurende een lange periode sprake is geweest van een crimineel samenwerkingsverband in wisselende samenstellingen, waarvan de voornaamste activiteiten lagen in de wapenhandel.
Handelingen van verdachte
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank komt tot bewezenverklaring van - kort gezegd - internationale en nationale wapenhandel, geweldsdelicten, fraudedelicten en mensenhandel.
Uit de voorgaande feiten blijkt telkens (behoudens feit 7) dat verdachte een rol heeft als medepleger; te weten als initiatiefnemer dan wel als intellectuele dader.
In maart 2019 heeft verdachte ook een rol in het aan de deur hangen van een handgranaat bij [naam ] in Emmeloord. [427]
In juni 2019 blijkt dat verdachte ook betrokken is bij de verduistering van een jacuzzi door het bedrijf [bedrijfsnaam 2] . [428] In juli 2019 blijkt van zijn betrokkenheid bij het door [medeverdachte 7] (Drankenhandel) verduisterde springkussen. [429] Ook blijkt van enige betrokkenheid van verdachte bij de explosie in Oss op 1 augustus 2019. [430]
Op 3 augustus 2019 vertelt [medeverdachte 5] in een afgeluisterd OVC-gesprek aan zijn vriendin [431] dat zij een hecht team zijn dat heel close is en dat er veel respect is. “
Als iemand het verkloot, dan moet die iemand gestraft worden, zodat de anderen weten hoe het moet. Als iemand iets probeert, dan moet hij wel weten wat hem te wachten staat. Er is geen andere optie dan diegene die het verkloot heeft te straffen. Zo zit het systeem in elkaar. Als het zover komt, dan moet je iemand straffen zodat de anderen het zich niet in het hoofd halen om te gaan praten. Verraders worden gestraft”.
De rechtbank merkt op dat dit systeem in lijn is met de tatoeage in het Italiaans op de arm van verdachte, die inhoudt dat ‘iedereen wordt gestraft die ons aanvalt’.
Vanaf november 2019 wordt [medeverdachte 2] voor 49% en verdachte voor 51% aandeelhouder van de Kringloophal [432] . [medeverdachte 4] is directeur.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte een van de leiders was van de criminele organisatie en dat een hiërarchie aanwezig was. Uit alle ten laste gelegde feiten en de genoemde aanvullende omstandigheden blijkt evident dat verdachte degene is die het in de organisatie voor het zeggen heeft. Hij bepaalt wie aan het plegen van misdrijven mee doet, hij stuurt anderen dwingend aan en profiteert van de opbrengsten verdiend met de criminele activiteiten. De organisatie heeft in die periode ook bestaan uit [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] . De rechtbank zal daarom ook feit 1 wettig en overtuigend bewezen verklaren.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 meer subsidiair, 8, 9 en 10 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen binnenkomen of doen uitgaan van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of III van en/of naar het buitenland, en
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren en/of in de uitoefening van een bedrijf uitwisselen en/of verhuren en/of (anderszins) ter beschikking stellen en/of herstellen en/of beproeven en/of verhandelen en/of van overdragen van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en/of artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en/of munitie van categorie I en/of categorie II en/of categorie III, en
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en/of artikel 321 en/of artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrifte en/of verduistering en/of oplichting, en
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en/of artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met (dodelijk) geweld en/of mishandeling(en), en
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, namelijk (arbeids)uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider van voormelde organisatie is;
2.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
zonder erkenning wapens van categorie II en/of categorie III en munitie van categorie II en/of III heeft doen binnenkomen uit Kroatië,
(Šag)
- 29 handgranaten, en
- een groen blok bevattende 500 gram van de zwaar explosieve stof TNT, en
- ( automatische) (vuur)wapens,
en
zonder erkenning een of meer wapens van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft doen uitgaan naar België,
(Genk)
- twee, althans een of meer ontstekers met bijbehorende TPU, en
(Zwijndrecht)
- acht handgranaten, en
- vier vuurwapens (met munitie en laders), en
- zes dynamietstaven, en
- twee gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers, en
(Antwerpen, Trammezandlei)
- een pistool (Beretta, met munitie), en
(Antwerpen, Cadixstraat)
- een explosief, althans springstof, voorzien van (een) ontsteker(s) met bijbehorende TPU;
3.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
zonder erkenning
2. in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met een bijpassend patroonmagazijn (levering [naam ] ) en
3. in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II, en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg), en
4. op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een geweer van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot, FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020), en
5. op 24 februari 2020 vuurwapen van categorie II en III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en een Tokarev TT33 (aankoop Amersfoort), en
6. op 27 februari 2020 een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 met bijbehorende geluiddemper en 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR, en een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco 56-1, kaliber 7,62, dat geschikt is om automatisch te vuren en voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk, en munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9 mm PA Blanc en een huls van het merk Igman, kaliber 9 mm (pseudokoop 27 februari 2020),
in de uitoefening van een bedrijf ter beschikking heeft gesteld en heeft verhandeld,
van welk feit verdachte een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
2 in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met patroonmagazijn (levering [naam ] ), en
3. in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II, en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg), en
4. op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een geweer, van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win inclusief patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 bijbehorende patronen van het merk Sellier & Bellot FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020),
heeft overgedragen, van welk feit verdachte een beroep en gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op 27 februari 2020 te Oosterwolde en Drachten, tezamen en in vereniging met anderen,
(Opel Combo)
- een vuurwapen van categorie III in de vorm van een pistool, merk onbekend, kaliber 7,62 Tokarev met bijpassend patroonmagazijn en
- een vuurwapen van categorie III in de vorm van een pistool, merk Zoraki, 917-T, kaliber .380 ACP met bijpassend patroonmagazijn en
- twee vuurwapens van categorie II in de vorm van aanvalsgeweren, merk Zastava, M70 AB2, kaliber 7,62 mm met bijbehorend patroonmagazijn, 30 schots, en
- een vuurwapenonderdeel patroonmagazijn van categorie III, geschikt voor aanvalsgeweren van het merk Zastava en
- vier centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 met bijbehorende geluiddemper en 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR, en
- een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco 56-1, kaliber 7,62, dat geschikt is om automatisch te vuren en voorzien van een 30-schots patroonmagazijn, en
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9 mm PA Blanc en een huls van het merk Igman, kaliber 9 mm (pseudokoop 27 februari 2020),
(Jardingapad)
- een doorgeladen vuurwapen van categorie III, merk Zastava, M57, kaliber 7.62x55 TT met bijbehorende patroonhouder gevuld met 7 kogelpatronen, en
- een vuurwapen (pistool) van categorie II (zelfgebouwd), kaliber .22, en
- een vuurwapenonderdeel, patroonmagazijn van categorie III voor een pistool van het merk Tokarev, model TT33, en
- een vuurwapen (gaspistool) van categorie III, merk Rohm, RG3, 6mm flobert, en
- 210 kogelpatronen van diverse kalibers, zijnde allen munitie van categorie III,
voorhanden heeft gehad;
6.
hij op 20 augustus 2018 te Appelscha, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem op het hoofd en tegen het been, te stompen en schoppen;
en
hij op 20 augustus 2018 te Appelscha, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door op die [slachtoffer 1] een vuurwapen te richten en die [slachtoffer 1] meermalen dreigend toe te voegen "luister, ik maak je dood";
7.
meer subsidiair:
hij op 19 oktober 2018 te Fochteloo, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, door een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [slachtoffer 2] te gooien, terwijl die [slachtoffer 2] nabij dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag;
8.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
- de Rabobank in totaal 88.012,95 euro, en
- de ABN AMRO bank in totaal 3.699,80 euro en 11.907,63 euro,
heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, door
- op naam van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] een zakelijke rekening af te sluiten, en
- met de klantenservice van de Rabobank en ABN-AMRO bank een incassocontract af te sluiten, en
- valse incassobatches bij die bank aan te leveren waarbij voornoemde bedragen zijn geïncasseerd bij verschillende rekeninghouders die geen klant waren bij die [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] , en
- van dat geïncasseerde geld meerdere contante geldopnames gedaan en Bitcoins aangekocht, en
- aldus een ongeoorloofd debet veroorzaakt op die zakelijke rekening, omdat de onterecht geïncasseerde rekeninghouders de incasso hebben laten storneren en/of terugboeken, en
- dit tekort niet aan te zuiveren, en
- zich onbereikbaar te houden voor de Rabobank en de ABN AMRO bank.
