Uitspraak
22 september 2020 bijstand verleend naar de norm van gehuwden. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van de bijstand, maar het college is met een besluit van 25 november 2020 (bestreden besluit) bij de ingangsdatum van 22 september 2020 gebleven.
17 september 2020.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
12 augustus 2020 bijstand moet worden toegekend. Appellant heeft zich op die datum ingeschreven op het adres van appellante. Volgens appellanten zijn er bijzondere omstandigheden op grond waarvan zij de bijstand vanaf 12 augustus 2020 zouden moeten krijgen. Appellanten krijgen in hoger beroep geen gelijk. De ingangsdatum blijft
17 september 2020.
Inleiding
12 augustus 2020 heeft ingeschreven op het adres van appellante, heeft het college bij besluit van 31 augustus 2020 de bijstand van appellante naar de norm van een alleenstaande met ingang van 12 augustus 2020 ingetrokken. In dit besluit heeft het college appellante erop gewezen dat zij misschien samen met haar partner recht heeft op een gezamenlijke uitkering. Om een eventueel gezamenlijk recht te beoordelen moet appellante samen met haar partner een aanvraag indienen. Het college heeft verwezen naar de website van de gemeente waar meer informatie is te vinden. Verder staat in dit besluit het volgende: “Dien uw eventuele aanvraag zo snel mogelijk in. Uiterlijk binnen 10 werkdagen na dagtekening van deze beschikking. Alleen dan kan het recht op een gezamenlijke uitkering aansluiten op de einddatum van uw alleenstaande uitkering.” Tegen dit besluit hebben appellanten geen bezwaar gemaakt.
Uitspraak van de rechtbank
Het standpunt van appellanten
Het oordeel van de Raad
12 augustus 2020 ingeschreven in de BRP. Omdat het college op de hoogte was van de gezinssituatie, had het college aan appellanten met ingang van deze datum bijstand moeten toekennen. Het is onnodig formalistisch om de bijstand die appellante ontving te beëindigen en te verlangen dat binnen tien dagen een gezamenlijke aanvraag zou worden ingediend.
e-mail staat juist dat appellanten zich nog zullen melden voor het doen van een aanvraag. Dat de gemeente op de hoogte was van de situatie van appellanten en volgens appellanten kon weten dat zij in aanmerking wensten te komen voor gezinsbijstand toen appellant zich inschreef op het adres van appellante, is daarvoor onvoldoende. In het besluit van 31 augustus 2020 heeft het college uitgelegd dat het aan appellanten is om zich te melden bij het college voor het doen van een aanvraag. Het college heeft in dat besluit toegelicht hoe appellanten dit kunnen doen. Het is niet gebleken dat appellanten eerder dan op 17 september 2020 enige actie in de richting van het college hebben ondernomen die tot het innemen van een daartoe strekkende aanvraag had moeten leiden.
17 september 2020 te melden voor het aanvragen van bijstand. Appellant heeft pas op
2 september 2020 een Burgerservicenummer ontvangen waarmee hij een DigiD kon aanvragen. Vervolgens heeft hij langer dan gebruikelijk moeten wachten op een DigiD-code. Omdat hij die DigiD nodig had om de aanvraag om bijstand in te dienen, kon hij de aanvraag niet eerder indienen. Het gaat te ver om van appellanten te verlangen dat zij tussentijds contact hadden moeten opnemen met de gemeente, mede vanwege de taalbarrière.