Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 september 2021
- de akte indienen aanvullende producties van Duck-To met producties 9 tot en met 38
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 juni 2022.
2.De feiten
-/- EUR 13.379.350,00
EUR 131.724,61
EUR 19.194.00
3.Het geschil
4.De beoordeling
De kern van het geschil
- een aanschaffactuur van 20 maart 2018 op naam van Tomassen (aanschafwaarde excl. btw € 72.920,00);
- een ‘conformiteitsbewijs’ van RDW van 3 april 2018,
- een expertiserapport opgesteld door CED, de schade-expert van de verzekeraar van de oplegger (Nationale-Nederlanden), waarin de herstelkosten worden begroot op € 75.400,00 excl. btw en de dagwaarde op € 67.000,00 excl. btw,
- een brief van de verzekeraar waarin staat dat er zake van de oplegger 50% van de dagwaarde te weten € 33.500,00 wordt uitgekeerd;
- correspondentie met en een factuur van Tomassen aan een opkoper van ‘wrakken n.a.v. brandschade’, met ten aanzien van de oplegger een koopprijs van € 200,00 excl. btw,
- een kentekenbewijs op naam van Holding en
- foto’s van de oplegger na de brandstichting, waarop een kennelijk door brand beschadigde oplegger te zien is en een stuk van een nummerplaat, beginnende met de letters OR .
€ 33.300,00.
- een factuur van Spuiterij Winkoop van 10 augustus 2015 die ziet op het “Spuiten van opbouw, wielen en wielnaven” van de oplegger van € 6.070,00 ex btw;
- een factuur van “Balde Banden” van 22 augustus 2019 van € 855,00 exclusief btw;
- correspondentie met en een factuur van Tomassen aan een opkoper van ‘wrakken n.a.v. brandschade’, met ten aanzien van de oplegger een koopprijs van € 200,00 exclusief btw,
- een kentekenbewijs op naam van Holding waarop als datum eerst toelating 19-10-1998, datum eerste inschrijving in Nederland 15-08-2005 en datum tenaamstelling 10-04-2015 staan vermeld,
- foto’s van de oplegger na de brandstichting, waarop een de oplegger met kentekenplaat [kenteken 2] en daarop een aantal kennelijk door brand beschadigde/gesmolten kratten zijn te zien,
- een aanvullend rapport van J. Snippe-Kiers NIVRE-re (verder Snippe) van Mobiel expertise & advies (verder: MEA) van 8 januari 2022 (verder: het aanvullend MEA-rapport) waarin over deze oplegger staat (randnummer 7)
via VBV gecertificeerde oplegger bepaald”is, voor de rechtbank niet te volgen is. Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank de omstandigheid dat een opkoper de oplegger voor € 200,00 heeft mogen kopen evenmin voldoende om van die restwaarde uit te kunnen gaan, nu verder ook niet duidelijk is hoe die prijs is bepaald.
€ 2.500,00.
- een factuur van Van Ravenhorst transportoplossingen van 4 april 2018, met daarop ten aanzien van kenteken [kenteken 3] , naast onder andere posten dien zien op “reparatie van toerenbediening” en “vernieuwen bandpaksluitingen” een post van € 2.750,00 excl. btw voor “leveren en monteren van wielontsmetting”,
- foto’s van na de brandstichting, waarop een oplegger met kentekenplaat BZ BS-50 is te zien, die kennelijk geheel door brand is verwoest;
- het aanvullend MEA-rapport waarin over de wielontsmetting staat (randnummer 8-11) dat Snippe heeft waargenomen dat de wielontsmetting-installatie aanwezig was op de geheel uitgebrande vrachtauto met kenteken [kenteken 3] , dat deze pas op de vrachtwagen is geïnstalleerd nadat deze in verzekeringsdekking was genomen en daarom niet onder de dekking valt, dat de investering toen de installatie in maart 2018 werd gemonteerd € 3.287,80 excl. btw bedroeg en dat hij om tot de dagwaarde te komen globaal een afschrijving van 10% per jaar hanteert, wat neerkomt op een afschrijving van €537,00 excl. btw en dat de restwaarde als nihil is te beschouwen.
€ 2.200,00.
€ 7.000,00.
€ 59.075,40.Tot dat bedrag is de vordering van Holding dus toewijsbaar.
- 14 uur van de algemeen directeur (eerste aanspreekpunt brandweer/politie/pers; met name de eerste dag veel zaken regelen);
- 48 uur van de financieel directeur, (afwikkeling schade: verzekeraars, experts, financieel, rapportages, voorbereiding rechtszaak);
- 45 uur van de directeur operationele zaken (operationele schade: brandweer, voertuigen, aangifte politie, vervanging middelen, schoonmaken offertes en voorbereiding rechtszaak);
- 28 uur van het hoofd technische dienst (directe schade: als eerste aanwezig geweest, beperken schade, overleggen herstel, offertes);
- (samen) 40 uur door 3 medewerkers van de technische dienst (schade opruimen, herstellen wat te herstellen is, elektra, grondwater) en
- 8 uur van een administratief medewerker (administratieve ondersteuning: voertuiggegevens, facturen, kostennota’s),
- een factuur van Vloedgraven van € 4.950,00, vermeerderd met € 1.039,50 aan btw met de omschrijving “expertisekosten inzake schadevaststelling aan OPSTAL en INVENTARIS” geadresseerd aan Holding en
- een brief van SAA verzekeringen waarbij deze de nota van Vloedgraven aan Holding stuurt en schrijft dat Holding wordt belast met een bedrag van € 2.277,75, bestaande uit het bedrag van € 1.039,50 aan btw (wat in deze procedure geen rol speelt) en daarnaast een bedrag € 1.238,00 dat omschreven wordt als ‘het niet verzekerde deel”.
€ 1.238,00redelijke kosten voor de vaststelling van schade en aansprakelijkheid in de zin van artikel 6:96 BW die [gedaagde] uit hoofde van zijn onrechtmatige daad aan Duck-To dient te vergoeden en zal de vordering in zoverre toewijzen.
€ 3.087,50
€ 3.375,00zal daarom worden toegewezen.
- een bedrag van € 1.200,00 voor “bemonstering wadi” waarvoor Duck-To een factuur voor dat bedrag (excl. btw) heeft overgelegd van 25 juni 2020 van Boluwa Eco Systems BV (verder Boluwa) met omschrijving “bodemonderzoek en analyses inclusief PFAS wegens calamiteit/brand”
- een bedrag van € 1.660,00 voor “uitgraven greppel achter parkeerterrein” “1 dag kraantje + met grondwerker + afvoeren grond + herleveren schone grond”.
€ 1.200,00(wat binnen het eigen risico valt) toewijsbaar is.
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)