9.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 in Nederland,
tezamen en in vereniging met ander,
een ander, te weten [medeverdachte 12] , door dwang, geweld, dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 12] , en
een ander, te weten die [medeverdachte 12] , met de onder a. genoemde middelen, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid, en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 12] ,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander,
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en
- dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geïntimideerd, en
- die [medeverdachte 12] meermalen gekleineerd door die [medeverdachte 12] ezel en mongool te noemen, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geslagen met vlakke hand, en
- die [medeverdachte 12] meermalen geslagen in de ribben en op de rug en op het hoofd, en
- die [medeverdachte 12] meermalen met een schoenlepel geslagen op zijn handen, en
- die [medeverdachte 12] meermalen beschoten met een balletjespistool ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] verwondingen heeft opgelopen, en
- gedreigd met het 'bezoeken van' of 'praten met' de moeder van die [medeverdachte 12] , en
- aan die [medeverdachte 12] onderdak verschaft, en
- die [medeverdachte 12] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in de woning aan het Jardingapad, en
- die [medeverdachte 12] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom de woning aan het Jardingapad, zoals poep scheppen en blaadjes harken en schoonmaken en afwassen en
- die [medeverdachte 12] meermalen heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans fraude, en
- die [medeverdachte 12] een onverzekerde auto op naam te laten hebben,
terwijl [medeverdachte 12] kampte met dakloosheid en veelvuldig alcoholgebruik en drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, in welke afhankelijkheidssituatie [medeverdachte 12] zich telkens niet durfde te verzetten tegen of onttrekken aan die uitbuiting door verdachte en zijn medeverdachte;
10.
hij in de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [medeverdachte 7] , door dwang, geweld, dreiging met geweld, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 7] , en
een ander, te weten die [medeverdachte 7] , met de onder a. genoemde middelen, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid, en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 6°),
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander,
- aan die [medeverdachte 7] onderdak verschaft, en
- die [medeverdachte 7] een bedrijf op naam te laten nemen, en
- dat bedrijf te gebruiken voor het afsluiten van telefoonabonnementen en leasen van auto’s en het verkrijgen van tankpassen en het huren van goederen, en
- die [medeverdachte 7] aldus heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, en
- die [medeverdachte 7] als chauffeur laten werken, en
- die [medeverdachte 7] huishoudelijke taken uit laten voeren in en rondom de woning aan het Jardingapad, zoals schoonmaken en afwassen en koken, en
- die [medeverdachte 7] meermalen beschoten met een balletjespistool ten gevolge waarvan die [medeverdachte 7] verwondingen heeft opgelopen op onder andere zijn penis, en
- die [medeverdachte 7] meermalen geslagen,
terwijl [medeverdachte 7] kampte met dakloosheid en drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, in welke afhankelijkheidssituatie [medeverdachte 7] zich telkens niet kon en durfde te verzetten tegen of onttrekken aan die uitbuiting door verdachte en zijn medeverdachte;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Het als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
2. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
3. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het handelen van wapens een gewoonte maken
4. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het verhandelen van wapens of munitie een beroep of gewoonte maken
5. Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd,
en
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
6. Medeplegen van mishandeling, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
7. meer subsidiair: Bedreiging met zwaar lichamelijk letsel
8. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
9. Medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd
10. Medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit ermee rekening te houden dat verdachte al ernstig door de media is geschaad doordat er onwaarheden over hem zijn geschreven.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft begaan. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Ernst van de feiten
De rechtbank veroordeelt verdachte voor een groot aantal misdrijven. Hij was gedurende circa 21 maanden leidinggevende in een criminele organisatie die vooral het oogmerk had op wapenhandel, maar ook op fraude, geweld en uitbuiting. Onder zijn aansturing werden wapens en explosieven ingevoerd vanuit Kroatië, verhandeld in Nederland, en deels uitgevoerd naar België. De ellende die in en buiten het criminele circuit met illegale wapens wordt aangericht, komt geregeld op schokkende wijze naar voren in andere onderzoeken waarover de media berichten. Ook in het onderzoek Ultegra zegt een medeverdachte dat de Uzi morgen al wordt gebruikt omdat iemand moet “zzz zzz zzz” (slapen) [433] . Hoewel het waarheidsgehalte hiervan zich niet laat toetsen, was het gevaar van liquidaties voor deze wapenhandel kennelijk geen belemmering. Zeer kwalijk is ook de handel in automatische aanvalsgeweren, waarvan één geweer zelfs met een magazijn voor 160 patronen. Aan deze ongecontroleerde verspreiding van illegale vuurwapens, munitie en explosieven is verdachte mede schuldig.
Verdachte gaat ook zelf geweld niet uit de weg. Zo maakte hij zich schuldig aan mishandeling en bedreiging van personen die mogelijk geld verschuldigd waren aan de organisatie. Ook moesten twee medeverdachten het ontgelden: zij werden geïntimideerd, geslagen, bedreigd en beschoten met een balletjespistool. Verdachte speelde een prominente rol bij hun uitbuiting.
Daarnaast heeft verdachte de oplichtingen van de Rabobank en ABN/AMRO aangestuurd. Oplichting van banken tast het vertrouwen in het betalingsverkeer aan, temeer als bij die oplichting ook de andere rekeninghouders betrokken worden. Het gaat om aanzienlijke bedragen.
Deelname aan een criminele organisatie is een misdrijf dat de rechtsorde ernstig schendt. De ernst van het oogmerk, het professionele karakter en de intensiteit van de activiteiten hebben de rechtsorde en de maatschappelijke veiligheid fors geschonden.
Verdachte heeft gedurende het strafrechtelijk onderzoek op cruciale momenten gezwegen. Dat is zijn goed recht, maar dat kan in strafverminderende zin geen rol spelen. Hij heeft geen verantwoordelijkheid genomen, maar veelal geprobeerd zijn schuld naar anderen af te schuiven. Hierbij kwam een overleden medeverdachte in beeld, en twee medeverdachten die in de visie van verdachte kennelijk loslippig waren geweest. Dat rekent de rechtbank verdachte ook aan.
LOVS-oriëntatiepunten
De rechtbank heeft bij de straftoemeting gelet op de landelijke oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Deze oriëntatiepunten (versie juli 2021) gaan voor het voorhanden hebben/overdragen van:
- een automatisch vuurwapen (categorie II.2) uit van een gevangenisstraf van 12 maanden als het voorhanden hebben of overdragen in een woning plaatsvindt, en 15 maanden als dat plaatsvindt in de openbare ruimte;
- een pistool (categorie III.1) uit van een gevangenisstraf van 4 respectievelijk 8 maanden;
- explosieven inclusief handgranaat (categorie II.7) uit van een gevangenisstraf van 12 respectievelijk 15 maanden
- scherpe munitie (1-50 patronen) uit van een geldboete van € 150,00 tot €350,00;
- scherpe munitie (> 100 patronen) uit van een taakstraf van 50 uren.
Hierbij is nog geen rekening gehouden met bedrijfsmatige handel in vuurwapens en munitie, laat staan de bedrijfsmatige handel in explosieven vanuit een criminele organisatie.
De oriëntatiepunten voor fraude met een benadelingsbedrag tussen € 10.000,00 en € 70.000,00 gaan uit van een gevangenisstraf tussen de 2 en 5 maanden en een taakstraf.
