4.2Partijen komen overeen dat Verhuurder
welomzetbelasting over de huurprijs in rekening brengt. (…)”
7. Op [datum] is de woning, inclusief de aangebouwde werkruimte, opgeleverd. De totale oppervlakte van de woning is 301 m2. De oppervlakte van de aangebouwde werkruimte met eigen entree en toilet is 32 m2. De oppervlakte van de zolderverdieping bedraagt 43 m2. Op het dak van de woning liggen 27 niet geïntegreerde zonnepanelen.
8. Op 31 juli 2020 is de woning door [gemachtigde] en [persoon D] in gebruik genomen. De aangebouwde werkruimte is ingericht als kantoor. Op de zolderverdieping staat een zitbank, een bureau en een bureaustoel.
9. In de periode eerste kwartaal 2019 tot en met tweede kwartaal 2020 heeft
belanghebbende verschillende facturen die zien op de bouw van de woning ontvangen. Zij heeft deze facturen ook overgelegd.
10. Belanghebbende heeft over de tijdvakken eerste kwartaal 2019 tot en met eerste kwartaal 2020 geen aangifte(n) omzetbelasting gedaan.
11. Op 20 juli 2020 heeft belanghebbende de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2020 ingediend. Belanghebbende heeft daarin verzocht om een teruggaaf van omzetbelasting van € 2.492. Op 14 augustus 2020 heeft de inspecteur de teruggaaf middels een teruggaafbeschikking verleend.
11. Op 17 september 2020 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking.
13. Op 28 oktober 2020 heeft belanghebbende een suppletieaangifte over het tweede kwartaal 2020 ingediend. Daarin heeft zij gevraagd om een aanvullende teruggaaf van € 1.181.
14. Bij uitspraak op bezwaar van 13 november 2020 heeft de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, maar is ambtshalve volledig tegemoet gekomen aan het verzoek in die zin dat de aanvullende teruggaaf van € 1.181 is verleend.
15. Naar aanleiding van de uitspraak op bezwaar heeft belanghebbende op 7 december 2020 het volgende mailbericht verstuurd aan de inspecteur:
“(…) Gezien de Belastingdienst een suppletie aangifte behandelt als een (te laat) ingediend bezwaarschrift tegen de eigen btw-aangifte)n) is er momenteel een verwarrende situatie ontstaan van twee bezwaarschrift ziende op het hetzelfde tijdvak, waarbij het Bezwaarschrift in ieder tijdig was ingediend en ook als eerste (…).
Ik verzoek u schriftelijk te bevestigen dat gezien u nog geen uitspraak heeft gedaan op het Bezwaarschrift, u de suppletie beschouwt als een aanvulling op het Bezwaarschrift”.
16. Op 9 december 2020 reageert de Inspecteur als volgt:
“(...) Om uw bezwaarschrift zo goed mogelijk te boordelen heb ik meer tijd nodig. Derhalve met uw toestemming, wil ik de beslistermijn van uw bezwaarschrift verlengen naar 31 maart 2021. Indien u hiermee akkoord gaat, kunt u svp dit dan
bevestigen?(…) ”.
17. Hierop is door belanghebbende op 15 december 2020 als volgt gereageerd:
“(…)Als zojuist telefonisch besproken ons akkoord voor verlenging van de beslistermijn tot 31 maart 2021.
U heeft mondeling aangegeven inderdaad de suppletie aangifte te beschouwen als een aanvulling op het Bezwaarschrift(…). ”.
18. In de periode tussen 14 november 2020 en 24 maart 2021 hebben partijen over en weer met elkaar gecorrespondeerd. Op 29 april 2021 heeft de inspecteur belanghebbende een tussentijdse beschouwing gestuurd. Op 9 juli 2021 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Op 31 augustus 2021 heeft belanghebbende aanvullende stukken aan de inspecteur overgelegd.
19. Op 17 september 2021 heeft de inspecteur belanghebbende een briefgestuurd. In deze brief staat, onder meer, dat de inspecteur de verhuur van de aangebouwde werkruimte en de levering van energie door middel van zonnepanelen heeft aangemerkt als belaste activiteiten en dat de omzetbelasting op de bouwkosten aftrekbaar is volgens de verdeelsleutel 32 m2/301 m2 = 10,63%. Volgens de in de brief opgenomen berekening heeft belanghebbende recht op een aanvullende teruggaaf van € 272. In de brief staat verder dat de inspecteur geen teruggaaf met betrekking tot de belaste verhuur van de zolderverdieping verleent.
20. Op 19 november 2021 heeft de inspecteur opnieuw uitspraak op bezwaar gedaan. In deze uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en heeft hij belanghebbende een aanvullende teruggaaf toegekend van € 272. Op 30 december 2021 heeft belanghebbende hiertegen beroep ingesteld.