In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2021 een beschikking gegeven inzake de verbetering van de geboorteakte van [verzoeker]. Het verzoekschrift, ingediend op 12 maart 2021, betreft de wijziging van de vermelding van het geslacht van [verzoeker] op de geboorteakte uit 1956, waarin hij als 'van het mannelijk geslacht' is geregistreerd. [Verzoeker] verzoekt de rechtbank om deze vermelding te wijzigen in 'waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld', verwijzend naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die vergelijkbare situaties hebben behandeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand, die geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd.
De rechtbank overweegt dat de huidige wettelijke bepalingen niet voorzien in de mogelijkheid om het verzoek toe te wijzen, maar erkent dat er een maatschappelijke en juridische trend is naar erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. De rechtbank concludeert dat het individuele belang van [verzoeker] zwaarder weegt dan het algemene belang van strikte handhaving van de huidige wettelijke regeling. Daarom heeft de rechtbank besloten het primaire verzoek van [verzoeker] toe te wijzen, ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag hiervoor. De ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gelast om de geboorteakte te verbeteren zoals verzocht, en de overige verzoeken worden afgewezen.