Persoonlijke omstandigheden en uittreksel justitiële documentatie
Blijkens het strafblad van 20 april 2021 heeft 24 pagina’s aan veroordelingen op zijn naam staan, ook voor vergelijkbare feiten. Hij stond eerder op de veelplegerslijst. Verdachte lijkt zich hiervan weinig aan te trekken.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 23 april 2021 van Reclassering Nederland. Hieruit volgt onder meer dat verdachte de ten laste gelegde delicten ontkent, met uitzondering van één geweldsfeit. Tot enkele jaren geleden kwam hij veelvuldig met justitie in aanraking, waaronder voor zeer ernstige feiten. Verdachte lijkt sindsdien positieve stappen te hebben gemaakt door zich toe te leggen op bedrijvenbeheer, waardoor er meer orde in zijn leven is gekomen. Tot aan zijn aanhouding zou dit een positieve invloed hebben gehad op zijn gezinssituatie. Als beschermende factor geldt dat echter niet, omdat een aantal van die bedrijven blijkbaar is gebruikt als dekmantel voor criminele activiteiten.
Verdachte is gediagnosticeerd met ADHD en een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Zijn psychisch functioneren is in het verleden een beïnvloedende factor geweest bij met name geweldsdelicten. Het langdurige en planmatige karakter van de huidige verdenkingen doet tevens een pro-criminele houding vermoeden, maar dit kan door de ontkenning niet hard gemaakt worden.
In geval van veroordeling wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd. Gelet op de ernst van de verdenking en de ontkenning ziet de reclassering geen mogelijkheden om met interventies of toezicht het gedrag te veranderen. Bij oplegging van een gevangenisstraf zal de reclassering in het kader van het detentietraject nogmaals onderzoek doen naar mogelijke interventies of begeleiding.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het psychologisch rapport van 14 juli 2020, opgesteld door drs. R. Zwaan, GZ-psycholoog. De psycholoog heeft geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een eenmalig depressief toestandsbeeld, een aandachtsdeficiëntie-hyperactiviteitsstoornis (ADHD) en een borderline-persoonlijkheidsstoornis. De ADHD en de gemengde persoonlijkheidsstoornis met borderline, paranoïde, antisociale en vermijdende trekken waren ten tijde van het ten laste gelegde al aanwezig. Als bijverschijnsel daarvan is bij verdachte sprake van een forse agressieregulatiestoornis, een achterdochtige, paranoïde grondhouding tegenover de meeste mensen, een instabiel en fors wisselend zelfbeeld, en gevoelens van leegte die aanzetten tot een voortdurende behoefte aan externe stimulatie die hem tot actie aanzet. De psycholoog heeft de toerekenbaarheid niet kunnen beoordelen, omdat verdachte de feiten ontkent. Over het recidiverisico kon - met behulp van een risicotaxatie-instrument voor gewelddadig gedrag - slechts in het algemeen worden geconcludeerd dat het risico op geweld in de toekomst matig tot hoog wordt geacht. Als beschermende factoren worden beschouwd: de gemiddelde intelligentie, het feit dat verdachte over enig empathisch vermogen beschikt, en zijn langdurige relatie.
In geval van veroordeling zou de psycholoog zich kunnen voorstellen dat, gezien de ernst van de feiten en de persoonlijkheidspathologie, de mogelijkheid van TBS wordt overwogen. Daartoe kan het Pro Justitia-onderzoek worden uitgebreid met een psychiatrisch onderzoek.
Vanwege dit advies is getracht te komen tot een psychiatrische rapportage en een aanvullende psychologische rapportage. Daaraan heeft verdachte niet willen meewerken. Psychiater dr. J. Marx heeft, blijkens de rapportage van 30 maart 2021, aangegeven dat verdachte niet met hem in gesprek wilde. Hij ziet op basis van het dossier wel aanwijzingen voor psychiatrische problematiek en adviseert klinische observatie in het Pieter Baan Centrum. In het aanvullend advies sluit de psycholoog zich hierbij aan.
De rechtbank stelt vast dat het niet is gekomen tot observatie in het Pieter Baan Centrum. De rechtbank heeft wel overwogen de zaak daartoe ambtshalve aan te houden. Gelet op de eerdere veroordelingen, de verdenkingen en de overwegingen van de deskundigen geeft de persoonlijkheid van verdachte ernstig te denken. De officieren van justitie hebben echter een observatie, zoals ter zitting uitdrukkelijk is gebleken, niet gevorderd. Bovendien is het de verwachting dat verdachte hieraan geen enkele medewerking zal verlenen. De rechtbank acht een aanhouding voor nader persoonlijkheidsonderzoek daarom op dit moment niet opportuun.
Straf
Alles afwegend acht de rechtbank alleen een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. De rechtbank komt, ondanks enkele (partiële) vrijspraken, tot een straf die hoger is dan geëist. De rechtbank ziet verdachte als hoofdverantwoordelijke voor de strafbare feiten waaraan het crimineel samenwerkingsverband zich heeft schuldig gemaakt. Verdachte is veelvuldig voor ernstige feiten veroordeeld maar heeft hier geen lering uit getrokken. Verdachte heeft zich langdurig schuldig gemaakt aan (internationale) wapenhandel, waarbij het gaat om een grote hoeveelheid wapens. Gezien de oriëntatiepunten kan een enkel automatisch wapen, overgedragen in de openbare ruimte, al leiden tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Verdachte probeerde als intellectuele dader uit beeld te blijven bij de politie; hij stuurde daarom anderen op pad om het feitelijke werk te verrichten. Verdachte heeft anderen uitgebuit uit winstbejag; van vele strafbare feiten heeft verdachte kennelijk als enige financieel voordeel gehad. Ook de houding van verdachte is in zijn nadeel meegewogen. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot 11 jaren gevangenisstraf.
De rechtbank weegt niet mee dat de nieuwe VI-regeling, zoals deze geldt onder de Wet Straffen en beschermen sinds 1 juli 2021, een kortere VI-duur tot gevolg zou hebben dan de oude regeling. Dat een veroordeelde onder de oude VI-regeling bij langdurige gevangenisstraffen per definitie slechts twee-derde deel zou moeten uitzitten gaat immers niet op. Dit was, evenals bij de nieuwe VI-regeling, van verschillende factoren afhankelijk, zoals het gedrag van verdachte tijdens detentie, de vraag of hij zich houdt aan de voorwaarden die aan de lange proeftijd worden gesteld, en zijn vreemdelingenstatus. De VI kan worden herroepen, uitgesteld en zelfs afgesteld. De rechtbank legt daarom een straf op die naar haar oordeel recht doet aan de feiten, zonder acht te slaan op een eventuele VI-periode, omdat op dit moment niet is te zeggen of verdachte daarvoor in aanmerking zal komen.
Tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Inbeslaggenomen goederen
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle in beslag genomen wapen, munitie, explosieven en drugs worden onttrokken aan het verkeer. Datzelfde heeft de officier van justitie gevorderd ten aanzien van de in beslag genomen telefoons, nu deze zijn gebruikt bij het plegen van strafbare feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om alle legale voorwerpen aan verdachte terug te geven.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat op verschillende plaatsen goederen onder verdachte in beslag zijn genomen, namelijk in de loods aan de Rouaanstraat te Groningen, in de woning van verdachte aan het Jardingapad, in de Kringloopwinkel en op woonadressen van medeverdachte [medeverdachte 3] en van de vader van verdachte.
