ECLI:NL:HR:2009:BH5410
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
WAM-verzekering en schadeomvang na ongeval; beoordeling van stelplicht en bewijslastverdeling
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen na eerdere procedures, staat de schadeomvang van de eiser centraal, die hij heeft geleden als gevolg van een ongeval. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 20 januari 2006, waarin het cassatieberoep van AXA werd verworpen. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Garretsen, vorderde dat AXA SCHADE N.V. werd veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en een fiscale garantie. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had eerder in een eindarrest van 2 oktober 2007 de vorderingen van de eiser gedeeltelijk toegewezen, maar AXA had in cassatie beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij de focus lag op de stelplicht en bewijslastverdeling. AXA voerde aan dat de eiser, ondanks zijn arbeidsongeschiktheid, betaald werk had verricht, wat door het hof werd verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet onjuist had geoordeeld over de verdeling van het bewijsrisico en dat de eiser de schadeomvang moest aantonen. De Hoge Raad concludeerde dat de eerdere oordelen van het hof niet getuigen van een onjuiste rechtsopvatting en dat de stellingen van AXA niet voldoende waren onderbouwd.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest bevestigt de noodzaak voor eisers om hun schadeomvang adequaat te onderbouwen, zelfs wanneer er een vermoeden van causaal verband bestaat, zoals in het geval van de omkeringsregel.