ECLI:NL:RBMNE:2024:4097
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere inzake bijstandsverlening met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiseres, een jonge vrouw van 18 jaar afkomstig uit Turkije, had bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van haar bijstandsuitkering. Het primaire besluit van 17 juli 2023 kende haar een bijstandsuitkering toe per 7 juni 2023, terwijl eiseres vond dat deze uitkering per 27 februari 2023 had moeten ingaan, de datum waarop zij naar Nederland arriveerde na een traumatische ervaring in Turkije.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet eerder dan 7 juni 2023 een aanvraag voor bijstand heeft gedaan. Verweerder stelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. Eiseres had onvoldoende kennis van het sociale zekerheidsstelsel in Nederland en haar vader, die zelf bijstandsontvanger was, kon haar niet adequaat helpen. De rechtbank oordeelde dat het de eigen verantwoordelijkheid van eiseres was om tijdig een aanvraag in te dienen en dat de omstandigheden die zij aanvoerde niet voldoende waren om bijstandsverlening met terugwerkende kracht te rechtvaardigen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van haar proceskosten ontving. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.