Op de beslaglijst onder nummers 1 tot met 16, 26 tot en met 40, 42 tot en met 49 en 51 tot en met 53 worden wapens, munitie en goederen vermeld ter identificatie van de houders van het wapentuig. De rechtbank is van oordeel dit deel van het beslag moet worden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot deze voorwerpen het bewezen verklaarde is begaan en deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang. De goederen op de beslaglijst onder nummers 37 tot en met 40 zijn in beslag genomen op het adres van verdachtes vader; het gaat om pepperspray, een afgezaagde luchtbuks, een ploertendoder en een boksbeugel. De rechtbank zal ook deze goederen onttrekken aan het verkeer nu deze in onderlinge samenhang van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De op de beslaglijst onder 17 tot en met 24 vermelde telefoons en computer en de onder 50 vermelde drugs zal de rechtbank eveneens onttrekken aan het verkeer, nu deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet. Deze goederen zijn aangetroffen bij het onderzoek naar de feiten en kunnen dienen tot de voorbereiding of het begaan of van soortgelijke feiten. De criminele organisatie heeft zich bij haar activiteiten immers veelvuldig bediend van telefoons, enerzijds door deze om te bouwen tot ontstekers en anderzijds om de opsporing te bemoeilijken. De organisatie heeft bij de fraudedelicten gebruik gemaakt van laptops, en heeft drugs ingezet als ruilmiddel voor wapens. Aannemelijk is derhalve dat deze goederen eveneens zijn gebruikt ten behoeve van enig strafbaar feit.
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 41 vermelde geld (twee gescheurde biljetten van 100 euro) verbeurd verklaren, nu het onderdeel pseudokoop I met betrekking tot deze biljetten is begaan.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat de onder medeverdachte [medeverdachte 3] inbeslaggenomen zwarte Samsung-telefoon zonder oplader moet worden teruggegeven aan [medeverdachte 3] . Er is niet gebleken dat het belang van de strafvordering zich tegen deze teruggave verzet.
Benadeelde partij
De volgende personen hebben zich gevoegd als benadeelde partij met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 1] (
feit 6), tot een bedrag van € 4.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente;
2. [naam ] – vertegenwoordigd door [naam ] – (
feit 8), tot een bedrag van € 59.617,17 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente;
3. [medeverdachte 7] (
feit 10), tot een bedrag van € 35.617,07 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente;
4. [naam ] (
feit 10),tot een bedrag van € 5.626,50 voor materiële schade en € 100.000,00 voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben toewijzing gevorderd van de vorderingen van [slachtoffer 1] en van de Rabobank. De officieren van justitie hebben gevorderd de vordering van [medeverdachte 7] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de vaststelling van deze schade – gelet op de medeschuld van [medeverdachte 7] – een te grote belasting is voor het strafproces. De officieren van justitie achten de vordering van [naam ] toewijsbaar tot een bedrag van € 3.000,00 aan materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige deel dient niet-ontvankelijkheid te volgen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de vordering van [slachtoffer 1] af te wijzen, gelet op de reeds bepleite vrijspraak. Bij [slachtoffer 1] is sprake van schuld, omdat hij zelf een mes heeft getrokken. De raadsman heeft bepleit de vordering van de Rabobank af te wijzen, gelet op de bepleite vrijspraak. De raadsman heeft bepleit de vorderingen van [medeverdachte 7] en [naam ] af te wijzen, omdat niet blijkt dat verdachte geld heeft verdiend met [bedrijfsnaam 2] of met verduistering van het springkussen, terwijl [medeverdachte 7] zelf heeft gesteld dat hij binnen zo kort mogelijke termijn zoveel mogelijk geld wilde verdienen met oplichting.
Het oordeel van de rechtbank
Feit 6:De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte met een ander de benadeelde partij [slachtoffer 1] fysiek heeft mishandeld, waarbij letsel is ontstaan. Daarna hebben verdachte en zijn mededader de benadeelde bedreigd met de dood. Uit het dossier blijkt dat de benadeelde, net als aangever [slachtoffer 2] , tevoren al angstig was voor verdachte en daarom een camera had opgehangen.
Gelet op de aard en ernst van de normschending en op de nadelige gevolgen voor de benadeelde, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit 6. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 BW schat de rechtbank de hoogte daarvan (in elk geval) op € 1.500,00. De rechtbank zal de vordering deels toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade nader te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedings-maatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Feit 8:Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [naam ] de gestelde schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit 8. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 november 2018.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedings-maatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Feit 10:Hoewel voldoende aannemelijk is dat benadeelde partij [medeverdachte 7] schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit 10, heeft de rechtbank onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Het vaststellen van de hoogte van de schade acht de rechtbank te complex, gelet op de medeschuld van [medeverdachte 7] aan de fraude.
Schorsing van het onderzoek om [medeverdachte 7] de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal zijn vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal de vordering van benadeelde partij [naam ] niet-ontvankelijk verklaren in de zaak tegen verdachte. De verduistering van het springkussen van [naam ] is immers niet aan verdachte ten laste gelegd, zodat geen sprake is van een rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde handelen van verdachte en de schade. Voor zover de officieren van justitie hebben bedoeld de vordering te scharen onder feit 10 (uitbuiting van [medeverdachte 7] ), acht de rechtbank dat verband te ver verwijderd. Deze schade is immers als rechtstreeks gevolg van verduistering ontstaan. Bovendien kunnen hier vragen meespelen over de medeschuld van [medeverdachte 7] . Het vaststellen van de hoogte van deze schade in het strafproces acht de rechtbank ook daarom te complex. De vordering van [naam ] tegen verdachte kan dus slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 140, 273f, 285, 300 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 14, 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
vrijspraak
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 7 primair en 7 subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
bewezenverklaring en strafbaarheid feit en verdachte
verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 meer subsidiair, 8, 9 en 10 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
straf
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaar.
beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht;
beslag
verklaart onttrokken aan het verkeerde op de beslaglijst onder 1 tot en met 24, 26 tot en met 40 en 42 tot en met 53 vermelde voorwerpen, te weten
1) een wapen
2) een geweer
3) een patroon in een zak
4) een doos munitie
5) een zak munitie
6) losse patronen
7) seinmunitie
8) 2 zakken patronen
9) een stungun
10) een vuurwapen (patroonhouder)
11) een zak munitie
12) een vuilniszak afkomstig van geweer
13) een Tupperware-doos met geel deksel
14) een Abus hangslot
15) granaatkokers
16) een pomp
17) een iPhone met adapter
18) een iPhone
19) een Samsung
20) een iPhone 6
21) een Samsung G 973
22) een Samsung met roze hoes
23) een iPhone X
24) een Dell laptop met voeding
26) een mes
27) een zwart mes
28 een zwart mes (machete)
29) een mes met groen handvat
30) een bijl
31) munitie (Sologne)
32) een busje pepperspray
33) een taser
34) een mes (machete)
35) een mes (machete)
36) een ploertendoder
37) pepperspray
38) een zwart wapen (lijkend op een vuurwapen)
39) een ploertendoder
40) een boksbeugel
42) een vuurwapen geladen met patronen
43) een wapen en 2 patroonhouders en doosje munitie
44) zes lege hulzen
45) een lege huls
46) een revolver in een afgesloten kluis
47) kogelpatronen in een afgesloten kluis
48) een vuurwapen (pistool)
49) een vuurwapen (pistool)
50) amfetamine
51) een kogelgeweer (AK47)
52) een kogelgeweer (AK47)
53) een vuurwapen-patroonhouder
verklaart verbeurdde op de beslaglijst onder nummer 41 vermelde twee gescheurde biljetten van 100 euro.
gelast de teruggaveaan medeverdachte [medeverdachte 3] van de op de beslaglijst onder nummer 25 vermelde zwarte Samsung telefoon zonder oplader.
benadeelde partijen
Ten aanzien van [slachtoffer 1] , feit 6:
wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 augustus 2018, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van € 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2018, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 25 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte en/of zijn mededader aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van
[naam ], feit 8:
wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam ]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 59.617,17(zegge: negenenvijftigduizend zeshonderdenzeventien euro en zeventien cent), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 november 2018, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam ], te betalen een bedrag van
€ 59.617,17(zegge: negenenvijftigduizend zeshonderdenzeventien euro en zeventien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2018, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 317 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
bepaalt daarbij dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
[naam ], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte en/of zijn mededader aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van [medeverdachte 7] , feit 10:
bepaalt dat de benadeelde partij
[medeverdachte 7]in de vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Ten aanzien van [naam ] , feit 10:
bepaalt dat de benadeelde partij
[naam ]in de vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Post, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. M.A.M. Wolters, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2021.
