In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, op 3 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen de herziening en terugvordering van zijn Wia-uitkering behandeld. Eiser ontving sinds 30 december 2009 een Wia-uitkering, maar het UWV heeft deze herzien en teruggevorderd tot een bedrag van € 17.226,02, omdat eiser inkomsten uit hennepteelt zou hebben gehad die hij niet heeft doorgegeven. Het UWV baseerde zich op een door de politie berekend wederrechtelijk verkregen voordeel van € 116.538,-, gebaseerd op zes oogsten. Eiser heeft echter betoogd dat er geen sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg waarin de ontnemingsvordering was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het UWV niet mocht uitgaan van het door de politie berekende voordeel, omdat de eerdere uitspraak op dezelfde feiten en periode betrekking heeft en de bewijsmaatstaf niet wezenlijk verschilt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het UWV en herroept de opgelegde boete van € 2.090,14. Tevens wordt het UWV opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser krijgt ook een schadevergoeding van € 3.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.