ECLI:NL:RBMNE:2022:5589
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking WAO-uitkering en beoordeling nieuwe feiten en omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de intrekking van een WAO-uitkering. De eiser, die sinds 1998 met psychische klachten uitgevallen was, had in 2007 een WAO-uitkering gekregen, maar deze werd per 28 september 2007 ingetrokken omdat zijn arbeidsongeschiktheid op dat moment minder dan 15% was. Eiser heeft in de jaren daarna meerdere keren melding gemaakt van verslechterde gezondheid, maar het Uwv weigerde terug te komen op de intrekking van de uitkering, omdat er volgens hen geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die dit rechtvaardigden.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de intrekking van de WAO-uitkering onterecht maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische informatie die eiser heeft overgelegd, niet nieuw is en dat de psychische en lichamelijke klachten die hij aanvoert, niet leiden tot een herleving van de WAO-uitkering. De rechtbank heeft de argumenten van eiser verworpen en geoordeeld dat het Uwv terecht heeft besloten om geen herziening van het besluit van 30 juli 2007 toe te staan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af.