Mr. L.W. Janssen en mr. M.A.M. Wolters zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: De tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging d.d. 19 oktober 2020, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Groningen en/of Soesterberg en/of Drachten en/of Leeuwarden en/of Stadskanaal en/of Amersfoort en/of Appelscha en/of Fochteloo en/of Oss en/of Assen, althans (elders) in Nederland, en/of
heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachte(n) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 12] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen binnenkomen of doen uitgaan van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of III van en/of naar het buitenland, en/of
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren en/of in de uitoefening van een bedrijf uitwisselen en/of verhuren en/of (anderszins) ter beschikking stellen en/of herstellen en/of beproeven en/of verhandelen en/of van overdragen van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en/of
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en/of artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en/of munitie van categorie I en/of categorie II en/of categorie III, en/of
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en/of artikel 321 en/of artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrifte en/of verduistering en/of oplichting, en/of
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en/of artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met (dodelijk) geweld en/of mishandeling(en), en/of
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, namelijk (arbeids)uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider en/of oprichter en/of bestuurder van voormelde organisatie is/was/is geweest;
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Groningen en/of Drachten en/of Leeuwarden, althans (elders) in Nederland, en/of
te Valpovo en/of Šag, althans (elders) in Kroatië, en/of
te Sabac, althans (elders) in Servië, en/of
te Bosnië en/of
te Duitsland, en/of
te Genk en/of Zwijndrecht en/of Antwerpen, althans (elders) in België, en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen binnenkomen uit Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland, in elk geval uit het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval),
(Šag)
- ( in totaal) 29, althans 28, althans een of meer handgranaten, en/of
- een groen blok bevattende 500 gram van de zwaar explosieve stof TNT, en/of
- een of meerdere (automatische) (vuur)wapen(s), en/of
(Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland)
- een of meer handgranaten, en/of
- een of meer explosief/explosieven, en/of
- een of meer (automatische) (vuur)wapen(s),
en/of
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen uitgaan naar België, in elk geval naar het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval)
(Genk)
- twee, althans een of meer automatische vuurwapen(s), en/of
- een (anti-tank) raketwerper, en/of
- twee, althans een of meer ontstekers met bijbehorende TPU, en/of
- een hoeveelheid explosief materiaal (pentriet), en/of
- meer dan honderd, althans een of meer patro(o)n(en)/munitie, en/of
(Zwijndrecht)
- acht, althans een of meer handgra(a)nat(en), en/of
- vier, althans een of meer vuurwapen(s) (met munitie en/of laders), en/of
- zes, althans een of meer dynamietstaven, en/of
- twee, althans een of meer gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers, en/of
(Antwerpen, Trammezandlei)
- een pistool (Beretta, met munitie), en/of
(Antwerpen, Cadixstraat)
- een explosief en/of explosieven, althans springstof, en/of voorzien van een of meer ontsteker(s) met bijbehorende TPU;
3.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Assen en/of Groningen en/of Leeuwarden en/of Soesterberg en/of Amersfoort en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
5. in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 november 2018 een of meer vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III (levering [naam ] , AH-23-01), en/of
6. in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met een bijpassend patroonmagazijn (levering [naam ] , AH-011), en/of
7. in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg, AH-058-01), en/of
8. op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
9. op of omstreeks 24 februari 2020 een of meer (vuur)wapen(s) van categorie II en/of III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en/of een Tokarev TT33 (aankoop Amersfoort, AH-114-01), en/of
10. op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben vervaardigd en/of getransformeerd en/of in de uitoefening van een bedrijf heeft/hebben uitgewisseld en/of verhuurd en/of anderzins ter beschikking heeft/hebben gesteld en/of heeft/hebben hersteld en/of heeft/hebben beproefd en/of heeft/hebben verhandeld,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Assen en/of Groningen en/of Leeuwarden en/of Soesterberg en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
11. in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 november 2018 een of meer vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III (levering [naam ] , AH-23-01), en/of
12. in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin, 9 mm, met een bijpassend patroonmagazijn (levering [naam ] , AH-011), en/of
13. in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief Soesterberg, AH-058-01), en/of
14. op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher, Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ, kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
15. op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben overgedragen,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 27 februari 2020 te Oosterwolde en/of Drachten, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
(Opel combo)
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk onbekend, kaliber 7,62x55 tokarev (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk Zoraki, 917-T, kaliber .380 acp (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- twee, althans een, vuurwapen(s) (aanvalsgewe(e)r(en)) van categorie II, merk Zastava, M70 AB2, kaliber 7,62x39 mm (met een (1) bijbehorend patroonmagazijn, 30 schots), en/of
- een vuurwapen(onderdeel) patroonmagazijn van categorie III, geschikt voor alle aanvalsgeweren van het merk Zastava, en/of
- vier, althans een of meer, centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en/of
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje, MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR, en/of
- een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco, 56-1, kaliber 7, 62x39, dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco, kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman, kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020), en/of
(Jardingapad)
- een doorgeladen vuurwapen van categorie III, merk Zastava, M57, kaliber 7.62x55 TT en/of met bijbehorende patroonhouder/patroonmagazijn en gevuld met 7 kogelpatronen, en/of
- een vuurwapen (pistool) van categorie II (zelfgebouwd), kaliber .22, en/of
- een vuurwapenonderdeel, patroonmagazijn van categorie III voor een pistool van het merk Tokarev, model TT33, en/of
- een vuurwapen (gaspistool) van categorie III, merk Rohm, RG3, 6mm flobert, en/of munitie van categorie II of III, en/of
- 210 kogelpatronen van diverse kalibers, zijnde allen munitie van categorie III,
voorhanden heeft/hebben gehad;
6.
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te Appelscha, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem op het hoofd en/of tegen het been, althans op of tegen het lichaam, te slaan en/of stompen en/of schoppen;
en/of
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te Appelscha, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door op die [slachtoffer 1] een (doorgeladen) (vuur)wapen te richten en /of die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden toe te voegen "luister, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
7.
