ECLI:NL:RBLIM:2020:3980
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.M.M. Kleijkers
- N.J.J. Derks-Voncken
- L.M.J.A. barones van Hövell tot Westerflier-Dassen
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van rioolheffing opgelegd aan woningbouwvereniging en strijdigheid met gelijkheidsbeginsel
Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de rioolheffing opgelegd aan Stichting Wonen Limburg, een woningbouwvereniging. De zaak betreft de aanslagen rioolheffing voor 2014, waarbij eiseres betoogde dat de heffing in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en de Kaderrichtlijn Water. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde, omdat verweerder niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een overschrijding van de opbrengstlimiet. De rechtbank stelde vast dat de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing onverbindend was, omdat verweerder onvoldoende inzicht had gegeven in de gehanteerde omslagrente. Hierdoor kon de aanslag niet op een toereikende wettelijke grondslag berusten. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herroepte de aanslag voor de in de gemeente Stein gelegen percelen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.