primair
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te Fochteloo, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet, een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [slachtoffer 2] te gooien, terwijl die [slachtoffer 2] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te Fochteloo, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [slachtoffer 2] te gooien, terwijl die [slachtoffer 2] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te Fochteloo, althans (elders) in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [slachtoffer 2] te gooien, terwijl die [slachtoffer 2] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam;
8.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 te Assen en/of Oosterwolde en/of Smilde en/of Stadskanaal, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer perso(o)n(en), te weten,
  • 20 rekeninghouders en/of de Rabobank ((in totaal) 88.012,95 euro, althans (een debetstand van) 48.248,96 euro), en/of
  • 5 rekeninghouders en/of de ABN AMRO bank ((in totaal) 3.699,80 euro en/of 11.907,63 euro, althans (een debetstand van) € 3.500,00 euro en/of 8.480,00 euro),
heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, althans enig geldbedrag, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld
door
- op naam van [bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2] een zakelijke rekening af te (laten) sluiten, en/of
- met de klantenservice van de Rabobank en/of ABN-AMRO bank een incassocontract af te (laten) sluiten, en/of
- valse incassobatches bij die bank aan te (laten) leveren waarbij voornoemde bedragen is/zijn/worden geïncasseerd bij verschillende rekeninghouders die geen klant waren bij die [bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2] , althans die [bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2] geen geld verschuldigd waren, en/of
- van dat geïncasseerde geld meerdere contante geldopnames gedaan en/of bitcoins aangekocht, en/of
- aldus een ongeoorloofd debet veroorzaakt op die zakelijke rekening, omdat de onterecht geïncasseerde rekeninghouders de incasso hebben laten storneren en/of terugboeken, en/of
- dit tekort niet aan te (laten) zuiveren, en/of
- zich onbereikbaar te houden voor de Rabobank en/of de ABN AMRO bank;
9.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Leeuwarden en/of Groningen en/of Beerta en/of Stadskanaal, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte 12] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over
die [medeverdachte 12] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 12] (sub 1°),
en/of
B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte 12] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte 12] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of
C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 12] (sub 6°),
immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en/of
- die [medeverdachte 12] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en/of
- dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en/of
- die [medeverdachte 12] , meermalen, althans eenmaal, geïntimideerd, en/of
- die [medeverdachte 12] , meermalen, althans eenmaal, gekleineerd door die [medeverdachte 12] ezel en/of mongool te noemen, en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, geslagen met vlakke hand, en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, gestompt/geslagen in de ribben en/of op de rug en/of op het hoofd (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] een klaplong heeft opgelopen), en/of
- die [medeverdachte 12] meermalen, althans eenmaal, met een (dikke ijzeren) schoenlepel, althans een voorwerp, geslagen op zijn handen, en/of
- die [medeverdachte 12] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een 'BB-gun' en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 12] verwondingen heeft opgelopen), en/of
- gedreigd met het 'bezoeken van' en/of 'praten met' die moeder van die [medeverdachte 12] , en/of
- aan die [medeverdachte 12] onderdak verschaft, en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in verdachtes woning aan het Jardingapad, en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het Jardingapad, zoals 'poepscheppen' (van de dieren) en/of blaadjes harken en/of schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
- die [medeverdachte 12] dagelijks, althans meermalen, heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
- die [medeverdachte 12] een (onverzekerde) auto op naam te laten hebben,
terwijl die [medeverdachte 12] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik en/of een lage intelligentie, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 12] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n);
10.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 te Oosterwolde en/of Smilde en/of Leeuwarden en/of Groningen en/of Beerta en/of Stadskanaal, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte 7] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over
die [medeverdachte 12] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 1°),
en/of
B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte 7] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte 7] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of
C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte 7] (sub 6°),
immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
- aan die [medeverdachte 7] onderdak verschaft, en/of
- die [medeverdachte 7] een bedrijf op naam te laten nemen, en/of
- dat bedrijf te gebruiken voor het afsluiten van telefoonabonnementen en/of leasen van auto’s en/of het verkrijgen van tankpassen en/of het huren van goederen, en/of
- die [medeverdachte 7] aldus heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
- die [medeverdachte 7] als chauffeur te laten werken, en/of
- die [medeverdachte 7] huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het Jardingapad, zoals schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
- die [medeverdachte 7] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een 'BB-gun' en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte 7] verwondingen heeft opgelopen op (onder andere) zijn penis), en/of
- die [medeverdachte 7] meermalen, althans eenmaal, geslagen,
terwijl die [medeverdachte 7] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte 7] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n).

Voetnoten

1.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 702.
2.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 701.
3.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 703.
4.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 704.
5.Map 1 (relaas), pagina’s 35-36.
6.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2018229308, genaamd ‘ULTEGRA’, bestaande uit het eindproces-verbaal van 37 (doorgenummerde) mappen, nagekomen stukken d.d. 8 januari 2020, 22 februari 2021 en 22 maart 2021, gegevensdragers met geluidsopnames en getuigenverhoren bij de rechter-commissaris.
7.Map 8 (telecom), pagina 14.
8.Map 4 (wapenhandel), pagina 696 e.v.
9.Map 8 (telecom), pagina’s 15-16.
10.Map 8 (telecom), pagina 28.
11.Map 8 (telecom), pagina’s 29-33.
12.Map 8 9telecom), pagina 34.
13.Nagekomen stukken d.d. 22 februari 2021, pagina’s 18-19.
14.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 705-706.
15.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
16.Map 4 (nagekomen stukken), pagina’s 709-710.
17.Map 8 (telecom), pagina’s 319-320.
18.Nagekomen stukken d.d. 8 januari 2021, pagina’s 8-22.
19.Map 8 (telecom), pagina 322.
20.Map 1 (CSV), pagina’s 39-41.
21.Map 8 (telecom), pagina 323.
22.Map 8 (telecom), pagina 324.
23.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
24.Map 8 (telecom), pagina’s 319-321 en 331, en map 20 (doorzoeking en beslag), pagina 583.
25.Nagekomen stukken d.d. 8 januari 2021, pagina 6.
26.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
27.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
28.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 409, 471-476.
29.Map 4 (wapenhandel), pagina 410 en 577.
30.Map 8 (telecom), pagina’s 333-334.
31.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 410 en 577.
32.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 411-413.
33.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 411 en 450-451.
34.Map 8 (telecom), pagina 339, en map 4 (wapenhandel), pagina 412.
35.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 450-451.
36.Map 4 (wapenhandel), pagina 412
37.Map 10 (financieel dossier), pagina’s 350-351.
38.Map 4 (wapenhandel), pagina 484.
39.Map 4 (wapenhandel), pagina 414.
40.Map 8 (telecom), pagina’s 52-66 en 339-342.
41.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 414-415.
42.Map 4 (wapenhandel), pagina 411.
43.Map 4 (wapenhandel), pagina 414.
44.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
45.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
46.Map 4 (wapenhandel), pagina 415.
47.Map 4 (wapenhandel), pagina 412.
48.Map 4 (wapenhandel), pagina 415.
49.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 453-454.
50.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 415-417.
51.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 274-277, map 15 (forensisch dossier), pagina’s 81, 174-175, 187
52.Map 16 (forensisch dossier), pagina’s 448, 451-453.
53.Map 4 (wapenhandel), pagina 457.
54.Map 4 (wapenhandel), pagina 577.
55.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
56.Map 8 (telecom), pagina 347.
57.Map 4 (wapenhandel), pagina 417.
58.Map 8 (telecom), pagina 347, en map 10 (financieel dossier), pagina’s 350-351.
59.Map 8 (telecom), pagina’s 345-346.
60.Map 8 (telecom), pagina’s
61.Map 4 (wapenhandel), pagina 576.
62.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 484-485.
63.Map 8 (telecom), pagina 337.
64.Map 8 (telecom), pagina’s 343-345.
65.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 450-452.
66.Map 4 (wapenhandel), pagina 455.
67.Map 4 (wapenhandel), pagina 821.
68.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 825-826 en 891 e.v.
69.Map 5 (wapenhandel), pagina 922.
70.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 826-828.
71.Map 4 (wapenhandel), pagina 893.
72.Map 4 (wapenhandel), pagina 821.
73.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 826 en 830-831.
74.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 907-924.
75.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 913-914.
76.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 828-829, en map 5 (wapenhandel), pagina’s 914-917.
77.Map 5 (wapenhandel), pagina 918.
78.Map 5 (wapenhandel), pagina 921.
79.Map 4 (wapenhandel), pagina 822.
80.Map 4 (wapenhandel), pagina 822.
81.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 822-823.
82.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 821 en 864.
83.Map 4 (wapenhandel), pagina 825.
84.Map 4 (wapenhandel), pagina 825, en map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 28-29 en 31-32.
85.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 298-300, 302-306, 309-316.
86.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 824 en 875-876.
87.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 680.
88.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 275-277.
89.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
90.Map 4 (wapenhandel), pagina 832 e.v.
91.Map 5 (wapenhandel), pagina 960 e.v.
92.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 963-964.
93.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 834-840.
94.Map 5(wapenhandel), pagina’s 1179-1193.
95.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 838-839.
96.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 839, 1196 en 1277.
97.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 842 en 1274..
98.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 841 en 1142.
99.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1210 en 1275.
100.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 258, 259, 260, 264, 269, 271, 272 en 273
101.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 840-841.
102.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
103.Map 5 (wapenhandel), pagina 1276.
104.Map 5 (wapenhandel), pagina 1277.
105.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
106.Map 5 (wapenhandel), pagina 1276.
107.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1236 en 1276.
108.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 847-848.
109.Map 4 (wapenhandel), pagina 847.
110.Map 4 (wapenhandel), pagina 844.
111.Map 28 (tap en OVC), pagina 294.
112.Map 4 (wapenhandel), pagina 845.
113.Map 4 (wapenhandel), pagina 846.
114.Map 4 (wapenhandel), pagina 847.
115.Map 4 (wapenhandel), pagina 848.
116.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 848, 850.
117.Map 28 (tap en OVC), pagina 329.
118.Map 4 en 5 (wapenhandel), pagina’s 842-843 en 1277.
119.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1167, 1169, 1171, 1172.
120.Map 4 (wapenhandel), pagina 866.
121.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1391-1405.
122.Map 5 (wapenhandel), pagina’s 1401-1402
123.Map 5 (wapenhandel), pagina 1275.
124.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 299-302.
125.Map 4 (wapenhandel), pagina 832.
126.Map 4 (wapenhandel), pagina 852-853.
127.Map 4 (wapenhandel), pagina 854.
128.Map 4 (wapenhandel), pagina 855.
129.Map 4 (wapenhandel), pagina 855.
130.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 3, pagina 1 e.v. en map 5 (wapenhandel), pagina’s 1411-1419.
131.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 3, pagina 23.
132.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 3, pagina 27.
133.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 856-857.
134.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 274.
135.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 279 e.v.
136.Hoge Raad 16 mei 2017 (ECLI:NL:HR:2017:881)
137.Map 3 (wapenhandel), pagina 148.
138.Map 3 (wapenhandel), pagina 149.
139.Map 3 (wapenhandel), pagina 150.
140.Map 3 (wapenhandel), pagina 152.
141.Map 3 (wapenhandel), pagina 153.
142.Map 3 (wapenhandel), pagina 154.
143.Map 3 (wapenhandel), pagina 172, en map 16 (forensisch dossier), pagina 513.
144.Map 3 (wapenhandel), pagina 173.
145.Map 3 (wapenhandel), pagina 156, en map 16 (forensisch dossier), pagina’s 511-512.
146.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 178 en 183.
147.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 574.
148.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 666.
149.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 675.
150.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 27 mei 2021.
151.Map 3 (wapenhandel), pagina 188.
152.Map 3 (wapenhandel), pagina 203.
153.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 208 en 210.
154.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 206-207, 209 en 211.
155.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 208-211.
156.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 213 en 215.
157.Map 3 (wapenhandel), pagina 214.
158.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 215, 227 en 235.
159.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 215-216.
160.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 214-215.
161.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 214-215.
162.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 238-239, 242-243 en 246-261.
163.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 238-239 en 243.
164.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 189-190.
165.Map 3 (wapenhandel), pagina 190.
166.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
167.Map 28 (tap en OVC), pagina 399.
168.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
169.Map 28 (tap en OVC), pagina 400.
170.Map 3 (wapenhandel), pagina 191.
171.Map 29 (tap en OVC), pagina 411.
172.Map 28 (tap en OVC), pagina 393.
173.Map 3 (wapenhandel), pagina 192.
174.Map 28 (tap en OVC), pagina 394, en map 3 (wapenhandel), pagina 193.
175.Map 28 (tap en OVC), pagina 395.
176.Map 28 (tap en OVC), pagina 50.
177.Map 28 (tap en OVC), pagina 395.
178.Map 3 (wapenhandel), pagina’s 194-195.
179.Map 3 (wapenhandel), pagina 195.
180.Map 28 (tap en OVC), pagina 121.
181.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 108.
182.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 110.
183.Map 28 (tap en OVC), pagina 386.
184.Map 29 (tap en OVC), pagina 413.
185.Map 28 (tap en OVC), pagina 387.
186.Map 29 (tap en OVC), pagina 414.
187.Map 29 (tap en OVC), pagina 415.
188.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 568, 574-575.
189.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 667, 678 en 685.
190.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 256.
191.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 257.
192.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
193.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 264 en 269.
194.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 258.
195.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 258-259.
196.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 260.
197.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 261, 274-275.
198.Map 4 (wapenhandel), pagina 684.
199.Map 4 (wapenhandel), pagina 685.
200.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 680-6810
201.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 572.
202.Map 4 (wapenhandel), pagina 647.
203.Map 4 (wapenhandel), pagina 681.
204.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 686-691.
205.Map 4 (wapenhandel), pagina 682.
206.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 670-671.
207.Map 4 (wapenhandel), pagina 645.
208.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 675-676.
209.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 694-695.
210.Map 4 (wapenhandel), pagina 699 en map 29 (tap en OVC), pagina 760.
211.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage I, met daarin de verklaring van [naam ] bij de politie op 28 mei 2020, pagina 4.
212.Map 4 (wapenhandel), pagina 595.
213.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 596-597.
214.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
215.Map 4 (wapenhandel), pagina 605.
216.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 600-601.
217.Map 4 (wapenhandel), pagina 605.
218.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
219.Map 4 (wapenhandel), pagina 607.
220.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 598-599.
221.Map 4 (wapenhandel), pagina 598.
222.Map 4 (wapenhandel), pagina 601.
223.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 599 en 601.
224.Map 4 (wapenhandel), pagina 601.
225.Map 4 (wapenhandel), pagina 629.
226.Map 4 (wapenhandel), pagina 599.
227.Map 4 (wapenhandel), pagina 602.
228.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 604-605.
229.Map 4 (wapenhandel), pagina 599.
230.Nagekomen stukken d.d. 22 maart 2021, bijlage 1, met daarin de verklaring van [naam ] bij de politie op 28 mei 2020, pagina’s 4, 22-24, en de verklaring van [naam ] bij de politie op 27 augustus 2020, pagina’s 7-14.
231.Map 4 (wapenhandel), pagina 607.
232.Map 4 (wapenhandel), pagina 606 en map 22 (ambtshandelingen), pagina 230.
233.Map 4 (wapenhandel), pagina 602 en map 22 (ambtshandelingen), pagina 230.
234.Map 8 (telecom), pagina 327.
235.Map 4 (wapenhandel), pagina 680.
236.Map 4 (wapenhandel), pagina 792.
237.Map 4 (wapenhandel), pagina 793.
238.Map 4 (wapenhandel), pagina 796.
239.Map 4 (wapenhandel), pagina 797.
240.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 800-801.
241.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 711 en 714.
242.Map 8 (telecom), pagina 324.
243.Map 8 (telecom), pagina 325.
244.Map 8 (telecom), pagina 326.
245.Map 4 (wapenhandel), pagina 711, 798-812.
246.Map 4 (wapenhandel), pagina 807.
247.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 605.
248.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 813-815.
249.Map 22 (ambtshandelingen), pagina 231.
250.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
251.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
252.Map 4 (wapenhandel), pagina 639.
253.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
254.Map 4 (wapenhandel), pagina 699 en map 29 (tap en OVC), pagina 760.
255.Map 4 (wapenhandel), pagina 700.
256.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
257.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 672-673.
258.Map 4 (wapenhandel), pagina 656.
259.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
260.Map 4 (wapenhandel), pagina 657.
261.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 701-702.
262.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 703-704.
263.Map 4 (wapenhandel), pagina 657.
264.Map 8 (telecom), pagina’s 20, 98-100.
265.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 705-706.
266.Map 4 (wapenhandel), pagina 815.
267.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 707-708.
268.Map 4 (wapenhandel), pagina 659.
269.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 661-663.
270.Map 4 (wapenhandel), pagina 664.
271.Map 4 (wapenhandel), pagina 634.
272.Map 8 (telecom), pagina’s 330-331.
273.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
274.Map 8 (telecom), pagina 321, en map 24 (TTI), pagina 259.
275.Map 4 (wapenhandel), pagina 815.
276.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
277.Map 4 (wapenhandel), pagina 709.
278.Map 4 (wapenhandel), pagina 710.
279.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 711-712.
280.Map 4 (wapenhandel), pagina 710.
281.Map 4 (wapenhandel), pagina 712.
282.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 170.
283.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 820.
284.Map 18 (persoonsdossiers), pagina 410.
285.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 715-717.
286.Map 4 (wapenhandel), pagina 716.
287.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 36-38.
288.Map 4 (wapenhandel), pagina 717.
289.Map 20 (doorzoeking en beslag), pagina 480.
290.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 197-198.
291.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 258-260, en map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 437-438.
292.Map 23 (ambtshandelingen), pagina 504.
293.Map 23 (ambtshandelingen), pagina’s 505-508.
294.Map 4 (wapenhandel), pagina 724.
295.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 724-725.
296.Map 4 (wapenhandel), pagina’s 725.
297.Map 4 (wapenhandel) pagina’s 726-727.
298.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina 261 e.v. en map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 427-428.
299.Map 8 (telecom), pagina 99, bovenaan.
300.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 43 e.v.
301.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 47 e.v.
302.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 66 e.v.
303.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 56-60.
304.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 158-169.
305.Map 15 (forensisch onderzoek), pagina’s 209-212 en 254-255.
306.Map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 427-428.
307.Map 16 (forensisch onderzoek), pagina 458.
308.Map 16 (forensisch onderzoek), pagina’s 427-428.
309.Map 16 (forensisch onderzoek), pagina 458
310.Map 16 (forensisch onderzoek), pagina 458
311.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 47 en 57-59.
312.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 14-15.
313.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 19-20.
314.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 24.
315.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 26.
316.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 30.
317.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 28.
318.De verklaring van [slachtoffer 1] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 28 januari 2021.
319.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 35-36.
320.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 50.
321.Map 15 (forensisch dossier), pagina 200.
322.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 51-52.
323.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 42-43.
324.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 45 en 49.
325.Map 1 (relaas pv), pagina 39.
326.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 690, en de verklaring van [medeverdachte 12] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 5 februari 2021.
327.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 15.
328.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 3 en 53 en 56.
329.Map 10 (financieel dossier), pagina 38.
330.Map 12 (financieel dossier), pagina 898.
331.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 66-67 en 108-109.
332.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 151 e.v.
333.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 156-158.
334.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 112.
335.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 69.
336.Bestaande uit 8 contante opnames (70 + 2.000 + 1.500 + 980 + 2.000 + 1.250 + 2.000 + 1.000 =
337.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 86-107.
338.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 4 + rekeningafschriften pagina’s 69-78.
339.Bestaande uit 6 Bitcoins aankopen (2.500 + 3.400 + 4.000 + 10.000 + 4.500 + 7.000 = € 31.400,00)
340.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 75.
341.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 672-673 en 716.
342.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 665.
343.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 6.
344.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 202-206.
345.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 226-236.
346.Ordner 2 , pagina 208.
347.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 568-569, 574 en de verklaring van [medeverdachte 7] afgelegd tegenover de rechters-commissaris op 2 januari 2021.
348.Map 28 (tap en OVC), pagina’s 112-113.
349.Map 28 (tap en OVC), pagina 114.
350.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 460-461.
351.Map 21 (doorzoeking en beslag), pagina’s 194-209.
352.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 26-27.
353.Map 28 (tap en OVC), pagina’s 174-175, en map 17 (persoonsdossiers), pagina 689.
354.Map 28 (tap en OVC), pagina’s 179
355.Map 28 (tap en OVC), pagina 181.
356.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 72.
357.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina’s 30-31, en map 20 (doorzoeking en beslag), pagina’s 629-657.
358.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina 34.
359.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina 107.
360.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 717-718.
361.Map 9 (digitaal onderzoek), pagina 40.
362.Map 4 (wapenhandel), pagina 696 e.v.
363.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 458-459.
364.Map 28 (tap en OVC), pagina 71, map 29 (tap en OVC), pagina’s 456-457.
365.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 571.
366.Map 29 (tap en OVC), pagina 742.
367.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 743-744.
368.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 745.
369.Map 29 (tap en OVC), pagina 750.
370.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 214, 216, 218.
371.Map 8 (telecom), pagina’s 34, 293-301.
372.Map 8 (telecom), pagina’s 34, 307-313.
373.Map 8 (telecom), pagina’s 209-216.
374.Map 8 (telecom), pagina 324.
375.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 59-61.
376.Map 28 (tap en OVC), pagina 159.
377.Kamerstukken II 2003/04, 29291, 3, p.18
378.HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7009 (Chinese Horeca) en HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3309.
379.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 665, 666, 672, 673, 674, 675, 677, 682, 683, 690, 716, 723 en 724 en de verklaring van [medeverdachte 12] afgelegd tegenover de rechter-commissaris d.d. 5 februari 2021, pagina’s 3, 4 en 5.
380.Map 6 (mensenhandel), pagina 14.
381.Map 6 (mensenhandel), pagina 14.
382.Map 12 (financieel dossier), pagina 898.
383.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 151 e.v.
384.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 156-158.
385.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 14.
386.Map 17 (persoonsdossiers), pagina 690
387.Map 1 (relaas), pagina 38.
388.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 694-700.
389.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 65-66.
390.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 6.
391.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 202-206.
392.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 568-569, 574 en de verklaring van [medeverdachte 7] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 2 januari 2021.
393.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 8, en map 28 (tap en OVC), pagina’s 340-344.
394.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina 12.
395.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 12-13.
396.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 362-363.
397.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 21-23, 330-331, 320 en 322, en map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 332-341.
398.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 263-264, 291, 293-301, 311-312 en map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 572-573.
399.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 131-140 en de verklaring van [naam ] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 3 maart 2021.
400.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 133-134
401.Map 6 (mensenhandel), pagina 30.
402.Map 19 (getuigen en overige verdachten), pagina’s 9-14 en de verklaring van [naam ] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 3 maart 2021.
403.Map 6 (mensenhandel), pagina 29.
404.Map 18 (persoonsdossiers), pagina’s 255 e.v.
405.Map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 666, 677.
406.Map 29 (tap en OVC), pagina’s 633-640.
407.Map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 67-68.
408.Map 6 (mensenhandel), pagina 55.
409.Map 6 (mensenhandel), pagina 60.
410.Map 6 (mensenhandel), pagina 61.
411.Map 6 (mensenhandel), pagina’s 58-59.
412.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 113-115.
413.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 115.
414.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 115.
415.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 111.
416.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 112.
417.Map 6 (mensenhandel), pagina 51.
418.Map 6 (mensenhandel), pagina 62.
419.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 121-122.
420.Map 6 (mensenhandel), pagina 30.
421.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 123.
422.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 124-128.
423.Map 7 (geweldsdelicten), pagina 129.
424.Vgl. Hoge Raad 10 februari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:264) en Hoge Raad 14 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:413).
426.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 73 e.v.
427.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 88-93 map 28 (tap en OVC), pagina’s 209-210, 220, en map 3 (wapenhandel), pagina 106.
428.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 21-23, 330-331, 320 en 322, en map 22 (ambtshandelingen), pagina’s 332-341.
429.Map 2 (incassofraude, oplichting, verduistering), pagina’s 263-264, 291, 293-301, 311-312 en map 17 (persoonsdossiers), pagina’s 572-573.
430.Map 7 (geweldsdelicten), pagina’s 139-142, en map 28 (tap en OVC), pagina 60.
431.Map 1 (zaaksdossier CSV), pagina 81.
432.Map 23 (ambtshandelingen), pagina’s 419-426.
433.Map 8 (Telecom), pagina 327.